Samenvatting van het boek Sociologie voor de praktijk van Klaas J. Hoeksema en Siep van der Werf. Uitgeverij Coutinho, achtste druk. De hoofdstukken die behandelt worden zijn hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 8.
Samenvatting sociologie
Hoofdstuk 1 inleiding
1.1 Inleiding
Professionals hebben in hun werk altijd te maken met mensen. Er zullen regelmatig probleemsituaties
of conflicten zijn die opgelost moeten worden. Inzicht in de manier waarop menselijke betrekkingen
verlopen is dan onmisbaar. Deze menselijke betrekkingen en het gedraag dat daarop voortvloeit is het
onderwerp van de sociologie. De sociologie gaat om de vraag: hoe slagen mensen erin samen te
leven? Met nadruk op samen.
De sociologie is niet de enige wetenschap die zich richt op het menselijk gedrag en de menselijke
betrekkingen. Andere menswetenschappen zijn:
- Psychologie: Onderzoek naar gedrag en gevoelens bij dat gedrag vanuit het individuele
gezichtspunt;
- Economie: Onderzoek naar de wijze waarop de productie en distributie van schaarse goederen in
de samenleving worden geregeld;
- Politicologie: Onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de
samenleving.
En om het rijtje compleet te maken:
- Sociologie: Onderzoek naar gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijk
gezichtspunt. Het helpt om achtergronden van problemen te leren begrijpen.
1.2 Wat ‘doet’ sociologie?
Een van de grondleggers van de westerse sociologie is de Franse filosoof Augustus Comté (1798-
1857). Hij benadrukte dat het ongefundeerde ‘geloven’ vervangen moest worden met
wetenschappelijke inzichten. Alleen waren er toen veel (kerkelijke) machthebbers die dit zagen als een
bedreiging op hun status waardoor dit niet goed viel. Daarnaast laat de sociologie zien dat menselijke
betrekkingen binnen de samenleving niet door de natuur of god opgelegd zijn maar door het resultaat
van het menselijk handelen zelf.
Sociologie heeft verschillende functies. Een belangrijke is het blootleggen van (machts)verhoudingen.
Deze ideologiekritiek maakt de sociologie niet altijd even populair en zorgt ervoor dat het een
omstreden tak is binnen de wetenschap.
De sociologie als wetenschap geeft inzicht in menselijk gedrag en is dus goed bruikbaar om de
samenleving te besturen. Dit noemen we de beheersende functie. Het is wel zo dat het manipulerend
gebruikt kan worden maar daar tegenover ook op een hele goeie manier.
Ten slotte heeft het een ordenende functie. Dat houdt in in onoverzichtelijke situaties een samenhang
aanbrengen zodat het overzichtelijker en begrijpelijker word en bijvoorbeeld in een maatschappelijke
context geplaatst kan worden.
Eigenlijk is iedereen wel een beetje socioloog. Van sociologie wordt alleen wel is gedacht dat het de
wetenschap is die formuleert wat iedereen weet maar niemand op een manier dat niemand het meer
begrijpt. Sociologische kennis is namelijk gebasseerd op onderzoeksmateriaal en theorievorming
daarover. Wat iedereen denkt te weten word in twijfel getrokken. Ook is het zo dat als een socioloog
komt met iets wat het vooroordeel bevestigd al zijn werk als onzin word genoemd omdat het toch
allang bekend was. Komt hij met iets nieuws dan kan het niet kloppen. Het gezonde verstand kan het
niet fout hebben toch? De grote vraag bij dit vooroordeel is alleen wie is iedereen?
,Individuen denken vaak dat ze dingen doen uit eigen beslissing maar er zit vaak een maatschappelijke
logica achter. Wright Mills gebruikt hiervoor de term sociologische verbeeldingskracht voor. Je moet
problemen, situaties en persoonlijke ervaringen leren zien in hoe de maatschappij functioneert. Dan
pas kan je er goed mee omgaan. Ook beschreef hij dat private troubles veranderen in public issues.
De socioloog Kees Schuyt (1997) geeft 6 criteria om een probleem als sociologisch relevent te
identificeren:
1. Er moeten meerdere het probleem hebben
2. Het moet persoonlijke problemen opleveren
3. Het moet samenhangen met andere problemen
4. Het is niet tijdelijk en komt constant voor
5. Het moet bovenpersoonlijke redenen hebben
6. Het moet tegen serieuze waarden in gaan
Bijvoorbeeld: werkloosheid
1.4 Individu en de samenleving
Een van de belangrijkste taken van de sociologie is om er achter te komen in wat voor samenleving de
mens leeft. Niet alleen om overzicht te krijgen maar ook om daarmee nieuwe of andere
leefomstandigheden te begrijpen en te bedenken. Zo zou je je eigen leefmilieu kunnen beïnvloeden.
Mensen worden door hun samenleving gevormd maar vormen ook de samenleving weer.
Een pasgeboren baby is sociaal gezien een onbeschreven blad. Er zijn al wel erfelijke dingen zoals
karkater en persoonlijkheid te zien maar sociologisch zijn vooral de geschiedenis, plaats en milieu van
de familie belangrijk. Zo zie je hoe die factoren invloed hebben op het ouder en volwassen worden en
hoe dit de samenleving beïnvloed of veranderd. Dit vermogen is belangrijk en gaat om macht.
