H4 – De welvaartsstaat
• Historiek
• Kenmerken
• Werking
• Sociaal overleg
• Crisis en herstructurering
1. Historiek van de Belgische welvaartsstaat
Van laissez-faire naar eerste sociale bescherming:
crisis 1885-1886 zorgt voor kantelpunt
Arbeidersbewegingen • Bouwen sociale organisaties uit
• Veroveren politieke macht door strijd voor algemeen stemrecht
Crisis 1885 > • regeringscommissie over sociale wantoestanden > keerpunt
De vlugge industrialisering, vooral in stedelijke centra, in het jonge België had geleid tot sterke
economische groei en nationale rijkdom, maar tegelijk voor de vernietiging van de huisnijverheid en de
uitbuiting van de arbeiders in de fabrieken.
De overheid voert een laisser faire politiek. Industriële ontwikkeling en handel moeten zorgen voor
economische welvaart, de overheid legt zo weinig mogelijk beperkingen en regels op.
De eerste verenigingen van onderlinge bijstand voor arbeiders worden opgericht onder de vorm van
spaarkassen die tussenkomen in geval van overlijden, ziekte of werkloosheid.
De crisis van 1886 brengt verandering in de situatie. Een regeringscommissie onderzoekt de sociale
situatie en de koning zelf belooft sociale verandering in een toespraak op 10 november 1886 in het
Parlement.
Crisis 1885-1886 zorgt voor kantelpunt
,Eerste vormen van sociale bescherming 1886-1914
Wat? • Eerste sociale wetgeving
Wat? • Ondersteuning “volkswoningbouw”
Wat? • Vrijwillige sociale verzekering >< verplicht in Duitsland
Wat? • Oprichting landelijke ziekenfondsen
Dit wordt een • Want in de volgende periode komt de eerste sociale wetgeving tot stand, zoals
keerpunt de reglementering van vrouwen- en kinderarbeid (1889), de wet op
arbeidsovereenkomsten (1900), de wet op verzekering tegen arbeidsongevallen
(1903) en de invoering van de leerplicht tot 14 jaar (1914).
• ° Verder is er de eerste ondersteuning van de volkswoningbouw (zie Canon)
>> verwijzen • De sociale zekerheid blijft in ons land een stelsel van vrijwillige sociale
naar verzekering in handen van arbeidersorganisaties. Dit is anders dan de Duitse
ondersteuning verplichte sociale verzekeringen .
privaat • ° In 1894 krijgen de maatschappijen van onderlinge bijstand een wettelijk
woningbezit statuut en mogen ze diensten oprichten. Dit leidt tot de oprichting van
landelijke ziekenfondsen vanaf 1906, die vanaf 1912 ook worden gesubsidieerd.
•
“Vanaf de jaren 1880 komt er een keerpunt in de vrijwillige, zwakke sociale bescherming.
De opkomende socialistische en christelijke arbeidersbewegingen bouwen eigen sociale organisaties uit,
zoals vakbonden en mutualiteiten. Tegelijk veroveren ze politieke macht door de strijd voor het
algemeen stemrecht, met de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht in 1893 als eerste
succes”
Uitbouw sociale bescherming - na WO I (1918-1930)
Uitwerking van • Het sociaal recht
Sociale verzekering blijft • Pensioenen (1924)
vrijwillig behalve… • En kinderbijslag (1930)
Erkenning vakbonden • Door wet op vrijheid van vereniging (1921)
• Eerste overleg vakbonden – werkgevers
Wat voor huisvestiging? • Sociale huisvestiging (1919)
Tussen de twee • het sociaal recht (arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht) verder
wereldoorlogen word uitgebouwd.
Het stelsel van de ‘sociale • een verzekering van risico’s zoals bij privéverzekeringen,. De
verzekeringen’ wordt wel toetreding tot die sociale verzekeringen is vrijwillig behalve voor
nog opgevat als pensioenen (1924) en kinderbijslagen (1930).
•
De vakbonden krijgen • door de wet op de vrijheid van vereniging (1921) en de eerste
meer erkenning paritaire commissies waar ze met de werkgevers over collectieve
arbeidsovereenkomsten onderhandelen. De arbeidersbewegingen
worden stelselmatig uitgebouwd met vakbonden, mutualiteiten,
coöperatieven en vormingsorganisaties.
Pas vanaf 1919 • wordt de sociale huisvesting aangepakt door de oprichting van de
Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen. De uitbouw van
sociale woningen wordt uitgevoerd door sociale
huisvestingsmaatschappijen die aanleunen bij de christelijke of
socialistische arbeidersbeweging
,Uitbouw sociale bescherming na WO I (1918-1930)
Onderlinge bijstand in de arbeidersbeweging
Uitbouw sociale bescherming na WO I (1918-1930) Start sociale huisvesting
Prille sociale huisvesting:
Unitas tuinwijk Deurne
1923
CRISIS
EN STAATS-tussenkomst: Grote depressie 1930: Falen democratie +
vrijemarktkapitalisme?
