Bedrijfseconomie: oefeningen
Hoorcollege 1:
1. Waar zal je de GSM kopen en waar de computer?
a. Ik koop de GSM in België maar het prijsverschil op de computer is te klein om de moeite
te doen.
b. Ik koop beide producten in België omdat ze daar telkens 1 euro goedkoper zijn.
2. Een extra master kost je aan inschrijvingsgeld, huur van een kot en boeken 10000 euro. Met je
diploma bedrijfseconomie (zonder extra master) kan je al een jaarloon verdienen van 50000 euro.
Met een extra master zal je in totaal (over heel de carrière) ook ongeveer 50000 meer verdienen.
a. Ik zal nog verder studeren want ik zal 50000 euro extra verdienen terwijl de opleiding
10000 euro kost.
b. Ik zal niet verder studeren want een jaar extra kost me 60000 euro terwijl het me maar
50000 opbrengt.
3. Je werkt bij KBC en verdient 50000 euro per jaar. Na een carrière van 10 jaar besluit je om
zelfstandig beleggingsadviseur te worden. De enige zaken die je nodig hebt zijn een pc en een
stoel (kost samen 5000 euro). Het appartement dat je verhuurde voor 500 euro/maand zal je nu
gebruiken als kantoor (en dus niet meer verhuren).
a. Op boekhoudkundig break-even te draaien, moet ik 5000 euro verdienen. Om
economisch break-even te draaien moet ik 55000 verdienen.
b. Om boekhoudkundig break-even te draaien moet ik 5000 euro verdienen. Om
economisch break-even te draaien moet ik 61000 euro verdienen.
c. Boekhoudkundig break-even punt is gelijk aan economisch break-even punt.
WPO 1:
1. Opportuniteitskosten ontstaan door
a. Schaarste van middelen
b. Gebrek aan alternatieven
c. Beperkte wensen
d. Overvloed van middelen
2. Wanneer een bedrijf de opportuniteitskosten van kapitaal negeert bij het nemen v n
investerings- of sluitingsbeslissingen, is er sprake van
a. Fixed-cost fallacy
b. Sunk-cost fallacy
c. Hidden-cost fallacy
d. Geen van bovenstaande
3. De Amerikaanse regering kocht 112.000 hectare land in het zuidoosten van Colorado in 1968 voor
15.500.000 dollar. De kosten om dit land nu uitsluitend te gebruiken voor de herintroductie van
een met uitsterven bedreigde diersoort …
a. Zijn nul, omdat ze het land al bezitten
b. Zijn nul, omdat het land een verzonken kost is
c. Zijn gelijk aan de marktwaarde van het land
d. Zijn gelijk aan de totale waarde in dollars die het land zou opleveren als het voor
landbouw en veeteelt zou worden gebruikt
, 4. Het kost je een half uur om een opdracht voor ondernemingsrecht te maken en twee uur om een
opdracht voor bedrijfseconomie te maken. Wat zijn de alternatieve kosten als je twee opdrachten
voor ondernemingsrecht maakt?
a. ½ BE-opdracht
b. 1 BE-opdracht
c. 2 BE-opdrachten
d. 4 BE-opdrachten
5. Thor heeft een beurs gekregen voor de Vlerick business school, waar hijde Vlerick business
school, waar hij na zijn master een intensiefna zijn master een intensief programma van een
academiejaarprogramma van een academiejaar kan volgen. Tijdens dit jaar kon Thorkan volgen.
Tijdens dit jaar kon Thor echter ook andere dingen doen,echter ook andere dingen doen,
waaronder:
I. De wereld rondreizen. II. Werken om spaargeld en ervaring op te doen.om spaargeld en
ervaring op te doen. III. Zich inlezen in het verhandelen van aandelen en daytraden en hier een
expert in worden. Welke van de volgende is deWelke van de volgende is de opportuniteitskost
van Thor om naar Vlerick te gaan?
a. 0
b. Alleen II
c. De som van I, II, III, en alle andere kansen die hij voorbij liet gaan.
d. Degene van I, II, III of andere kansen die hij heeft laten liggen en hij het meest
waardevol vindt.
6. Caroline heeft deze week ÷€50 over en wil bijdragen aan een goed doel. Met €5 kan Caroline één
dakloze een maaltijd geven. Met €10 kan ze één dakloze één nacht onderdak bieden. Wat zijn de
opportuniteitskosten als Caroline al haar geld gebruikt om daklozen op te vangen (deze optie
geniet haar voorkeur)?
a. 0
b. De waarde van de meest waardevolle optie voor Caroline.
c. Hangt af van welke optie het meest waardevol is voor de daklozen in kwestie.
d. 10 maaltijden voor een dakloze.
Hoorcollege 2:
1. Indien er geen variabele kosten zijn
a. Verlopen de gemiddelde kosten lineair dalend en zijn de totale kosten constant
b. Zijn de gemiddelde totale kosten constant
c. Maakt het bedrijf op elk productieniveau dezelfde winst
A, totale kosten blijven gelijk, dus de gemiddelde totale kosten zijn lineair dalend doordat ze
gespreid kunnen worden over een groter aantal geproduceerde eenheden.
2. Indien een bedrijf enkel vaste kosten heeft, wat is dan de marginale kosten van een extra eenheid
output?
a. 0 want extra output kost niets extra
b. Gelijk aan de gemiddelde vaste kosten
c. Kleiner dan de totale kosten maar groter dan de gemiddelde kost
d. Niet te antwoorden op basis van enkel deze informatie
A , de extra eenheid maakt niet uit omdat je enkel vaste kosten hebt.
3. Indien de GK stijgen dan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller User20232024. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.