Dit is een samenvatting van het boek NatuurOnderwijs Inzichtelijk. Dit boek gebruik je de hele opleiding. Het is een boek heeft meer dan 500 pagina's, hierdoor is de samenvatting erg lang maar heb je wel alles in 1x bij elkaar. Met deze samenvatting heb ik de toelatingstoets in 1x gehaald. In deze ...
Natuur en techniek H1 Planten (blz. 20 t/m 84)
1.1 Indeling van het platenrijk (blz. 21 t/m 34)
Wieren Sporenplanten Zaadplanten
Wortels, stengels en Nee Ja Ja
bladeren
Bloemen Nee Nee Ja
Voortplanting Sporten Zaden
(coniferen
naaktzadigen)
(bloemplanten
bedektzadigen)
- ‘Conifeer’ betekend letterlijk ‘kegeldrager’.
- Coniferen heten naaktzadigen omdat de zaad zich niet in de vrucht ontwikkeld, maar
open en bloot op de schubben van de kegels.
- Bloemplanten heten bedektzadigen omdat het zaad zich ontwikkeld in het
vruchtbeginsel.
1.2 De bouw van zaadplanten (blz. 35 t/m 50)
1.2.1 Wat heeft een plant nodig om te groeien?
Wat? Functie?
Toppen van stengels Groei in lengte
Knoppen Uitgroeien tot nieuwe
zijtakken, bladeren en/of
bloemen
Stengel Groei dichte plantenstengel
Fotosynthese kan plaatsvinden als er voldoende licht, koolstofdioxide en water is. De bouw van een
blad zorgt ervoor dat deze groeivoorwaarde goed benut kunnen worden.
1.2.2 Bouw en functie bladeren
Inwendige bouw blad
Wat? Functie?
Huidmondjes Toelaten koolstofdioxide.
(onderkant blad) Afgeven en opnemen zuurstof.
Regelen verdamping in de
plant.
Hoofd- en zijnerven Constante wateraanvoer
Wasachtig laagje Voorkomt onnodige
(boven- en onderkant verdamping en uitdroging.
blad)
Opbouw cel
, Wat? Functie?
Celkern Erfelijk materiaal in de vorm van chromosomen.
Celplasma Bevat water, eiwitten en organellen (celonderdelen die
een specifieke functie in de cel vervullen)
Celmembraan Regelt het transport van en naar de cel
Celwand Extra stevigheid en kan verhouden (zo ontstaan
(alleen een plantencel) houtvaten)
- Dierlijke cellen bevatten weinig of geen vacuolen
Plantencel juist wel.
- Vacuolen blaasje gevuld met water en opgeloste stoffen als zouten, reservestoffen,
kleurstoffen en afvalstoffen.
- Korrels in plantencel zijn bladgroenkorrels belangrijke rol fotosynthese.
Functies bladgroenkorrels:
- Ontwikkelen tot kleurstofkorrels.
- Opslagfunctie
- Zetmeelkorrels vormen wanneer glucose wordt omgezet in zetmeel.
1.2.3 Bouw en functie wortels
Functies wortelstelsel:
- Stevigheid in de plant
- Neemt water en voedingszouten op uit de bodem.
- (Opslagplaats van reservevoedsel)
1.2.4 Bouw en functie stengels
Functies stengels:
- BELANGRIJKSTE transport water en voedingsstoffen.
- Draagt de balderen
- Stevigheid voor de plant.
- Groen? dan vind er ook fotosynthese plaats
,Voedingsstoffen worden getransporteerd door vaatbundels. Vaatbundels bestaan uit buisachtige
cellen die met elkaar verbonden zijn. 2 soorten vaten:
Bastvaten:
- Liggen dichtst bij de buitenkant van de stengel
- Vervoeg gaat naar beneden
Houtvaten:
- Liggen meer naar het midden van de stengel
- Vervoeren water en zouten (mineralen) vanuit de wortels omhoog.
- Celwanden extra verstevigd met houtstof.
Tussen de bast- en houtvaten zit een dun laagje cellen, het cambium.
- Cambium maakt voortdurend nieuwe cellen aan.
- Doordat de plant vaak een laagje cambium heeft in de stengel kan een plant ook in dikte
groeien.
1.2.5 Bomen
De schors beschermt de boom tegen:
- Uitdroging
- Aanvallen van dieren
- Schimmelgroei
De schors groeit mee met de boom. Elk jaar wordt er weer een nieuwe laag schors gevormd. De oude
laag, die dan naar buiten drukt kan gaan barsten of afschilferen.