Tussen de twee • sociaal recht (arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht) verder
wereldoorlogen wordt uitgebouwd.
het
Het stelsel van de • wordt wel nog opgevat als een verzekering van risico’s zoals bij
‘sociale verzekeringen privéverzekeringen,. De toetreding tot die sociale verzekeringen is
vrijwillig behalve voor pensioenen (1924) en kinderbijslagen (1930).
•
De vakbonden krijgen • de wet op de vrijheid van vereniging (1921) en de eerste paritaire
meer erkenning door commissies waar ze met de werkgevers over collectieve
arbeidsovereenkomsten onderhandelen. De arbeidersbewegingen
worden stelselmatig uitgebouwd met vakbonden, mutualiteiten,
coöperatieven en vormingsorganisaties.
•
Pas vanaf 1919 wordt • door de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope
de sociale huisvesting Woningen. De uitbouw van sociale woningen wordt uitgevoerd door
aangepakt sociale huisvestingsmaatschappijen die aanleunen bij de christelijke of
socialistische arbeidersbeweging
, Crisis en staatstussenkomst 1930-1939 - A. De autoritaire weg
Het • Communistisch (USSR)
autoritaire • Fascistisch (nazi-Duitsland)
alternatief
De Grote • met een torenhoge werkloosheid en een scherpe daling van de koopkracht,
Depressie van doet de parlementaire democratie en de vrije markteconomie op haar
de jaren 1930 grondvesten daveren.
Autoritaire • met een gestuurde economie, zoals communistisch Rusland en fascistisch Italië
Regimes en Duitsland, kennen ook in ons land een grote aantrekkingskracht.
Crisis en staatstussenkomst 1930-1939 - B. De democratische weg
Theorie Keynes • democratische overheid moet koopkracht ondersteunen > staatstussenkomst
België: • Plan De Man’
• (later… in collaboratie)
• Sociaal overleg werkgevers-werknemers >
• Nationale Arbeidsconferentie (1936)
• eerste verworvenheden…
“Een democratisch alternatief van meer staatsinterventie en planning maar met behoud van de
vrijemarkteconomie, komt in 1936 uitdrukkelijker op de voorgrond met de publicatie van de General
Theory of Employment, Interest and Money door J.M. Keynes. Volgens die theorie moet een sterke
economische groei en volledige tewerkstelling worden bereikt door het opdrijven van de effectieve
vraag door de overheid. In een crisisperiode moet de overheid de koopkracht ondersteunen via
uitkeringen en door zelf investeringen doen. Het Plan van de Arbeid (1933) van de socialist Hendrik de
Man kent een gelijkaardige benadering met een pleidooi voor staatsinterventie en de nationalisatie van
basissectoren en banken.
Uit de grote crisis groeit ook het georganiseerd sociaal overleg. In 1936 komt de eerste Nationale
Arbeidsconferentie samen met werkgevers, vakbonden en regering, met als resultaten: invoering van de
40-urenweek voor ongezond en gevaarlijk werk, betaald verlof, verhoging van de kinderbijslag en
erkenning van de vakbonden. In die crisisjaren worden dus de kiemen gelegd voor de uitbouw van de
welvaartsstaat na de Tweede Wereldoorlog.”
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog voeren leiders van werkgevers en werknemers geheime gesprekken
over de heropbouw van de economie en de uitbouw van de sociale zekerheid. Dit leidt tot het Pact van
sociale solidariteit (28 april 1944), dat de fundamenten legt voor nieuwe arbeidsverhoudingen en de
welvaartsstaat:”
de werkgevers erkennen de • en werken aan een hogere levensstandaard door loonsverhoging
vakbonden en de uitbouw van de verplichte sociale zekerheid
de werknemers erkennen • in de ondernemingen en werken loyaal mee aan economische
het gezag van de werkgevers groei
Dit sociaal pact wordt zeer vlug door de regering omgezet in wetgeving door de Besluitwet van 28
december 1944, die de sociale zekerheid organiseert. Dit zorgt voor een plotse sprong vooruit naar de
welvaartsstaat, want de ontwikkelde systemen worden met deze wet eenvormig en verplicht gemaakt.
De vlugge ontwikkeling van de welvaartsstaat wordt aangezwengeld door de sterke investeringen in de
heropbouw na de Tweede Wereldoorlog in West-Europa: het Marshallplan injecteert veel Amerikaans
kapitaal in de West-Europese economische heropbouw, om West-Europa sterker aan de Verenigde
Staten te verbinden - tegen het ‘Oostblok’ onder leiding van de Sovjetunie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Samenvatter9000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.55. You're not tied to anything after your purchase.