Samenvatting van hoofdstuk 1, 2 en 5 van het boek Een delictvrije toekomst van Ineke Heemskerk. Onder andere te gebruiken voor de module Jeugdhulpverlening strafrecht binnen de minor Werken in gedwongen kader.
,Hoofdstuk 1. Op zoek naar balans
1. Balansmodel: risicofactoren en beschermende factoren
In het balansmodel staan risicofactoren en beschermende factoren. Hiermee kan worden bekeken op
welke punten de kracht van de jeugdige zelf of zijn omgeving kan worden ingezet en waar alertheid
of extra steun nodig is.
Factoren op microniveau: Individuele kenmerken: eigenschappen van het kind en de ouders.
Factoren op mesoniveau: Sociale kenmerken: sociale gezins- school- en buurtfactoren en
vrienden/leeftijdsgenoten. Leeftijdsgenoten zijn niet de directe oorzaak van deviant gedrag. Er is
wel sprake van een mediërend effect. De oorzaak van het latere gedrag ligt veel vroeger in de
ontwikkeling, met name in de interactie tussen kind, ouders en het sociale milieu.
Leeftijdsgenoten en volwassenen reageren afwijzend op dit latere gedrag en deze kinderen
komen vaak terecht in deviante groepjes die sociale steun en bijval bij elkaar zoeken.
Factoren op macroniveau: Maatschappelijke kenmerken: toegankelijkheid van voorzieningen,
sociaaleconomische positie, (in)tolerantie. Ongunstige maatschappelijke omstandigheden
kunnen de kans op problemen flink vermogen, maar niet zonder meer verklaren.
Bij een opeenstapeling van risicofactoren ontstaat een disbalans. Dit kan in elk milieu voorkomen,
maar er is wel een verband tussen een zwakke maatschappelijke positie en risicocumulatie
(opeenstapeling van risico’s).
2. Criminogene factoren
Criminogene factoren = kenmerken of omstandigheden die bijdragen aan het plegen van een delict.
Risicofactoren die de kans op herhaling van delictgedrag waarschijnlijk maken.
Algemene criminogene factoren: gelden voor alle jongeren
Specifieke criminogene factoren: gelden voor bepaalde soorten delicten.
Statische criminogene factoren: niet veranderbaar. Bijv. geslacht, leeftijd, gezinsgeschiedenis.
Dynamische criminogene factoren: kunnen veranderen. Bijv. slechte huisvesting, financiële
problemen.
Stabiele criminogene factoren: kunnen voor de langere duur invloed uitoefenen op het
recidivegedrag.
Acute criminogene factoren: kunnen wel op korte termijn een recidive voorspellen, maar niet op
langere termijn.
Voor de begeleiding van delinquente jongeren vormen de stabiele dynamische factoren de
belangrijkste aanknopingspunten.
Delictgeschiedenis:
Crimineel gedrag in het verleden is sterk bepalend voor huidig en toekomstig crimineel gedrag.
De recidivekans hangt samen met:
Het aantal eerder gepleegde delicten (meer delicten is groter risico)
Het aantal eerder opgelegde veroordelingen (meer veroordelingen is groter risico)
De leeftijd waarop het eerste delict is gepleegd (hoe jonger, hoe groter het risico)
Huidige/laatste delict en delictpatroon:
Wat is het laatst geleegde delict en is er sprake van een patroon?
Was er sprake van wapens, geweld, seksuele aspecten, welk type slachtoffer werd er gemaakt?
Wat is het delictscenario? Dit is het verhaal van de dader zelf. Hoe ziet hij zijn eigen rol en
verantwoordelijkheid? Deze zaken zijn belangrijk om risico’s op herhaling in te schatten.
Huisvesting en wonen:
Onrust op dit terrein verhoogt de kans op recidive sterk. Dit is een dynamische risicofactor.
Inkomen en omgaan met geld:
Welke inkomstenbronnen heeft de jongere? Een problematische financiële situatie kan het risico op
recidive verhogen. Van belang is hier:
Financiële problemen duiden vaak op een algemener gebrek aan probleemoplossende
vaardigheden
Het hebben van betaald werk geeft status en zekerheid. Jongeren zonder werk zoeken vaak
andere middelen om de gewenste status af te dwingen, bijv. door trots te zijn op het
delictgedrag of agressie.
