Alles wat je geleerd hebt bij statistiek 1 moet je ook kennen. Hoofdstuk 1-9 Agresti hoort hier ook bij.
Ga statistiek 1 dus herhalen! De stof van statistiek 1 wordt getoetst op tentamen!
Statistiek = Op basis van een relatief kleine steekproef kan je een betrouwbare uitspraak doen over
de populatie waarin je geïnteresseerd bent.
Cursusoverzicht en doelen
- Uitbreiden kennis statistiek 1 (de basis). We gaan meer leren
- Verbanden tussen drie of meer variabelen
- Regressieanalyse: we gaan ook overige variabelen meenemen in de analyse.
- Variantieanalyse: uitbreiding van de T-toets
- Uitvoeren statistische analyses in SPSS (in de werkgroepen)
- Leren rapporteren uitkomsten
Opzet van het vak
- 2 hoorcolleges per week (ma en woe): uitleg van de stof die in het boek behandeld wordt,
voorbereiding op tentamen. Het boek en de hoorcolleges zijn de voorbereiding op het
tentamen.
- 1 werkgroep per week (woe): oefenen met SPSS (analyses toepassen op een dataset) en
toewerken naar de eindopdracht
- Grasple: oefenopgaven over statistiek 1 en statistiek 2
- Canvas Quiz: iedere week kan je je kennis toetsen
- Tentamen: 30 meerkeuzevragen (60%), 5,5 verplicht!
- Eindopdracht: een wetenschappelijk verslag van je analyse in SPSS (40%), 5,5 verplicht!
Wat leer je voor het tentamen?
- Agresti boek. H1-9 herhalen, vanaf H10 verder
- Het werkboek
- Lijst met effectmaten
- Collegeslides
Oefenen met de stof
,Tips
- In Agresti staan opgaven. Die opgaven worden geselecteerd en die kan je maken. De
antwoorden staan op canvas
- Oefenen met de opgaven in grasple
- Canvas toetsen per week van 5 vragen. In totaal 35 oefenopgaven. 2 opgaven komen terug in
tentamen.
Beste voorbereiding op tentamen
- Houdt iedere week de stof bij:
- De stof van Agresti bestuderen
- Maak de opgaven in het werkboek
- Oefen in grasple
- Test je kennis met de canvas toets (zondag)
- Vragen stellen aan docenten en medestudenten
Tentamen
- 20 van de 30 vragen moet je goed hebben voor een voldoende
- 1/3 rekenvragen, 1/3 kennis en 1/3 inzicht
- 10 vragen gaan over statistiek 1
- 20 vragen gaan over statistiek 2 (de nieuwe stof)
- De inhoud van week 2 t/m 6 komt terug op tentamen
De eindopdracht
- 3 oefenopdrachten
- Peer feedback in drietallen (je ontvangt van 2 peers feedback en geeft ook aan hen feedback)
- Geen tutor feedback
- De tutor monitort de feedback en bespreekt dit in de werkgroep
- We gaan voor de opdracht 2 hypothesen opstellen waarin 3 variabelen een rol spelen.
- 1 hypothese moet te toetsen zijn d.m.v. regressieanalyse
- 1 hypothese moet te toetsen zijn d.m.v. variantieanalyse
Herhaling stof statistiek 1 (40: 35 minuten)
,Variabelen
Een variabele is een eigenschap die kan variëren tussen personen in een steekproef of populatie.
Je kan het meten bij mensen/dieren/scholen/landen, etc. Het varieert: bijvoorbeeld IQ is bij ieder
persoon anders. De waarden op de IQ-test zal verschillen van persoon tot persoon.
Elke variabele heeft een eigen meetniveau. Het meetniveau bepaalt welke statistische techniek je
wel en niet kunt gebruiken. Dit is de eerste stap in de statistiek.
De meetniveaus
Gewicht → ratio (gewicht heeft een absoluut nulpunt)
Studierichting → nominaal (ongeordende categorieen)
Aantal appels in een zak → ratio (0 appels in de zak is een absoluut nulpunt)
Somscore op de angst vragenlijst → ordinaal of interval
Parametrische methoden → geschikt voor variabelen op interval of ratio niveau. Gebruikt voor
ordinale en discrete data.
Non-parametische methoden → geschikt voor categorische variabelen, minder vaak gebruikt.
➢ Deel 2 vanaf minuut 1:03:30
Beschrijvende statistiek
Data beschrijven en samenvatten, niet toetsen. Bijvoorbeeld samenvatten in tabellen of figuren. Je
kan samenvatten per variabele of voor meerdere variabele tegelijk. Je bent geïnteresseerd in de
onderlinge samenhang/verband tussen die variabelen. Het onderscheid tussen categorische
(studierichting) en kwantitatieve (gewicht) variabelen is van belang, dat moet je eerst vaststellen. Dat
bepaalt het type tabel/ figuur dat je maakt. Je gaat de data exploreren voordat je hypothesen gaat
opstellen en gaat toetsen.
In het document ‘Tips en Aanwijzingen’ op Canvas staat een stappenplan om de data te exploreren
voordat je naar de toets gaat.
Tentamenvraag: De alpha is de kans dat H0 ten onrechte wordt verworpen.
Hoe kan je categorische/nominale variabelen samenvatten door middel van een tabel?
- Frequentietabel
- Staafdiagram (bar graph), voor iedere categorie de relatieve of absolute frequentie. De
staven staan los van elkaar omdat het gaat om een nominale variabelen.
, Hoe kan je kwantitatieve data samenvatten?
- Frequenties en histogrammen
- Stem-and-leafplot
Beschrijven van verdelingen
Bij een normaalverdeling komen weinig hele hoge of hele lage scores voor. (klok vormig)
U-vormig. Relatief weinig mensen die gemiddeld scoren en veel extremen.
Komt voor bij onderwerpen waarbij mensen sterke meningen over hebben (bijv: abortus).
Scheef naar rechts: meeste mensen scoren laag, hoge scores komen minder vaak voor (depressie)
Scheef naar links: lage scores komen weinig voor (geluk)
Als de verdeling klokvormig is vallen de modus, mediaan en gemiddelde samen.
Bij scheve verdelingen ligt het gemiddelde in de staarten.
Formule van het gemiddelde
Alle scores van ieder individu (i) optellen en delen door totaal aantal personen (n).
Beschrijving van data variabiliteit
Range = verschil tussen het minimum en het maximum. Het zegt iets over de variatie.
Deviatie = de afwijking van de score van iemand (yi), ten opzichte van de gemiddelde score (𝑦̅). Er
wordt gekeken in hoeverre dit afwijkt van het gemiddelde en dat wordt gekwadrateerd. De
gekwadrateerde deviatie tel je op, dan krijg je een totaalmaat voor hoeveel alle personen in de
steekproef afwijken van het gemiddelde. De kwadratensom is niet gestandaardiseerd. Dat wordt
gedaan met de standaarddeviatie en variantie.
Je deelt de kwadratensom door n-1. Dan krijg je de S kwadraat (de steekproefvariantie). Als je hier de
wortel van neemt, krijg je de standaarddeviatie. Dat is een gestandaardiseerde maat voor de
verspreiding in de data.
Bij A is de standaarddeviatie het grootste. Bij A komen extreme scores vaker voor. De spreiding is
groot. Bij B liggen veel mensen rondom het gemiddelde, met kleine deviatiescores. Bij B is daarom
minder spreiding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 614148. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.