Complete en duidelijke aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Historisch Onderzoek IV: Bronnen. Deze aantekeningen zijn tentamen gericht, zelf heb ik een goede voldoende gehaald op het vak. Let op: in het jaar 2021/2022 hadden we door speciale omstandigheden maar 6 hoorcolleges van dit vak, ...
Historisch Onderzoek IV: Bronnen – Aantekeningen van de Hoorcolleges
HO4 Week 1
Wat is een bron? - - > bronnen zijn voorwerpen of getuigenissen uit of over het verleden
waarop de historicus steunt om een beeld te scheppen van de geschiedenis.
◦ Schriftelijk
◦ Audio of visueel
◦ Seriële en kwantitatieve (steeds dezelfde informatie herhaalt, zoals registers).
◦ Materieel
◦ Digitaal
Primaire bronnen Secundaire bronnen
Iemand die het zelf heeft gezien: directe Gebruiken primaire bronnen om hun punt
toegang tot een historische context te maken. Een indirecte toegang tot een
(ooggetuigen, kogelgaten, pistool). historische context.
Tekstuele/ schriftelijke bronnen (Howell en Prevenier)
◦ Literaire/ verhalende teksten: kronieken (beschrijven gebeurtenissen in
chronologische volgorde), traktaten (diepgaande analyse van een bepaald onderwerp), romans
etc. Worden met zeer uiteenlopende intenties geschreven, dus zijn niet altijd fictie. Niet alle
verhalende teksten zijn gepubliceerd, die bronnen die niet gepubliceerd zijn kan je vinden in
de archieven.
◦ Diplomatieke teksten: teksten die een rechtssituatie vaststellen of een nieuwe
rechtssituatie scheppen.
Oorkonden zijn een voorbeeld (wetten, ordonnanties, vonnissen en arresten of vrij
afgesloten contracten van de vrijwillige rechtspraak tussen particulieren voor
notarissen). Ook de Magna Carta is een voorbeeld of grondwet 1848.
De vorm hiervan ligt vast (inkt, handschrift etc.) door die traditie en bestaat vaak uit
het protocol, de content zelf en de afsluiting.
◦ Bronnen van sociale boekhouding: teksten die de weerslag vormen van de
uitvoerende macht of het beheer van openbare of private administraties, ondernemingen of
verenigingen:
Gewoon boekhouding/administratie: alles bijhouden zoals notulen (verslag van
vergadering). Een voorbeeld hiervan is de registers van de burgerlijke stand.
Burgerlijke stand registratie, huwelijkscertificaten. Seriële bronnen zijn bronnen die
min of meer gelijkwaardige gegevens over een langere periode bevatten.
Tip: begin bij 2&3, alles wat daar niet onder valt onder literaire/verhalende teksten.
Mondelinge bronnen: bijvoorbeeld volksverhalen die oraal worden doorverteld, zoals
sprookjes. Het probleem is dat dit altijd anders verteld wordt door de rol van het geheugen.
Ook bijvoorbeeld speeches. Vaak gebruiken historici nu een mix van geschreven, materiële en
orale bronnen. Dan moet je letten op “short-circuiting” van informatie: de vervorming die
1
,optreedt als informatie van hand tot hand gaat (omdat mensen verhalen altijd anders
vertellen).
Bronnenkritiek: vier vormen van brondiagnose kennen en toepassen
Het geheel van methodes waarmee bronnen door historici worden benaderd en beoordeeld op
hun waarde voor historische vraagstellingen.
- Vorm: authentiek of vervalst, origineel of kopie
o Wie, wanneer, waar
- Inhoud: waarom, waartoe, voor wie, wat, hoe?
Morfologisch (vorm: type bron, staat van de bron, waar wordt de bron bewaard), contextueel
(wanneer ontstaan, waar is die gemaakt, is het een kopie of origineel, intentie,
schrijver/maker), inhoudelijk (hoe moet het geïnterpreteerd worden, primair of secundair,
kwaliteit van de observatie, hoe consistent is de bron) methodologisch (wat kan de historicus
hiermee: welke redenen heb je voor het gebruiken van deze bron, past het bij de overige
gebruikte bronnenset, hoe kan je de bron inzetten).
Lang niet alle vragen zijn belangrijk en ook kan je niet alles toepassen.
Vaak worden getuigenissen (oraal of geschreven) als opzettelijk gezien en artefacten (geven
de onderzoeker een idee van het verleden simpelweg door de kracht van hun bestaan) als
onopzettelijk. Onopzettelijke bronnen zijn onopzettelijk als ze niet geproduceerd zijn met de
vraag van historici in gedachten: kenmerken buiten de controle van de auteur (J.F. Kennedy
filmpje). Ze zijn echter niet onschuldig: als een vrouw een memoir schrijft om haar leven
mooi neer te zetten kan ze bepaalde dingen achterlaten die ze liever niet wil zeggen.
De betrouwbaarheid en bruikbaarheid van bronnen
Geen enkele bron is volledig betrouwbaar: elke bron komt vanuit een bepaald
perspectief.
