Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (201800055)
Summary
Samenvatting ALLE Tentamenstof [TOE] SOCIOLOGIE (Cijfer: 7,2)
18 views 1 purchase
Course
Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (201800055)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Een uitgebreide samenvatting van alles wat je moet weten voor het stomste vak van het eerste jaar sociologie! Ben er zelf meteen ruim voldoende mee geslaagd.
Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (201800055)
All documents for this subject (13)
Seller
Follow
StuviaManMetHetStuviaPlan
Reviews received
Content preview
Samenvatting toepassing van onderzoeksmethoden
en statistiek
- Week 1 –
Kwalitatief onderzoek is erop uit om sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun
natuurlijke context. Ze trachten empirische patronen te vinden die een startpunt
kunnen zijn voor theorievorming. Nieuw theorieën worden dan ontwikkeld, oude
aangepast of uitgebreid. Er worden in kwalitatieve onderzoeken patronen
gezocht in gesproken- of geschreven teksten, observaties van gedrag en
interacties of beeldmateriaal.
Het gestructureerde interview is een lijst vragen waar je niet vanaf breekt.
Het semigestructureerde interview geeft meer vrijheid. Je kunt doorvragen of
sub-onderwerpen belichten. Je hebt meestal een topic-lijst, maar geen vragen.
Het ongestructureerde interview is een gesprek. Geen vragen, geen topic-
lijst.
In een topic-lijst vat je niet alleen de onderwerpen samen die je wilt bespreken,
maar noteer je ook al je vragen en eventuele doorvragen. Je bedenkt ook probes
(een aanmoediging om verder te praten) en prompts (introductie van een nieuw
onderwerp, vaak in de vorm van een stelling of vraag).
Soorten probes:
-Stilte
-Ongerichte aanmoedigingen zoals “Uh-huh”, “Oké” en “Ga verder”.
-Vraag naar uitweiding, je vraagt of iemand verder kan vertellen.
-Vragen naar uitleg.
-Reflectie, interpretatie of samenvatting van het antwoord van de respondent.
In het geval van een focusgroep (een conversatie tussen 6-12
personen met moderator die de conversatie begeleid), heeft de
moderator meerdere taken:
-Het stellen van vragen die de onderzoeker heeft geformuleerd.
-Ervoor zorgen dat het gesprek niet te veel afdwaalt van het bedoelde
onderwerp.
-Ervoor zorgen dat iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen aan het
gesprek.
,Er is interactie tussen deelnemers (hierin is de onderzoeker vaak juist
geïnteresseerd), bij een interview is dat niet het geval. Het onderwerp is ook
vaak meer specifiek. Er kan meer gedetailleerd ingegaan worden op het
onderwerp.
De groep is bij voorkeur homogeen qua achtergrond, maar heeft een
heterogeen scala aan ervaringen omtrent het onderwerp. Onderzoekers zijn
verplicht privacy van participanten te waarborgen. Dit omvat anonimiteit en
vertrouwelijkheid. Field notes en transcripten worden ook hier gemaakt.
Observatieve methode van onderzoek: het waarnemen en registreren van
gebeurtenissen, interacties en (voornamelijk) gedrag.
Dimensies observatieve onderzoeken:
Participerend vs. Niet participerend
Is de onderzoeker deel van de onderzochte groep?
Verhuld vs. Onverhuld
Weten de onderzochten dat ze bestudeerd worden?
Systematisch (kwantitatief) vs. Non-systematisch (kwalitatief)
Is de onderzoeker opzoek naar voorbedachte fenomenen, of worden er
algemenere observaties gedaan?
Onderzoek vindt plaats op een site, een onderzoek locatie. Meestal is er een
gatekeeper die je daartoe toegang geeft en een key-informant die je binnen
de site op weg helpt. Deze kan je ook tegenwerken. Interactie tussen
respondenten en de onderzoeker is belangrijk.
Gedrag van respondenten wordt beïnvloed door:
-Het gedrag of de aanwezigheid van een onderzoeker.
-Bewustzijn van dat een onderzoeker ze observeert.
Reactiviteit: het gedrag van respondenten wordt beïnvloed, omdat ze de kennis
hebben dat ze bestudeerd worden.
Deze methoden worden vaak gecombineerd voor meer validiteit en zekerheid, dit
heet triangulatie, waarvan er vier vormen zijn.
1) Data triangulatie – dezelfde data wordt door verschillende mensen met
(bijna) gelijke methodes vergaart.
2) Onderzoeker triangulatie – dezelfde methoden wordt gebruikt, maar twee
onafhankelijke onderzoekers verzamelen data.
3) Methode triangulatie – vaak wordt een kwalitatieve en een kwantitatieve
methode gebruikt om te kijken of verschillende methodes dezelfde theorieën
ondersteunen.
4) Theoretische triangulatie – er wordt vanuit verschillende theoretische
kaders naar een onderzoek gekeken, om te zien of ze vergelijkbare conclusies
trekken.
Soorten interviews:
Face-to-face: tegenover elkaar zitten voor het interview. Dit is vaak intiemer,
waardoor het makkelijk is een relatie te vormen met de respondent. Je kunt ook
lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen zien, wat op de telefoon niet kan. Je
krijgt dus vaak meer informatie, maar het kan wel tijdrovend zijn om elkaar in het
echt te ontmoeten.
, Telefonisch/online: beiden gemakkelijker om op te zetten, dan een face-to-face
interview. Je vangt minder informatie op en de kans bestaat dat je respondent
afgeleid wordt. Je hebt dan ook minder controle over de situatie aan de andere
kant van de telefoon.
Go-along: je loopt naast iemand, wat voor een dynamisch interview zorgt. De
situatie is lastiger te managen dan een face-to-face interview en het lopen zorgt
voor een minder ‘gespannen’ sfeer. Dit kan voor sommige onderwerpen de juiste
keuze zijn.
Etnografisch onderzoek: de bestudering van plaatselijke attitudes om zo
bevolkingsgroepen te begrijpen en onderscheiden. Je gaat als onderzoeker op in
een andere cultuur. De relaties die je vormt met je respondenten is extra
belangrijk.
Rapport: de connectie met je respondent. Je hoeft geen beste vrienden te
worden, maar een respondent is meer open met iemand die degene vertrouwd,
dan met iemand waar ze niks mee te maken willen hebben.
Onderdelen/stappen van een interview:
1) Aankomst & introductie. Zorg voor een goede eerste indruk, zodat de
respondent je meteen vertrouwd. Zorg ervoor dat je zowel competent als
empathisch lijkt.
2) Introductie onderzoek. Maak wat small-talk en vertel wat er in het interview
gaat gebeuren.
3) Begin interview. Zorg voor verwachtingsmanagement en dat de rolverdeling
tijdens het interview duidelijk is.
4) Het vragenstellen zelf.
5) Einde van het interview. Sluit eventueel af met wat meer luchtige topics en
check en verifieer of alles klopt.
6) Na het interview. Voorkom het doorknob effect, dat is wanneer iemand als
het ware de deurknop naar buiten al grijpt en dan nog met essentiële informatie
komt waar het nu te laat voor is. Om dit te voorkomen is het handig om het
interview rustig af te bouwen en veel ruimte te geven voor de respondenten om
op deze informatie te kunnen komen.
Eliciterende responses: een uitspraak die een reactie van de respondent
uitlokt. Dit kan alles van een vraag tot een diepe zucht zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviaManMetHetStuviaPlan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.