Begrippenlijst van SWK 4: Sociologisch denken voor Pedagogiek studenten aan de HvA in leerjaar 1. Dit zijn de belangrijkste begrippen met betekenis erbij. Ik raad aan om deze begrippen te leren in combinatie met het volgen van de hoorcollege's. Op deze manier heb ik dit tentamen gehaald met een 7.
- Wat is sociologie
Sociologie is de wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar samenleven.
Vaak wordt het ook gedefinieerd als de wetenschap van de maatschappij.
- Functie
Een functie in de sociologie is het effect van sociale verschijnselen op andere
verschijnselen. Meer specifiek wordt hierbij gekeken naar de bijdrage van het
verschijnsel in een sociaal systeem. Dit wordt vooral gebruikt binnen het functionalisme
en het structureel functionalisme, een van de hoofdstromingen binnen de sociologie.
- Sociologisch perspectief
De manier van kijken naar de maatschappij en het sociale gedrag - het onderwerp van
de sociologie. Het gaat verder dan het identificeren van patronen van sociaal gedrag.
Het probeert ook uitleg te geven voor dergelijke patronen.
- Ontstaan sociologie (verband maatschappelijke ontwikkelingen, ‘gemeinschaft’
versus ‘gesellshaft’, vervreemding, mechanische versus organische solidariteit,
waardevrijheid, rationalisering, onttovering)
Tijdens de Franse Revolutie verdween de standenmaatschappij. Hierdoor werden de
mensen met macht/ toezichthouders uit hun functie gezet, waardoor er een chaotische/
onoverzichtelijke maatschappij ontstond. Sinds dien werden de standen bepaald door
bezit en geld. Beroep bepaalt dus in welke stand je zit.
o Verband maatschappelijke ontwikkelingen: Sociologie is ontstaan als reactie
op en als gevolg van belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de
industrialisatie, verstedelijking, sociale ongelijkheid en politieke veranderingen.
Deze ontwikkelingen creëerden nieuwe sociale fenomenen en uitdagingen die
een diepgaande analyse en begrip vereisten.
o 'Gemeinschaft' versus 'Gesellschaft': Deze termen, geïntroduceerd door de
socioloog Ferdinand Tönnies, beschrijven twee fundamenteel verschillende
vormen van sociale organisatie. 'Gemeinschaft' verwijst naar kleinschalige,
traditionele gemeenschappen gebaseerd op hechte sociale banden, gedeelde
normen en waarden, en een gevoel van gemeenschappelijk lot. 'Gesellschaft'
daarentegen verwijst naar moderne, stedelijke samenlevingen waarin sociale
relaties worden bepaald door rationele overwegingen, individuele belangen en
formele regels.
o Vervreemding: Het begrip vervreemding, ontwikkeld door Karl Marx, verwijst
naar een gevoel van onthechting en verlies van verbondenheid met het product
van onze arbeid, andere mensen, en zelfs met onszelf. Het ontstaat als gevolg
van de kapitalistische productieverhoudingen waarin arbeid wordt
gecommodificeerd en werknemers het gevoel hebben dat ze vervreemd zijn van
het resultaat van hun arbeid.
o Mechanische versus organische solidariteit: Deze concepten, geïntroduceerd
door Émile Durkheim, verwijzen naar twee verschillende vormen van sociale
cohesie in de samenleving. Mechanische solidariteit is gebaseerd op gedeelde
tradities, normen en waarden, en de sociale integratie is sterk omdat individuen
sterk op elkaar lijken. Organische solidariteit, daarentegen, ontstaat in complexe,
gedifferentieerde samenlevingen waar individuen onderling afhankelijk zijn van
elkaars gespecialiseerde arbeid en vaardigheden.
, o Waardevrijheid: Sociologie streeft naar waardevrijheid, wat betekent dat het
zich richt op het objectief en neutraal bestuderen van sociale fenomenen zonder
vooroordelen of vooringenomenheid. Sociologen streven ernaar om waarden en
normen buiten beschouwing te laten en zich te concentreren op empirisch
onderzoek en wetenschappelijke analyse.
o Rationalisering: Rationalisering verwijst naar het proces waarbij traditionele,
irrationele vormen van denken, handelen en sociale organisatie worden
vervangen door rationele, efficiënte en calculerende vormen. Dit concept,
ontwikkeld door Max Weber, benadrukt de groeiende rol van instrumentele
rationaliteit in de moderne samenleving, waarbij rationele calculatie en efficiëntie
steeds belangrijker worden in verschillende sociale sferen.
o Onttovering: Onttovering verwijst naar het verlies van betovering, mystiek en
magie in de moderne samenleving als gevolg van rationalisering. Weber stelde
dat de moderne wereld steeds meer wordt gedomineerd door rationeel,
instrumenteel denken en dat traditionele vormen van religie en spiritualiteit
worden vervangen door wetenschap, technologie en bureaucratische structuren.
- Analyseniveaus (micro, meso, macroniveau)
o Microniveau: Het microniveau richt zich op de sociale interacties, relaties en
gedragingen van individuen binnen specifieke sociale contexten. Op dit niveau
worden individuen beschouwd als actoren die betekenis geven aan hun
handelingen en die beïnvloed worden door directe sociale relaties. Het
microniveau bestudeert bijvoorbeeld de rol van individuen in gezinnen,
vriendschappen, werkplekken of andere kleine sociale groepen. Het onderzoekt
persoonlijke overtuigingen, attitudes, interacties en gedragingen, en hoe deze
individuele kenmerken van invloed zijn op sociale processen.
o Mesoniveau: Het mesoniveau richt zich op de sociale structuren, instituties en
groepen die het gedrag van individuen beïnvloeden. Het kijkt naar bredere
sociale eenheden en verbanden dan het microniveau, maar is nog steeds
beperkt tot een tussenliggende schaal. Op het mesoniveau worden bijvoorbeeld
organisaties, gemeenschappen, sociale klassen, etnische groepen of
professionele netwerken bestudeerd. Het onderzoekt de rol en invloed van deze
sociale eenheden op gedrag, interacties en sociale dynamiek. Het mesoniveau
richt zich op de patronen van sociale organisatie, machtsverhoudingen en
sociale normen die op groeps- en organisatieniveau plaatsvinden.
o Macroniveau: Het macroniveau richt zich op de bredere structuren, systemen en
processen die de samenleving als geheel beïnvloeden. Het kijkt naar grote
schaalniveaus, zoals hele samenlevingen, culturen, economische systemen,
politieke systemen en mondiale structuren. Op het macroniveau worden
bijvoorbeeld sociaal-economische ongelijkheid, politieke machtsverhoudingen,
culturele waarden en normen, en maatschappelijke veranderingen bestudeerd.
Het onderzoekt de structuren en patronen die van invloed zijn op het gedrag en
de interacties van individuen en groepen, en hoe deze structuren zich
ontwikkelen en veranderen over de tijd.
- Theorie
Sociologische theorieën zijn verzamelingen ideeën die een verklaring bieden voor de
menselijke samenleving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Liesjex1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.