Dit boek is opgedeeld in 3 delen die verband met elkaar hebben: Cultuur, structuur en sociale
verandering. Als het in dit boek gaat om macht dan gaat het om deze 3 dingen:
1. Het vermogen om doelstelling in de toekomst te formuleren
2. Het vermogen om daarvoor middelen te gebruiken
3. Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen
Hoofdstuk 2 Socialisatie
2.2 Socialisatie
Kinderen die net geboren worden zijn nog een onbeschreven blad, een tabula rasa. Ze vormen zich
volledig naar de verwachten van hun ouders. Ook wordt er daarom gezegd dat het kind niet vanuit
zich goed of slecht is. Hoe kinderen worden hangt van wat ze van andere mensen leren. De laatste
jaren wordt dit steeds minder aangenomen. Kinderen hebben een eigen persoonlijk en dat leer je niet
van je ouders. Toch blijft de invloed van de omgeving wel erg groot. Om het gedrag van mensen te
kunnen verklaren wordt er daarom gekeken naar wat ze aangeleerd wordt en daarnaast te kijken naar
wat aangeboren gedrag is. Dit is het nature-nurture debat.
Het proces waarin mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante groepen wordt
socialisatie genoemd. Deze socialisatie begint al bij de geboorte, sommige pedagogen zeggen zelfs al
voor de geboorte. Er komen steeds meer socialisators en socialiserende instanties bij naast de ouders
zoals bijvoorbeeld school, sport of kerk. Het socialiseren lijkt iets van zelfsprekends maar later leren
we bewuster wat er van ons verwacht wordt. Je leert naast feitelijke gegevens ook opvattingen over
hoe iets hoort. Bij opvattingen wordt onderscheid gemaakt tussen waarden en normen.
, 2.3 Waarden
Onder waarden verstaan we de met andere gedeelde voorstelling over wat goed is. Waarden zijn vaag
of abstract zoals vredelievendheid, rechtvaardigheid, veiligheid, rechtvaardigheid of eerlijkheid.
Waarden scheppen binnen groeperingen samenhang. Per groepering bestaan er verschillen in
opvatting over welke waarden wel of niet gelden en welke waarden belangrijker zijn dan andere
waarden. Er zijn ook verschillen in culturen. Je hebt de wij-cultuur dat is groepsgericht en de ik-cultuur
dat is persoonsgericht zoals tegenwoordig in de westerse culturen veel voorkomt. Ooit was er in
Nederland ook een wij-cultuur maar het is hier minder belangrijk geworden om bij een groep te
worden. Er is minder sociale cohesie, minder sociale samenhang. Wat voor de ene groepering
belangrijk is kan voor de andere juist als slecht worden gezien. Zo worden in de ene cultuur vrouwen
veel meer geaccepteerd dan in de ander.
Seksualiteit speelt in alle culturen een grote rol. In sommige culturen mogen vrouwen geen lust
opwekken terwijl ze in een andere cultuur juist wel hoog scoren als aantrekkelijke sexy ladies.
Wanneer waarden worden omgezet in een visie op de toekomst of een gewenste
ontwikkelingsrichting spreken we over doelen. Een doel is een denkbeeldige toekomstige situatie die
wij nastreven. We leren in onze socialisatie doelen te stellen: carrière maken, een relatie met je
kinderen opbouwen, als goed gelovige moslim moet je minsten een keer in je leven de hadj, de
bedevaart naar Mekka, maken.
Aan waarden zijn 2 aspecten te onderscheiden: hoe erover gepraat wordt, zeg-gedrag, en wat er
gedaan wordt, doe-gedrag. Of we ons aan de waarden houden hangt af van de situatie. Een
mensenleven is heilig maar soms worden er toch levens opgeofferd om andere levens te redden.
Waarden zijn dus onvoorwaardelijk.
2.4 Normen
Waarden worden voor dagelijks gebruik omgezet in normen. Normen zijn concrete gedragsregels die
aangeven wat verwacht wordt in een bepaalde situatie, wat je moet doen of juist niet moet doen. De
waarde beleefdheid kan bijvoorbeeld de normen mensen niet in de rede of wachten in de winkel op je
beurt hebben.
Eenzelfde waarde kan in verschillende groeperingen in hele uiteenlopende normen opleveren.
Normen zijn normaal in een groep en lijken vaak nogal absoluut, zo hoort het hier. Tussen groepen
kan dit dus alleen wel heel erg verschillen. Normen kunnen ook met de tijd veranderen of minder
belangrijk worden.
Normen zijn te onderscheiden in:
- Morele normen over goed en kwaad
- Juridische normen over legaal of niet legaal
- Sociale normen over gepast of ongepast
2.5 Bewust en niet-bewust gedrag
We kunnen ons eigen gedrag vaak maar slecht begrijpen en er zelf nauwelijks afstand van nemen. Pas
in een groep komen worden we bewust van onze eigen normen en waarden. Als klein kind leer je al
hoe het hoort en we denken daar verder niet over na. Je maakt het je eigen. Het proces waarin je je
verwacht gedrag eigen maakt en denkt dat het uit jezelf komt zonder dat je er over nadenkt en het
dus automatisch doet wordt internalisering genoemd. Dit gedrag kan zo sterk zijn dat je het vervelend
vindt om er van af te wijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Melissa1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.