100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 6 $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 6

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de leerdoelen van probleem 6

Preview 2 out of 5  pages

  • July 1, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Probleem 6 – Overmand door emoties

Leerdoelen:

Leerdoel 1: Wat zijn emoties en welke emoties zijn er? Informatie over de neurowetenschap en de rol van
verschillende hersengebieden bij emoties hoeven hier niet besproken te worden.

 Emoties: viervoudig proces dat te maken heeft met fysiologische arousal, cognitieve interpretatie,
subjectieve gevoelens en gedragsmatige expressie:
 Fysiologische arousal: bij emotie horen ook gevoelens van lust of onlust, lichamelijke sensaties die
typerend zijn voor emoties.
 Cognitieve interpretatie: een gebeurtenis krijgt een bepaalde betekenis die tot een emotie kan leiden.
 Subjectieve gevoelens: die resulterende emotie kan voor verschillende mensen hetzelfde zijn, maar is
vaker verschillend en wordt ook verschillend benoemd.
 Gedragsmatige expressie: een emotie zorgt voor een reactie op de gebeurtenis.
 Elementaire emoties:
 Primaire emoties: de pure emoties: vreugde, angst, verbazing, boosheid, verdriet en onbehagen.
 Secundaire emoties: de emoties die een relatie tot de context en/of omgeving hebben: trots,
schaamte, medelijden, hoop, onzekerheid etc.

Leerdoel 2: Hoe werken emoties?

 Emoties dienen als toestand van arousal, die het signaal vormt voor een belangrijke gebeurtenis.
 Emoties dienen als hulpmiddel voor het organisme om situaties snel te beoordelen als ze zich opnieuw
voordoen.
 Positieve emoties: de emoties die aanzetten tot toenaderen en die een persoon, voorwerp of situatie
aantrekkelijk maken.
 Negatieve emoties: gaan gepaard met afwijzing of vermijding.
 Expressie van emotie: de mensheid beschikt over een aantal universele emotionele uitdrukkingen.
 Uitingsregels: de manieren waarop emoties in een bepaalde samenleving geuit mogen worden.
 Cultuur beïnvloedt de interpretaties van emotionele uitdrukkingen.
 Waar komen emoties vandaan: twee emotionele banen in de hersenen.
 James-lange-theorie: de theorie dat een emotieoproepende stimulus eerst een lichamelijke respons
veroorzaakt, die vervolgens een emotie produceert.
 Cannon-Bard-theorie: theorie die stelt, dat een emotioneel gevoel en een interne fysiologische
respons tegelijkertijd plaatsvinden. De een is niet de oorzaak van de ander.
 Tweefactortheorie: stelt dat de emoties die we ervaren afhankelijk zijn van onze inschatting van de
interne lichamelijke toestand en de externe situatie waarin we ons bevinden.
 SAME-model: emotionele responsen variëren van meteen tot vertraagd, gebaseerd op de hoeveelheid
cognitieve processen die ervoor nodig zijn.
 Emoties die geassocieerd worden met een set fysieke responsen, ontstaan snel.
 Emoties die geassocieerd worden met meer algemene arousal, ontstaan langzaam.
 Appraisal theorie: emoties beginnen met de detectie en het begrijpen van stimuli die relevant zijn
voor het persoonlijk welzijn.
 Het beheersen van emoties: vereist een bepaald soort intelligentie: emotionele intelligentie: vier
onderdelen:
 Het waarnemen van emoties: het vermogen om bij zichzelf en anderen emoties te detecteren en te
interpreteren.
 Het gebruiken van emoties: het vermogen om de eigen emoties in te zetten voor denken en
probleemoplossing.
 Het begrijpen van emoties: het vermogen complexe relaties tussen emoties te begrijpen, of de wijze
waarop twee mensen verschillende emotionele reacties hebben op dezelfde gebeurtenis.
 Het beheersen van emoties: het vermogen de eigen emoties te reguleren en die van anderen te
beïnvloeden.

Leerdoel 3: Wat is stress en wat zijn de lichamelijke effecten van stress?

