Blok 2 termijn 1 (periode 3)
(Week 7 is dit jaar vervallen)
> ‘Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkunde’ hoofdstuk: 1 en 2
> ‘Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkunde’ hoofdstuk: 3 en 4. Echter niet paragraaf 3.9
> ‘Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkund...
‘Sociologie voor gezondheidszorg en
verpleegkunde’
Week 1
Hoofdstuk 1 en 2
De student kan
- Verwoorden op welke twee samenhangende vragen de sociologie antwoord probeert te
geven.
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van allerlei
samenlevingsverbanden oftewel groeperingen?
2. Hoe zit de samenleving in elkaar?
- De wetenschappelijke benadering van de sociologie beschrijven en benoemen wat de
relevantie van de sociologie is voor verpleegkundigen
Wetenschappelijke benadering:
Sociologie is een empirische wetenschap: een wetenschap waarbij kennis voortkomt uit een
systematische waarneming van feiten. De sociologie probeert, door middel van onderzoek, objectief
vast te stellen hoe de maatschappij werkelijk in elkaar zit. En is geïnteresseerd hoe mensen deze
werkelijkheid subjectief beleven. Door verklaringen uit onderzoeken kunnen regelmatigheden,
waarschijnlijkheden en patronen in kaart worden gebracht. Verschillende sociologen kunnen op
verschillende manieren tegen eenzelfde verschijnsel aankijken.
Sociologie kan verpleegkundige helpen meer inzicht te krijgen op:
Het eigen gedrag en dat van anderen.
Maatschappelijke factoren met betrekking op zorg.
De inrichtingen en ontwikkeling van de gezondheidszorg en de rol en positie van
verpleegkundigen daarin. De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen op micro-,
meso- en macroniveau.
- De volgende begrippen sociologisch duiden: interactie, identiteit, collectieve definitie van
de situatie, en referentiekader.
Het begrip interactie wilt zeggen: het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderlinge
wisselwerking
Iemand zijn identiteit wilt zeggen: de wijze waarop iemand zichzelf zie, komt tot stand door
allerlei verschillende interactiepatronen.
Collectieve definitie van de situatie: van veel situaties hebben wij al geleerd hoe wij die
moeten definiëren, we kunnen dan spraken van collectieve betekenissen.
Referentiekader wilt zeggen: het geheel van waarden, normen, overtuigingen en
vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en handelen.
- De gevolgen beschrijven van etiketterings- en stigmatiseringsprocessen.
Het opmerkelijke van etikettering en stigmatisering is dat één bepaald kenmerk van iemand wordt
uitgelicht en een enorme betekenis krijgt. Eén kenmerk van iemand is dominant. Het gevolg hiervan
is dat wanneer dat ene kenmerk negatief is de hele persoon negatief wordt gezien.
De doelstellingen toepassen op de gevolgen voor de gezondheidszorg en het verpleegkundig beroep
,Hoofdstuk 1: Wat is sociologie?
1.1 Sociologie een eerste omschrijving
Sociologie en psychologie is een beroep die de verschillende factoren die het menselijk gedrag
beïnvloeden in kaart wil brengen.
Psychologen verklaren gedrag vanuit de persoon zelf: aanleg, persoonlijkheid en karakter.
Houdt zich bezig met vragen zoals: “waarom is iemand bang voor de tandarts?” en “Wat is de invloed
van motivatie op ons gedrag?”
Sociologen verklaren gedrag vanuit de samenlevingsverbanden die mensen met elkaar
vormen. Bij allerlei soorten van gedrag kijkt een socioloog naar de groepen waarvan de betrokkene
deel uitmaakt, de structuur van die groepen en hun waarden en normen. Houden zich bezig met
vragen zoals: “Waarom komen stemmingsstoornissen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen?” en
“Waarom gaan veel meer jongeren uit hogere sociale klassen naar de universiteit naar de universiteit
dan jongeren uit lagere sociale klassen?”
In de sociologie betekend sociaal: alles wat met het samenleven van mensen te maken heeft.
De sociologie probeert antwoord te geven op twee samenhangende vragen:
3. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van allerlei
samenlevingsverbanden oftewel groeperingen? Die groeperingen kunnen variëren van het
gezin tot de samenleving als geheel.
a. Microniveau: directe sociale omgeving van een individu.
b. Mesoniveau: wijdere sociale omgeving.
c. Macroniveau: maatschappij als geheel.
