Samenvatting Uitgewerkte leerdoelen H19 Human Physiology - Nieren
3 views 0 purchase
Course
Dierfysiologie (BB2DIFY17)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Human Physiology
In dit document zijn de leerdoelen uitgewerkt van H19 uit het boek Human Physiology. Ook zijn de concept checks uitgebreid uitgewerkt. Het document geeft een goed overzicht van het hoofdstuk.
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All Chapters 1 to 26 complete Verified editon ISBN:9781292259543
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All 1-26 Chapters Covered ,Latest Edition, ISBN:9781292259543
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Edition by Silverthorn, All Chapters 1 to 26 complete Verified editon ISBN: 9781292259543
All for this textbook (44)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Dierfysiologie (BB2DIFY17)
All documents for this subject (33)
Seller
Follow
lennekemelissen
Reviews received
Content preview
Uitgewerkte leerdoelen H19 – The kidneys
List and describe the six functions of the kidneys
Als we het hebben over de functie van de nieren, dan hebben we het vaak over het verwijderen van
afvalproducten uit ons lichaam. Dit is één van de functies, maar de belangrijkste is eigenlijk het
onderhouden van de homeostase van water en de ionen concentratie in het lichaam, ook wel
elektrolyten balans genoemd.
De 6 functies van de nieren zijn:
1. Regulatie van het extracellulaire vloeistof volume en daarbij de bloeddruk
a. Zodra het extracellulaire vloeistof volume daalt, dan daalt daarbij ook de bloeddruk.
Deze balans moet wel in orde zijn, want bij een te lage bloeddruk kan het lichaam
niet optimaal worden voorzien van bloed. Het cardiovasculair systeem werkt dus
nauw samen met de nieren.
2. Regulatie van de osmolariteit
a. De functies van de nieren integreren ook met je gedrag. Zo kan er een signaal voor
dorst worden afgegeven om de bloedosmolariteit op peil te houden (290 mOsM).
3. Behoud van de ionbalans
a. De nieren houden belangrijke ionen binnen een bepaalde concentratie range. Ze
reguleren wat wordt uitgescheiden van de ionen en wat er weer moet worden
opgenomen. Belangrijke ionen zijn o.a. natrium, kalium en calcium.
4. Homeostatische regulatie van de pH
a. De pH van het plasma moet in een nauwe range blijven. De nieren moeten daarom
de uitscheiding / opname van H+ en HCO3- (buffer) nauw reguleren. Wel is dit een
langzame respons op pH veranderingen (longen kunnen dit sneller reguleren).
5. Uitscheiding van afvalproducten
a. Lichaamsvreemde stoffen worden uitgescheiden door de nieren, maar ook
afvalstoffen van het lichaam zelf, zoals creatinine en ureum. Ook worden hormonen
of een teveel aan een bepaalde stof uitgescheiden.
6. Productie van hormonen
a. De nieren produceren ook hormonen, zoals onder andere renine.
Trace the anatomical path of a drop of water from Bowman’s capsule to urine leaving the body
De route van een druppel water begint in het bloedplasma. Vandaar wordt het overgebracht het
nefron in. Vanaf nu heet de vloeistof dat daar aanwezig is al urine. Daar vervolgt het zijn route door
de nieren heen naar de ureter richting de blaas, waar het vervolgens via de urethra wordt
uitgescheiden. Bij vrouwen is de urethra een stukje korter, waardoor zij ook een grotere kans hebben
op blaasontsteking. Vaak wordt dit veroorzaakt door de E.coli bacterie dat aanwezig is in de darmen.
In de darmen is deze bacterie niet schadelijk, maar in de blaas is deze dat wel.
Waar zitten de nieren in het lichaam?
Je hebt twee nieren en beide liggen ze aan allebei
de kanten van het ruggenmerg ter hoogte van de 11
en 12 rib (net boven je heup). Ze zitten dus onder
het diafragma, maar liggen haast buiten het
abdomen. Ze liggen tussen het peritoneum (het
membraan dat het abdomen omgeeft) en de spieren
en botten van de rug.
Hoe ziet een nefron eruit?
De nier bestaat uit twee lagen, de buitenste laag is
de cortex en binnenin zit de medulla. In deze lagen
, zitten nefronen. Je hebt ook weer twee soorten nefronen, 80% zijn de corticale nefronen (welke
voornamelijk in de cortex zitten) en de andere 20% zijn de juxta-medullaire nefronen (deze lopen
verder door ook de medulla in). Een nefron is de functionele eenheid van de nier.
Trace a drop of blood from the renal artery to the
renal vein
Bloed komt via de aorta en de nierslagader bij de
nieren terecht en het stroomt weer weg via de
nierader richting de vena cava. Eenmaal
aangekomen in de nierslagader stroomt het naar
de kleinere arteries en vervolgens naar de
arteriolen in de cortex van de nier. Hier vormen de
bloedvaten een poortsysteem (dus hier heb je
twee capillairbedden achter elkaar; eerst de
glomerulus en daarna de peritubulaire capillairen
en vasa recta). De route die een druppel bloed
aflegt is hiernaast weergegeven.
In het renale poortsysteem stroomt het bloed van
de renale arterie naar het afferente arteriool. Hier gaat het het eerste capillair bed in, de glomerulus,
en daarna stroomt het naar het efferente arteriool. Dan stroomt het naar het tweede capillaire bed,
de peritubulaire capillairen die om de tubules heen liggen. Bij de juxtamedullaire nefronen zijn de
peritubulaire capillairen ook langer en gaan ze diep de medulla in. Deze bloedvaten worden dan vasa
recta genoemd. Daarna gaan de peritubulaire capillairen over in de venulen en daarna de venen
richting de nierader.
Diagram the anatomical relationship between the vascular and tubular elements of the nephron
De nier bestaat uit een enkele epitheel laag. Aan de apicale kant
zitten er microvilli en de basale kant zit vast aan het
basaalmembraan. Het kapsel van Bowman is een soort holle bal die
om de glomerulus heen ligt. Het endotheel van de glomerulus is
gefuseerd met het epitheel van de kapsel van Bowman. De
combinatie van het kapsel van Bowman en de glomerulus wordt het
nierlichaampje / malpighisch lichaam genoemd.
Vanaf het kapsel van Bowman gaat de gefiltreerde vloeistof naar de
proximale tubulus. Daarna naar het dalende en stijgende been van
de lus van Henle en komt vervolgens via de distale tubulus uit in de
collecting duct. De distale tubulus en de collecting duct tezamen
heet het distale nefron.
Describe the three processes of the nephron
De drie processen die in een nefron plaatsvinden zijn filtratie,
reabsorptie en secretie.
Filtratie is het verplaatsen van vloeistof vanuit het bloed naar het
lumen van een nefron. Filtratie vindt alleen plaats in het
nierlichaampje. Alle vloeistof dat in het lumen van een nefron
terecht komt, wordt uitgescheiden mits het gereabsorbeerd
wordt. Reabsorptie is dus juist het verplaatsen van substanties
uit het filtraat naar het bloed toe. Het bloed kan later ook nog
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lennekemelissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.