Belangrijke boomtypes:
Naaldbomen:
- Smalle, harden bladeren in de vorm van een naald.
- Behoren tot de coniferen.
- Bekende soorten; fijnspar (dennenboom), grove den.
Makkelijk te onderscheiden:
Spar heeft de naalden individueel aan de tak zitten Solo
Den heeft de naalden in paren aan een tak zitten Duo
Lariks heeft de naalden in groepjes aan een tak zitten Legio
Loofbomen:
- Behoren tot de bloemplanten
- Platte, brede balderen.
Enkelvoudig bijv. eik of wilg
Samengesteld bijv. paardenkastanje en es
- Samengesteld bestaat uit 1 bladsteel met meerdere blaadjes.
1.2.6 Bescherming
Planten beschermen zich:
- Voor invloeden van buitenaf door middel van verschillende aanpassingen.
- Tegen indringers die vraat veroorzaken (insecten, vogels en zoogdieren)
Planten kennen mechanische, chemische of indirecte vormen van afweer.
Mechanische afweer:
Groeivormen als stekels of doorns op een stengel, of brandharen op bladeren.
Doorn:
- Vervormde tak die heel puntig eindigt. (meidoorn)
- Als je een doorn afbreekt, is het alsof je en tak afbreekt; je beschadigd de struik.
Stekel:
, - Geen tak, maar een blad. Dit blad heeft een andere vorm en functie, in dit geval afweer.
- Makkelijk afbreekbaar.
- Voorbeelden; braam en roos
Brandnetel:
- Brandharen op de onderkant van de bladeren en stengels.
- Aangeraakt? toppen breken van de haren en produceren netelcellen. (een bijtende
vloeistof die in de huid geïnjecteerd wordt).
Chemische afweer:
Giftige planten en niet aantrekkelijk om te eten.
- Tabaksplant produceert nicotine (weinig organisme tegen bestand).
- Taxusstruik produceert rode vruchtjes met pitjes. (pitjes zijn zeer giftig).
Indirecte afweer:
Door zich aantrekkelijk te maken voor vijanden en hun grootste belagers.
- Sperzieboon: belaagd door bonenspintmijt? geeft geurstoffen af die de roofmijt
aantrekt. (een natuurlijke vijand van de spintmijt).
Sommige planten geven ook onderdak en voedsel aan natuurlijke vijanden van hun belagers.
- Acacia maakt zich aantrekkelijk voor mieren, die in de ruil andere insecten op een
afstand houden.
1.3 De voortplanting van bloemplanten (blz. 51 t/m 70)
1.3.1 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting:
- Deel van de plant uitgroeien tot nieuwe plant
- Zelfde erfelijk materiaal (dus dezelfde eigenschappen)
- Makkelijk om gewassen te telen en te vermeerderen.
Geslachtelijke voortplanting:
- Vindt versmelting plaats van een mannelijke geslachtscel (in het stuifmeel) met een
vrouwelijke geslachtscel.
- Om te kunnen versmelten moeten de geslachtscellen eerst bij elkaar komen.
- Ontstaat ‘variatie’ binnen één soort omdat erfelijke eigenschappen op nieuwe manieren
gecombineerd kunnen worden. voordeel van variatie is dat de kans groter is dat
nakomelingen zich aanpassen aan de omgevingsfactoren.
- Wordt gebruikt in de landbouw om betere rassen te kweken.
1.3.2 Bollen, knollen en uitlopers
Sommige delen van de moederplant kunnen uitgroeien tot nieuwe plant. Dit zijn de delen; bollen,
knollen en uitlopers.
Bollen:
- (uien, tulpen, narcissen)
- Reservevoedsel in gespecialiseerde bladeren onder de grond. (de bolrokken).
Tussen de bolrokken knoppen.
- Begin voorjaar? eindknop groeit uit tot een nieuwe plant. Gebruikt hierbij
reservevoedsel uit de bolrokken.
Plant kan nu zelf voedsel maken door middel van fotosynthese in de bladeren.
Eind voorjaar? deel van het voedsel in nieuwe bolrokken opgeslagen.
- Ondertussen krijgen de zijknoppen ook voedsel. Nou kunnen zij zich tot nieuwe bollen
(klisters) ontwikkelen.
Knollen:
- (aardappels, krokus, radijs, winterwortel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotver02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.