4. Hoe zit de samenleving in elkaar?
Ad 1
Bij veel dingen die wij doen en keuzes die wij maken, zijn er ook invloeden vanuit de omgeving
aanwijsbaar. Ook verklaren van problemen kan zich dit voordoen. Nijhof spreekt in dat geval van
individualisering: de neiging om sociale of maatschappelijke problemen te herleiden tot individuele
problemen of afwijkingen.
Tegelijkertijd hebben we de neiging anderen in categorieën in te delen en hen van daaruit te
benaderen. Bij een eerste kennismaking benoemen mensen vaak ook allerlei categorieën.
Ad 2
Elias wijst erop dat de ontwikkeling van de samenleving niet door iets of iemand wordt gestuurd en
toch een bepaalde structuur en richting krijgt. Dit komt door allerlei sociale processen. Sociologen
proberen inzicht te krijgen in deze sociale processen door allerlei verschijnselen met elkaar in
verband te brengen. Pierre Bourdieu zegt dat individuen gedurende hun leven functioneren binnen
de samenleving op een aantal verschillende velden. Op elk van die velden is sprake van machtsstrijd.
Ieder mens beweegt zich op zijn eigen manier over de verschillende velden. Hiervoor gebruikt hij het
begrip habitus. Hij verstaat hieronder de min of meer duurzame en stabiele schema’s van
waarneming en waardering die het alledaags handelen sturen. Deze schema’s zijn tijdens het leven
door confrontatie met de wereld om hem heen ontwikkeld. De habitus is dus door het samenspel
van individuen gevormd en neemt vervolgens structurele vormen aan en beïnvloedt het handelen.
1.2 Sociologie als wetenschap
Sociologie is een empirische wetenschap: een wetenschap waarbij kennis voortkomt uit een
systematische waarneming van feiten. De sociologie probeert, door middel van onderzoek, objectief
vast te stellen hoe de maatschappij werkelijk in elkaar zit. En is geïnteresseerd hoe mensen deze
werkelijkheid subjectief beleven. Door verklaringen uit onderzoeken kunnen regelmatigheden,
waarschijnlijkheden en patronen in kaart worden gebracht. Verschillende sociologen kunnen op
verschillende manieren tegen eenzelfde verschijnsel aankijken.
,1.3 Weerstanden tegen sociologie
- Sociologen zouden uitsluitend aantonen wat iedereen al weet. Onderzoek kan aantonen
dat opvattingen die mensen hebben waar zijn of niet.
- Sociologie heeft geen oog voor individuele verantwoordelijkheid en geeft daders wapens in
handen waarmee ze zich als slachtoffer kunnen voordoen. “Ik heb iemand neergeslagen,
maar dat komt door mijn rottige jeugd”. Maar sociologen keuren dit gedrag niet goed, ze
willen alleen begrijpen waarom iemand dit doet.
- Sociologie scheren mensen over een kam. Het gaat om mensen die gemeenschappelijke
kenmerken hebben en vanuit daaruit vergelijkbare invloeden ondergaan.
1.4 Sociologie en verpleegkundige
Sociologie kan verpleegkundige helpen meer inzicht te krijgen op:
- Het eigen gedrag en dat van anderen.
- Maatschappelijke factoren met betrekking op zorg.
- De inrichtingen en ontwikkeling van de gezondheidszorg en de rol en positie van
verpleegkundigen daarin.
- De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen op micro-, meso- en macroniveau.
1.5 Tot slotte
Volgens Wilterdink en Van Heerikhuizen zijn mensen op drie manieren met elkaar verbonden:
- Zijn op elkaar gericht en stemmen hun gedrag op elkaar af. Interactie.
- Zijn door elkaar gevormd. Cultuur.
- Zijn van elkaar afhankelijk. Interdependentie.
Hoofdstuk 2: Mensen zijn op elkaar gericht: interactie.
2.1 Interactie
Het begrip interactie wilt zeggen: het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderlinge
wisselwerking. De reactie op een ander is gebaseerd op een interpretatie oftewel een subjectieve
definitie van de situatie. Via tal van interactieprocessen creëren mensen hun eigen werkelijkheid. Dit
leidt tot een patroon, waardoor je erop gaat rekenen dat de interactie op een bepaalde manier gaat
verlopen.
