3.1 Inleiding
Sociaal systeem: klemtoon op culturele componenten van een sociale context
Sociale structuur: klemtoon op structuurelementen
= een geheel van posities binnen groeperingen + de min of meer duurzame relaties
tussen die posities alsook tussen de groeperingen onderling.
vb: netwerken
Organisatie => een specifieke groeperingsvorm met formeel geëxpliciteerde structuurelementen
3.2 De organisatie: definitie
Organisatie = een min of meer hiërarchisch gestructureerde groepering die bewust tot stand
gebracht is om bepaalde doelen te realiseren.
organisaties bestaan omdat ze telkens hun doel bereiken
Vb: bedrijven
Delen definitie: groepering, gestructureerd, min of meer hiërarchisch, doelen realiseren
3.2.1 Organisatie als groepering
Organisaties zijn collectiviteiten door doelrationaliteit en instrumentaliteit
3.2.2 Organisaties als een gestructureerde groepering
3.2.2.1 Formele structuur (organisatie van bovenuit)
Organisaties zijn gestructureerde groeperingen die expliciet tot uiting komt in de
formele structuur.
Formele structuur = - het geheel van posities dat door de leiding officieel is uitgetekend met
de bedoeling om de doelstellingen van een organisatie te realiseren.
- relaties tussen posities (werkverdeling, ...) worden vastgelegd
deze 2 puntjes worden uitgetekend in een organigram
De formele structuur omvat allerlei reglementen en statuten (werkregels, doelen, sancties)
3 deelstructuren van de formele structuur:
1. Machts- en gezagsstructuur
= tekent uit hoe elk lid van de organisatie zich verhoudt tot de bron van legitiem gezag
-> wie zijn de ondergeschikten, de oversten?
-> wie heeft welke bevoegdheden?
-> waar vindt de besluitvorming plaats?
2. Taakstructuur
= brengt functieverdeling in kaart (arbeidsverdeling)
-> wie heeft welke taak om doelen te bereiken
3. Middelenstructuur
= geeft weer wie over welke middelen, bronnen, methoden en technieken kan beschikken
in de uitoefening vd zaak.
3 Kenmerken van een formele structuur
, 1. Formalisatie
zijn er geschreven regels, is het organigram goed uitgetekend
-> zwakke formalisatie: vrijetijdsverenigingen
-> sterke formalisatie: ziekenhuizen, bedrijven
2. Differentiatie
differentiatieprocessen leiden tot toenemende structurele complexiteit
-> horizontale / functionele differentiatie / rollenverdeling: taakstructuur
= verscheidenheid van posities zonder hiërarchische niveaus
-> verticale / rangdifferentiatie / sociale hiërarchie: machts- en gezagsstructuur
= verschillende hiërarchische niveaus
-> geografische differentiatie: geografische verspreiding van organisaties en leden
3. Machtsverdeling
gebeurt de besluitvorming centraal of niet (wie beslist wat en hoe?)
-> hoe democratischer een organisatie, hoe meer decentralisatie er is in de besluitsvorming
3 Functies van een formele structuur:
1. Bestaansreden van de organisatie (prioriteit)
doelen bereiken / verwezenlijken
2. Opvangen vd variatie die leden kenmerkt via omlijnde structuren aan te bieden
3. biedt een raamwerk waar iedereen zijn steentje kan bijdragen om doelen te bereiken
individuele inspanningen worden afgestemd op elkaar en tot een geheel gebracht
3.2.2.2 informele structuur (organisatie van onderop)
Feitelijke gedragingen vd positiebekleders komen niet volledig overeen met formele voorschriften
- onpersoonlijke en formele contacten en formele contacten vriendschappen
Feitelijke sociale structuur bestaat uit de onpersoonlijke formele structuur + persoonlijke
informele structuur.
Studie vd Hawnthorne fabriek (Chicago) Bank Wiring Observation Room Group
Nagaan wat het effect van de formele en informele structuur op een kleine groep arbeiders
- Formele structuur: 3 werkeenheden + 2 inspectie-eenheden
Geen wisseling in taken en elkaar niet helpen
Loonsysteem = individueel o.b.v. prestaties + toelage o.b.v. totale
productie
Doel = productie verhogen omdat loon dan zou stijgen
- Informele structuur: arbeiders ontwikkelden eigen normen en methoden van sociale controle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zohermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.