100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aardrijkskunde samenvatting examen (HAVO) $4.90   Add to cart

Summary

Aardrijkskunde samenvatting examen (HAVO)

14 reviews
 899 views  27 purchases
  • Course
  • Institution

Hallo, Een samenvatting voor het examen aardrijkskunde voor het HAVO examen. De samenvatting bevat alle studiestof die van belang is voor het examen. Gebaseerd op het boek: BuitenNLand (maar, ook te gebruiken bij andere methodes). Ik ben geslaagd op aardrijkskunde met een 8!

Preview 3 out of 14  pages

  • March 8, 2017
  • 14
  • 2015/2016
  • Summary

14  reviews

review-writer-avatar

By: floortjekievits • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Thank you for your appreciation! Good luck with the upcoming exam.

review-writer-avatar

By: Jesse99 • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Jesse99, thanks for your nice appreciation. Good luck with your exam.

review-writer-avatar

By: ckozini • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

ckozini, thanks for the review for the summary of geography. Good luck during the last tickets for the exam.

review-writer-avatar

By: marjoleinjansen • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Thank you for the appreciation! Good luck with learning for the exam.

review-writer-avatar

By: danabrekelmans • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Thank you for rating the summary! Good luck with learning for the exam and getting a nice mark.

review-writer-avatar

By: sarahya • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Sarahya, thanks for judging. Good luck with learning for your exam!

review-writer-avatar

By: milavannoord • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: nsangers • 6 year ago

Translated by Google

Thank you for your review. Good luck with your exams. ☺

Show more reviews  
avatar-seller
1


Samenvatting Aardrijkskunde
Vaardigheden en vragenanalyse
Het probleem moet kunnen worden geanalyseerd uit verschillende dimensies, waarbij gezocht moet kunnen worden binnen
verschillende soorten verklaringen en/of perspectieven. Sommige antwoorden dienen binnen een bepaald schaalniveau
geplaatst te worden.

Dimensies
Problemen dienen vanuit verschillende perspectieven te kunnen worden bekeken:
 Politieke dimensie: heeft met conflicten voorkomend uit bijvoorbeeld separatisme, politiek (wan)bestuur, grenzen
te maken;
 Milieu dimensie: heeft bijvoorbeeld met vervuiling / uitputting of juist verbetering van het milieu te maken;
 Economische dimensie: heeft met bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, welvaart of de handelsbalans te maken;
 Sociaal–culturele dimensie: heeft met bijvoorbeeld de integratie, taal of religie te maken;

Verklaringen
Je moet instaat zijn verklaringen uit verschillende perspectieven te kunnen geven:
 Sociaal–geografisch: een argument dat met de ‘menselijke’ aardrijkskunde te maken heeft, bijvoorbeeld
forensisme, tijd–ruimtecompressie of beroepsbevolking;
 Fysisch–geografisch: een argument dat met de ‘natuurlijke’ aardrijkskunde te maken heeft, bijvoorbeeld
bodemvruchtbaarheid, klimaat, erosie–sedimentatieprocessen;
 Fysiek–ruimtelijk: Een herkenbaar (fysisch–geografisch) element in het landschap, zoals de aanwezigheid van een
bergketen, grote hoogteverschillen, zandgrond of een rivier.
 Demografisch: een argument dat met de omvang en samenstelling van de bevolking te maken heeft zoals leeftijd,
geboorte, sterfte, etnische afkomst of het hebben van kinderen.
 Politiek–geografisch: een argument dat vooral met bestuur (overheid, internationale samenwerking), conflicten of
het verloop van grenzen te maken heeft.
 Verkeerstechnisch: een argument dat te maken heeft met ‘problemen’ op de weg zoals een knooppunt of
wegversmalling.
 Gebiedskenmerk: een kenmerk van een gebied als formele regio (site). Het gaat hier om de absolute ligging.
Voorbeelden: veel vruchtbare landbouwgrond, goed opgeleide beroepsbevolking of een etnische heterogeniteit. In
een enkel examen werd het begrip locatiefactor genoemd, wat min of meer hetzelfde is.
 Ruimtelijk kenmerk: een kenmerk van een gebied als functionele regio Het gaat hier om de relatieve ligging, dus
vooral om (een gebrek aan) verbindingen of goede/slechte toegankelijkheid van omliggende gebieden.