Opleiding, werk en leren:
Dit zijn dynamische factoren. Problemen op school zijn vaak een voorspeller van later crimineel
gedrag. Laaggeschooldheid vergroot de kans op werkloosheid. Werkloosheid heeft geen directe
relatie met delictgedrag, maar werkloosheid en het gebrek aan zinvolle dagbesteding vergroten wel
de kans. Dit komt door geldgebrek of verveling.
Relaties met gezin, familie en partner:
Als ouders problemen hebben met het gezinsmanagement, kan dit gezond opgroeien belemmeren.
Bij allochtone jongeren kunnen ook zaken als afwezige ouder, problematische gezinshereniging en
andere immigratieproblemen een rol spelen.
, Afwijzing of een inconsistente benadering door ouders, veelvuldig wisseling van opvoeders en
scheidingsperikelen zijn ook risico’s.
Slechte gezinsrelatie i.c.m. negatieve voorbeelden in de vriendenkring vergroten het risico. Hoe
sterker de band met de voorbeeldpersoon, des te groter de kans dat zijn gedrag wordt gekopieerd.
Vrienden, kennissen en vrijetijdsbesteding:
De vriendenkring kan verstrikt zijn in antisociale of criminele gedragingen. Groepsdruk kan een
risicofactor zijn. Voor een inschatting van het risico moet de vrienden- en kennissenkring in kaart
worden gebracht. Welke plaats neemt de jongere in binnen de groep, is hij een meeloper of
sensatiezoeker, heeft hij een bindende, sociale rol?
Drugsgebruik:
Gebruik van alle stimulantia, medicijnen en psychofarmaca.
Verslaafde drugsgebruikers hebben veel geld nodig om in hun behoeften te voorzien. Omdat het
vaak moeilijk is om vast inkomen te verwerven, lopen zij sneller kans om in het criminele circuit
terecht te komen.
Alcoholgebruik:
Alcohol leidt meestal tot andere soorten delicten dan drugsgebruik. Veelal impulsieve delicten,
geweldsdelicten en verkeersdelicten. De remmingen zijn verminderd en driften en emoties worden
versterkt.
Psychische gezondheid:
Psychologische factoren zoals zelfbeeld, levenshouding, psychische of psychiatrische problemen die
het functioneren belemmeren.
Negatieve ervaringen op jonge leeftijd zijn van grote invloed op later probleemgedrag.
Psychische stoornissen zijn geen sterke voorspeller van delinquent gedrag, maar kunnen wel een rol
spelen bij recidive. Er is dus geen sprake van een voorspellende factor maar meer van een
samenhang tussen psychische stoornissen en delinquent gedrag.
Een duidelijke relatie met recidive kan wel worden geconstateerd bij:
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Een geschiedenis van relatief minder ernstige psychische problemen, zoals stress- of
angstklachten.
Denkpatroon:
Denkpatronen en kernovertuigingen hebben een duidelijke relatie met het al dan niet continueren
van delinquent gedrag. Het vasthouden aan of veranderen van gedrag wordt sterk beïnvloed door
kernovertuigingen en denkpatronen over hoe de wereld in elkaar zit, over goed en fout en over de
eigen verantwoordelijkheid.
Risicofactoren zijn een gebrekkige impulscontrole, starheid in denken, een beperkt probleembesef,
onvermogen om zich te verplaatsen in de ander, een laag IQ, woede, wanhoop, wrok en verzet, een
gebrek aan sociale en probleemoplossende vaardigheden.
Een gedragsstoornis geldt als vrij sterke voorspellende factor.
Internaliserend en externaliserend gedrag zijn een reactie op problemen die de jongere ervaart.
Bij externaliserend gedrag (acting out) reageert de jongere zich af op zijn omgeving. Bijv. spijbelen,
vandalisme, drugsgebruik. Dit gedrag wordt snel herkend.
Internaliserend gedrag is naar binnen gericht: zoals depressie of een negatief zelfbeeld. Dit is
moeilijker te herkennen.
Automatische gedachten en gevoelens sturen het gedrag van de jongere, ook al is hij zich hier niet
van bewust.
Het Sociale InformatieVerwerkingsmodel van Crick en Dogde:
Gedrag komt tot stand in zes stappen:
1. Waarnemen en verwerken van informatie
2. Interpreteren van informatie
3. Selecteren van een doel
4. Voorbereiden van één of meer gedragsresponsen voor de situatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisedikkens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.