 Stress: een lichamelijke en psychische respons op een uitdaging of een bedreigende situatie.
 Stressoren: stressvolle stimuli of situaties. Soorten:

,  Traumatische stressoren: een situatie die iemands geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigt
en daardoor gevoelens van angst, afschuw of hulpeloosheid oproept. Soorten:
 Catastrofale gebeurtenissen: een plotselinge, gewelddadige ramp – hetzij ontstaan ten
gevolge van een natuurlijk fenomeen, hetzij door de mens aangericht – die een trauma
veroorzaakt.
 Terrorisme: een type geweld dat of dreiging die het werk is van mensen die de maatschappij
willen ontwrichten door angst en gevaar te veroorzaken.
 Distress: een belastende emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige reactie, die veroorzaakt wordt
door een externe stressor, en die onderdeel kan zijn van stress.
 Positieve stress: stress die leidt tot groei.
 Negatieve stress: stress die negatieve gevolgen heeft.
 Cognitieve beoordeling: onze interpretatie van een stimulus en onze middelen die helpen om te gaan
met deze interpretatie.
 Lichamelijke effecten:
 Fight-or-flightreactie: reeks interne processen die het organisme voorbereiden op een gevecht of
vlucht, en die in gang wordt gezet als een situatie als bedreigend wordt geïnterpreteerd.
 Cortisol: een belangrijk corticosteroïde bij de reactie.
 Oxytocine: een hormoon dat wordt gevormd in reactie op een stressor.
 Tend-and-befriend: model over stressreacties waarin wordt gesteld dat vrouwen biologisch zijn
voorbestemd tot een reactie op bedreiging waarbij nakomelingen worden gekoesterd en
beschermd en waarbij sociale ondersteuning wordt gezocht.
 De lichamelijke stressreactie begint met arousal, hierdoor wordt een reeks fysiologische reacties
geactiveerd die op de korte termijn adaptief zijn, maar die schadelijk kunnen zijn wanneer ze te
lang duren.
 Fysiologische reacties:
 Acute stress: een tijdelijk, kortdurend patroon van arousal als reactie op een stressor, met een
duidelijk begin en een beperkte duur.
 Algemeen aanpassingssyndroom: algemeen patroon van lichamelijke responsen waardoor
het lichaam in essentie op elke ernstige chronische stressor op dezelfde manier reageert.
 Alarmfase: het lichaam mobiliseert zijn hulpbronnen om de stressor het hoofd te bieden.
 Weerstandsfase: het lichaam lijkt zich aan te passen aan de aanwezigheid van de stressor.
 Uitputtingsfase: het lichaam put zijn hulpbronnen volkomen uit.

Leerdoel 4: Wie is kwetsbaar voor stress en hoe gaan mensen om met stress?

 Omgang met stress:
 Weerbaarheid: houding van weerstand tegen stress, die is gebaseerd op een gevoel van uitdaging,
toewijding en controle.
 Uitdaging: weerbare mensen zien verandering als een uitdaging en een mogelijkheid om te leren
en te groeien, en niet per definitie als een bedreiging.
 Betrokkenheid: weerbare mensen gaan ervoor. Ze zoeken op doelgerichte wijze naar een manier
om de uitdaging het hoofd te bieden.
 Controle: weerbare mensen hebben een interne locus of control en zijn goed in het oplossen van
problemen. Ze zijn dus geen slachtoffers van aangeleerde hulpeloosheid.
 Aangeleerde hulpeloosheid: een verschijnsel waarbij iemand geleerd heeft negatieve gebeurtenissen
toe te schrijven aan zijn eigen persoonlijke gebreken of aan externe omstandigheden waarover hij zelf
geen controle denkt te hebben.
 Afweer: inspanningen verrichten om de symptomen van stress of het bewustzijn van stress te
verminderen.
 Voordeel: het verlicht sommige symptomen van stress.
 Nadeel: het heeft geen invloed op de stressor zelf.
 Strategieën voor coping: de invloed van de beleefde stress op de lichamelijke en geestelijke
gezondheid wordt verminderd:
 Probleemgerichte en emotiegerichte coping: gezonde coping:
 Probleemgerichte coping: actie die wordt ondernomen om een stressor te begrijpen en een
oplossing te vinden voor het probleem dat gerelateerd is aan de stressor. De beste concrete
actie om de stressor te verminderen.
 Tijdmanagement: stel prioriteiten. Uitgebalanceerd gebruik van tijd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaverkoren0. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77
  • (0)
  Add to cart