Bruikbaarheid is afhankelijk van de relevantie van de bron voor je vraagstelling
Herkomstbeginsel
wanneer is de bron ontstaan en gemaakt, de oorsprongskritiek. Dit is de basis van
archiefklassering (dus de meeste archieven zijn daar op gebaseerd). Het is soms moeilijk om
terug te gaan naar de oorsprong, bijvoorbeeld als het gaat om een vervalsing (dan is de
oorsprong niet die van de echte bron).
Verschil externe kritiek (waar is de bron gemaakt, wie heeft de bron gemaakt: zo veel
mogelijk context en daar feiten in plaatsen. Dus: alles wat eromheen hangt) en interne
kritiek (kritiek over de daadwerkelijke inhoud van de bron, bijna als een letterkundige
de bron bestuderen).
Historici bekijken de oorsprong van de bron en stellen dan vast hoe betrouwbaar deze
bron is en de bias en motivaties die het maken van de creatie hebben beïnvloed: de
oorsprong is de auteur, tijdsperiode, locatie en het doel waarmee het gemaakt is.
Kennis van hulpwetenschappen
Hulpwetenschappen zijn er om bronnen beter te begrijpen, zoals paleografie, diplomatiek,
sigillografie (zegelkunde) als het gaat om tekstuele bronnen. Archeologie, chronologie,
numismatiek als het gaat om materiële bronnen. Statistiek als je kijkt naar seriële bronnen en
kunstgeschiedenis, iconologie en film, video etc. als het gaat om visuele bronnen.
Paleografie: het bestuderen en ontcijferen van oude handschriften en archiefstukken.
Zoals dagboeken, soms is dat lastig om te lezen en dan heb je de hulp van paleografen
nodig.
2
, Het archief (artikel):
1. In de algemene zin: een collectie van (kopieën van) documenten van een natuurlijk
persoon of rechtspersoon (zoals de overheid).
2. In de technische zin: een plek of institutie die een collectie behoudt.
Archieven hebben een standaardorganisatie: plaats van herkomst is de belangrijkste
organisatie (context, plaats etc.): als een bron in het Watergate gebouw is gevonden heeft het
een hele andere betekenis. Archieven hebben maar een relatief kleine collectie: voor de hand
liggende/saaie bronnen niet openbaar gemaakt, sommige mensen zoals Middeleeuwse vorsten
vonden het niet waard om een bron te behouden, soms zijn archieven vernietigd (brand,
oorlog) en private archieven weinig bewaard want die leven niet zo lang als een staat, soms is
het materiaal af en als laatst zijn er sinds de WOII te veel bronnen om in te zamelen.
Samenvatting hoorcollege:
Snap het verschil tussen primaire en secundaire bronnen. Ken de betekenis en voorbeelden
van de 3 typen tekstuele bronnen. Snap waarom hulpwetenschappen gebruikt worden om
bronnen te bestuderen. Weet dat je bij dit vak op het tentamen een bronnenkritiek moet
schrijven. Begrijp het herkomstbeginsel (pas als je de oorsprong van de bron kent kan je de
betrouwbaarheid van de bron bepalen). Snap wat de voor- en nadelen van archieven zijn.
Week 2: Historische Bronnenkritiek
Valse bronnen illustreren met de dagboeken van Hitler
De dagboeken van Hitler bestaan niet, maar het was een enorme scoop toen ze ‘ontdekt’
werden. Veel historici werden geraadpleegd om deze dagboeken te bekijken. Sommige zeiden
dat het echt was, omdat het handschrift klopte en de persoonlijkheid ook. Hoe kwam men
erachter dat de dagboeken vals waren? Kijken naar de inkt en het papier, hieraan was te zien
dat het niet van die tijd was.
Bron en vraagstelling
Valse bronnen bestaan niet: het gaat niet om het vaststellen of een bron waar is of niet, maar
om de vraag welke relevantie die heeft voor de vraagstelling. Je moet van een bron weten:
wie, wat, waar, waarom. De mate van authenticiteit van een bron wordt bepaald door de
onderzoeksvraag, niet per se door de bron zelf.
Oorsprong van historische bronnenkritiek
Leopold von Ranke is de grondlegger van het historisme (je moet alles in kern en tijd
plaatsen) en is een positivist (een verlichtingsideaal, zo dicht mogelijk bij de waarheid komen,
alle lagen tussen jou en het verleden afpellen) door algemene bronnenkritiek. Hij leerde zijn
leerlingen om een primaire bron te onderzoeken.
Annales school (1929): seriële bronnen en kwantitatieve analyse. Franse historici, dan gaat de
waarom vraag meer centraal staan in de geschiedenis: ‘waarom is iets gebeurd?’ en niet ‘is het
gebeurd?’ en dat is het gebeurt ging dan vooral over de politieke geschiedenis.
Postmodernisme en de ‘linguistic turn’: het verleden is niet kenbaar, ook niet via bronnen.
Teksten verwijzen naar teksten. Heel veel intellectuelen denken, waarom heeft het zin om
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalienorden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.