2.2 Identiteit
Iemand zijn identiteit wilt zeggen: de wijze waarop iemand zichzelf zie, komt tot stand door allerlei
verschillende interactiepatronen. We zijn wie we zijn door een aantal ideeën, verwachtingen,
normen en waarden die van buitenaf worden aangereikt en we afstand hebben genomen van een
paar anderen. De mens vraagt zich voortdurend af hoe hij in de ogen van anderen eruitziet en hoe zij
hem beoordelen. Herbert Mead noemt dit the looking-glass-self. Het ‘ik’ wordt bepaald door
interactie.
2.2.1 Role-taking
Hiermee wordt bedoeld dat mensen zich in gedachten verplaatsen in de positie van anderen met wie
zij in contact komen. Hierdoor kunnen zij achterhalen wat er van hen wordt verwacht en kunnen zij
hun gedrag ten opzichte van die ander bepalen. Het gaat enerzijds om verwachtingen van belangrijke
anderen uit de omgeving en anderzijds om de mens die daar op zijn eigen manier mee omgaat.
, 2.3 Collectieve definitie van de situatie
Van veel situaties hebben wij al geleerd hoe wij die moeten definiëren, we kunnen dan spraken van
collectieve betekenissen.
Dat wij al veel interpretaties geleerd hebben heeft met het begrip cultuur te maken.
Samenleven met elkaar veronderstelt het bestaan van gemeenschappelijke interpretaties van een
aantal dingen. Op een gegeven moment ontstaan er nieuwe interpretaties en ontwikkelt zich een
nieuwe cultuur. Door het samenleven van mensen uit verschillende culturen ontstaan er vaker
interpretatieproblemen.
2.4 Referentiekader
Referentiekader wilt zeggen: het geheel van waarden, normen, overtuigingen en
vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en handelen. Het
valt ons zelf pas op dat we een referentiekader hebben als een gangbare definitie van de situatie
afwijkt. Mensen streven naar een ‘onvertrouwde’ situatie vertrouwd te maken.
Het referentiekader bepaalt voor een belangrijk deel hoe iemand in het leven staat. Mensen
stellen zich selectief open voor allerlei prikkels, en zij nemen die prikkels ook selectief waar (selectief
waarnemen). Bij het waarnemen vindt een selectie van prikkels plaats, omdat we ze nooit allemaal
kunnen verwerken. Er vindt selectie plaats doordat: (1) onze zintuigen een beperkt deel waarnemen,
(2) door de mechanismen adaptie en (3) relativiteit (veranderingen).
In sociologische zin komt de selectie die wij maken voor een belangrijk deel voort uit ons
referentiekader: “we zien vooral wat past bij ons referentiekader, en wat hier niet bij past passen we
aan.”
2.4.1 Sociale constructie
Waarnemen is een sociaal proces, waarbij mensen met elkaar orde scheppen en zich een
gezamenlijk beeld vormen van de werkelijkheid. Met elkaar ontwikkelen ze een opvatting van wat ze
afwijkend vinden en stemmen daar hun gedrag op af. Afwijkend gedrag is dus een sociale
constructie: mensen bepalen samen wat zij normaal en wat zij abnormaal vinden.
Tolerantie en de mate van wenselijke sociale afstand lijken in dit geval vooral samen te
hangen met de mate waarin mensen iemand verantwoordelijk houden voor zijn of haar aandoening.
Mensen laten zich in hun waarnemingen sterk beïnvloeden door anderen, zeker als die
anderen status hebben. Waarnemen is in die zin niet alleen een individueel maar ook een collectief
proces.
2.4.2 Attributietheorie
Als men gedrag van iemand waarneemt, probeert men dat gedrag te begrijpen door het toe te
schrijven (attribueren) aan specifieke oorzaken. Gedrag wat men waarneemt wordt verklaard door
interne factoren, door externe factoren of door een combinatie van factoren.
Fundamentele attributie fout: de rol van de persoon wordt overschat en de rol van
omstandigheden wordt onderschat. Interne factoren worden dus eerder als oorzaak gezien dan
externe factoren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demiheimgartner. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.