10.1 Moeilijkheden in de werkwoordsspelling
In spontaan schriftelijk taalgebruik worden verreweg de meeste fouten gemaakt tegen de verdubbelingsregel. In de top 5 van
spelfouten komen de fouten in de spelling van werkwoorden pas op de vierde plaats (waarschijnlijk omdat werkwoorden waarvan
de stam op een –d of –t eindigt in schrifteiljk taalgebruik weinig voorkomen). Het grootste deel kan vai de fonologische strategie
worden gespeld.
De moeilijkheden bij de werkwoordsspelling liggen voornamelijk bij de werkwoorden met een stam op –d of –t. het gaat om vormen
als wordt, antwoordde, wachtte etc. Er zijn vele redenen waarom deze werkwoordsvormen als lastig worden ervaren. De
belangrijkste factoren zijn:
1. De spelling van de werkwoorden wordt bepaald door verschillende spellingprincipes.
2. Bij de werkwoordsspelling wordt een beroep gedaan op grammaticaal inzicht.
3. De werkwoordsspelling wordt vaak op een verkeerde manier aangeleerd.
Voorbeeld: vindt (vinden)
1. De spelling van de werkwoorden wordt bepaald door verschillende spellingprincipes
Je schrijft een –d vanwege de regel van de gelijkvormigheid. Omdat ook de vorm vinden voorkomt, waarin de –d te horen is,
schrijven we in het werkwoord altijd een d. De –t heeft te maken met de regel van de overeenkomst. We schrijven vindt met een –t,
omdat we dat in werkt ook doen. Voor één klank, moeten we twee verschillende letters schrijven en moeten we twee regels
toepassen om tot de juiste schrijfwijze te komen. Om het nog ingewikkelder te maken, moeten deze regels ook nog in de juiste
volgorde worden toegepast: eerst gelijkvormigheid en daarna de overeenkomst.
2. Bij de werkwoordsspelling wordt een beroep gedaan op grammaticaal inzicht
Bij het correct schrijven van de werkwoorden met een stam die eindigt op een –t of een –d moet je twee regels in een vaste
volgorde toepassen. Er komt echter nog een moeilijkheid bij. De spelling van een werkwoord is ook afhankelijk van andere
woorden in de zin. Je moet nagaan wat het bijbehorende onderwerp is. Is ‘ik’ het onderwerp, dan moet je alleen de regel van de
gelijkvormigheid toepassen. Is het onderwerp ‘jij’, dan moet je ook de regel van de overeenkomst gebruiken. Staat het onderwerp
‘jij’ achter de werkwoordsvorm, dan moet het juist weer niet en schrijf je alleen de –d. Je moet ook weten dat een onderwerp als
‘die gezellige tante’ hetzelfde soort onderwerp is als hij of zij.
Je moet niet alleen rekening houden met het onderwerp. De regel van overeenkomst moet je alleen toepassen op
persoonsvormen. Kennis van de begrippen ‘persoonsvorm’ en ‘onderwerp’ is dus noodzakelijk.
3. De werkwoordsspelling wordt vaak op een verkeerde manier aangeleerd
Er is nog geen overeenstemming over hoe we het best de werkwoordsspelling kunnen aanleren. Er worden verschillende
benaderingswijzen door en naast elkaar gebruikt. Toch zijn de meeste het er nu wel over eens dat voor de werkwoordsspelling het
herkennen van de persoonsvorm essentieel is. Alleen voor de spelling van de persoonsvorm gelden namelijk speciale regels. Alle
andere werkwoordsvormen vallen onder de normale spellingregels.
Men is het er ook over eens dat je de spelling van de persoonsvorm het best kun aanleren via een algoritme. Alleen in de
uitwerking zijn er verschillen. Elke methode heeft een eigen algoritme en dat maakt de situatie niet duidelijker.
10.2 De didactiek van de werkwoordsspelling
Er zijn drie verschillende manieren om de werkwoordsspelling aan te leren en binnen elke benaderingswijze bestaan nog weer
verschillende varianten. Alle benaderingen proberen kinderen te leren hoe het systeem van de werkwoordsspelling in elkaar zit.
Het gaat om de:
1. De regelmethode.
2. De analogiemethode.
3. De algortimische methode.
10.2.1 De regelmethode
Eerst worden de regels voor de vorming van werkwoorden aangeleerd en vervolgens moet een leerling in alle voorkomende
gevallen uitmaken welke regel van toepassing is. De regels worden gefaseerd aangeleerd: eerst de tegenwoordige tijd, dan de
verleden tijd etc.
Het aanleren van regels heeft belangrijke voordelen:
- Regels voor de werkwoorden zijn op elk werkwoord toepasbaar en bovendien geven ze inzicht in de systematiek van de spelling
van de persoonsvorm.
Leerlingen hebben weinig affiniteit met regels en raken vaak in de war door de hoeveelheid regels. De regels voor de spelling van
de gewone woorden kennen vrijwel geen uitzondering: ze zijn altijd toepasbaar. Maar bij spelling van werkwoorden is het niet altijd
nodig regels toe te passen. Via de fonologische strategie kan veel goed worden geschreven.
Er kan bij kinderen bij moeilijke woorden onzekerheid optreden. Dan kan gemakkelijk overgeneralisatie een rol gaan spelen. Een
kind schrijft bijvoorbeeld ‘respecteerdt’ omdat hij het idee heeft dat je als het moeilijk wordt, maar beter dt kunt schrijven. Veel
kinderen hebben dus niet door dat ze de regelsalleen moeten toepassen bij werkvormen met een stam die eindigt op een –d of een
–t. Het gevolg is dat er willekeurig regels worden toegepast.
De regelmethode in haar zuivere vorm wordt niet gebruikt in het onderwijs. Wel wordt het toepassen van regels vaak gecombineerd
met het gebruik van een algoritme.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller keeltjerepelsteeltje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.