100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biogenie: thema 5 - evolutie van soorten $4.22
Add to cart

Summary

Samenvatting Biogenie: thema 5 - evolutie van soorten

 1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van Biogenie 5.2/6.2 - THEMA 5: evolutie van soorten 1. Het begrip ‘soort’ 2. Evolutietheorie van Jean-Baptiste Lamarck (lamarckisme) 3. Evolutie volgens Charles Darwin 4. Moderne evolutietheorie (neodarwinisme) 5. Gegevens over het evolutieverl...

[Show more]

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Hoofdstuk 5
  • July 1, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • Unknown
  • 5
avatar-seller
EVOLUTIE VAN SOORTEN
1. HET BEGRIP SOORT
1.1 Wat is een soort?
= groep individuen die morfologisch sterk op elkaar gelijken en zich onderling kunnen voortplanten,
een vruchtbaar nageslacht voortbrengen

tussen 2 verschillende soorten is er een voortplantingsbarrière (geen uitwisseling van genen)
soorten definiëren is geen eenvoudige kwestie (geen precies punt):
- paard + ezel ⇒ muildier, maar ze zijn steriel, dus 2 verschillende soorten
- poedel en Duitse herder, beide soort hond, maar veel verschillende morfologische kenmerken
- tjiftjaf en fitis lijken sterk op elkaar, toch 2 verschillende soorten

1.2 Geografische ondersoorten
= populatie v/e soort is geografisch gescheiden vd rest en er ook duidelijk van te onderscheiden

2 individuen die tot eenzelfde soort behoren, maar tot een verschillende geografische ondersoort,
kunnen met elkaar kruisen en vruchtbare nakomelingen krijgen (genen worden uitgewisseld)

1.3 Rassen
= populatie die een beetje afwijkt van andere populaties binnen een soort

2. EVOLUTIETHEORIE VAN JEAN-BAPTISTE DE LAMARCK (LAMARCKISME)
Lamarcks theorie bestaat uit 2 elementen
- principe van gebruik en onbruik van lichaamsdelen: lichaamsdelen die veel gebruikt
worden, worden groter en sterker / lichaamsdeel dat niet gebruikt wordt zal zwakker worden
- verworven eigenschappen zijn erfelijk

vb: giraf - vroeger hadden ze een korte nek, maar doordat ze heel hun leven hun nek gerekt hadden,
hadden de jongen ook een lange hals gekregen (modificatie) en dat werd steeds doorgegeven

zijn theorie was niet bevredigend, omdat het geen verklaring gaf voor het mechanisme achter de
evolutie, later bleek ook dat verworven eigenschappen niet altijd erfelijk zijn
toch wordt hij als eerste gezien die het denkbeeld v/e geleidelijke evolutie heeft ontwikkeld
evolutie wordt gestuurd door het innerlijke streven van organismen

3. EVOLUTIE VOLGENS CHARLES DARWIN
3.1 Darwins reis met de Beagle
Darwin werd uitgenodigd als natuuronderzoeker een wereldreis (5 jaar) te maken met de Beagle
de voornaamste taak was de kustlijnen van Zuid-Amerika in kaartbrengen, terwijl Darwin de lokale
fauna en flora ging bestuderen

3.2 De darwinvinken van de Galapagoseilanden
de Galapagoseilanden = vulkanische archipel in de Stille Oceaan, pal op de evenaar
hij trof er dieren en planten aan die nergens anders ter wereld voorkwamen, hij verzamelde een
aantal vogels = darwinvinken
de darwinvinken van elk eiland waren verschillend, vooral de snavels
Darwin besefte dat de vinken zich aan de verschillende ecologische omstandigheden hadden
aangepast en door geografische spreiding waren er verschillende soorten ontstaan
uit genetisch onderzoek bleek dat ze nauw met elkaar verwant zijn

, 3.3 Argumenten voor Darwins evolutietheorie
naast zijn gegevens vd reis (Beagle) verzamelde hij bewijsmateriaal uit verschillende vakdisciplines

3.3.1 Argumenten uit de geologie
geologie werd gedomineerd door catastrofisme (alles veroorzaakt door catastrofes), ook was toen
de aarde niet meer dan 6000 jaar oud
Darwin meende eerst dat soorten onveranderlijk waren = fixisme
volgens Charles Lyell verandert het aardoppervlak voortdurend en was de aarde veel ouder

actualiteitsprincipe = planten, dieren en Aarde veranderen maar we merken het niet of nauwelijks
omdat het zo langzaam gaat
dankzij aardbevingen besloot Darwin dat het aardoppervlak idd voortdurend verandert & organismen
gedwongen worden zich aan die veranderingen aan te passen

3.3.2 Argumenten uit de embryologie
embryo’s van gewervelde dieren zijn in de beginfase in grote lijnen gelijk, maar bij verdere
ontwikkeling van embryo's naar foetussen treden meer en meer verschillen op
⇒ volgens Darwin stammen alle diergroepen af van een gemeenschappelijke voorouder

3.3.3 Argumenten uit de (vergelijkende) anatomie
homologe organen: opgebouwd volgens hetzelfde schema, maar wel met andere functies
en dus aangepast aan de levenswijze (vliegend, lopend, zwemmend)
⇒ gemeenschappelijke voorouder

rudimentaire organen: organen die hun functie verloren hebben
- bekkengordel bij walvissen: overblijfselen van landzoogdieren waaruit de zeezoogdieren
geëvolueerd zijn
- pootresten bij slangen: overblijfselen van reptielen waaruit slangen geëvolueerd zijn

rudimentaire organen bij de mens
- oorspieren - verstandskiezen
- overblijfsel vh knipvlies aan de ogen - appendix
- lichaamsbeharing - staartbeen

3.3.4 Argumenten uit de paleontologie
paleontologie = studie van fossielen ⇒ fossielen moeten voorlopers vd huidige dieren zijn geweest
(hij vond een fossiel dat verwant was met nog levende dieren)

3.3.5 Argumenten uit de biogeografie
biogeografie = bestudeert de verspreiding van organismen op aarde

verspreiding is niet homogeen, dieren op sterk gelijkende archipels verschilden veel van elkaar
maar de dieren van de ene archipel leken wel op verwante soorten in het continent ernaast
⇒ eilandbewoners en aanverwante soorten op het continent bezitten een gemeenschappelijke
voorouder op het vasteland

3.4 Natuurlijke selectie als evolutiemechanisme (darwinisme)
3.4.1 Kunstmatige selectie
dierenfokkers kregen een grote variatie in duiven- en hondenrassen door middel van teeltkeuze en
veredeling, de sleutel tot die variatie was kunstmatige selectie

3.4.2 De strijd om het bestaan
volgens de ‘Essay on the principles of population’ van Thomas Malthus, groeien populaties sneller
dan ze kunnen worden gevoed = struggle for life (strijd om te overleven)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lolaatje179. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75341 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.22  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added