Schaalniveaus
Soms dien je antwoorden te geven die passen binnen een bepaald schaalniveau. De schaalniveaus van klein naar groot
zijn de volgende:
 Lokaalschaalniveau: heeft betrekking op een klein gebied, zoals een stad of gemeente;
 Regionaalschaalniveau: heeft betrekking op een groter gebied, zoals een provincie of streek;
 Nationaalschaalniveau: heeft betrekking op een land;
 Fluviale schaalniveau: heeft betrekking op het stroomgebied van rivieren;
 Continentaal schaalniveau: heeft betrekking op een heel continent;
 Mondiaal schaalniveau: heeft betrekking op heel de wereld.

Type vragen en beantwoording
 “Verklaren”: altijd oorzaak én gevolg noemen
 “Beargumenteren”: nóóit één woord gebruiken, er moet een goed lopende zin worden geproduceerd.
 “Vergelijking”: beíde zaken in je antwoord noemen.
 “Hypothese”: is een veronderstelling die je gaat onderzoeken “áls dit gebeurt dan zál dat gaan gebeuren”, daarna
ga je ‘checken’ of dit ook werkelijk zo is (je neemt een hypothese aan of je verwerpt deze)
 “Stelling”: is een bewering, meestal bedoelt om discussie op te werpen. Je bent het dan wel of niet eens met de
bewering. Je moet dan je mening over de stelling wel beargumenteren.
 “Formuleer een vraag”: beschrijvende vraag (wat, wie), verklarende vraag (waarom), voorspellende vraag
(toekomstgericht), waarderende vraag (mening belanghebbenden), probleemoplossende vraag.

1 Aardrijkskunde CE 2016 samenvatting

, 2

Doelstelling 1: De wereld
Binnen het domein ‘wereld’ analyseer je via het mondiaal schaalniveau op het gebied van mens en economie, zoals: welvaart en
welzijn, bevolkingsgroei- en spreiding en cultuur.

Welvaart en welzijn
De wereld wordt onderverdeeld in 3 typen gebieden:
 Centrum: welvarende landen (voornamelijk in het Westen met uitzondering van Japan);
 Semi-periferie: groeiende economieën (zoals: de BRIC-landen, ‘Aziatische tijgers’ en ‘Baby tijgers’);
 Periferie: nagenoeg stilstaande economieën (voornamelijk gelegen in Afrika).

De mate van ontwikkeling van land haalt men uit de volgende zaken:
1. BNP/hoofd: totaal inkomsten van het land gedeeld door de totale bevolking;
Nadelen aan het gebruik van het BNP/hoofd zijn:
 De koopkracht, wat je voor 1 dollar in een land kan kopen, verschilt per land;
 De informele sector, de sector waarover geen belasting betaald word, rekent men niet mee;
 Het BNP/hoofd laat geen sociale en regionale ongelijkheden zien.
2. De verdeling van de beroepsbevolking
Er geldt: Hoe meer mensen in de dienstensector werken, hoe rijker het land is of
Hoe meer mensen in de landbouw werken, hoe armer het land is.
3. Meten van het welzijn
Indicatoren die belangrijk zijn voor de mate van welzijn zijn:
 De voedselsituatie;
 Toegang tot (schoon)drinkwater;
 Toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.

De globalisering is het proces waarbij de verwevenheid tussen verschillende gebieden op aarde toeneemt.
Gevolg: een verandering van de internationale arbeidsverdeling.

De verdeling van de velvaart op aarde kan men halen uit twee zaken:
1. Interne oorzaken: de zaken liggen in het land zelf
 Natuurlijke oorzaken, als ongunstig klimaat, onvruchtbaarheid, afwezigheid van hulpbronnen etc.;
 Menselijke oorzaken, als (wan)beleid, corruptie, oorlog etc.
2. Externe oorzaken: de oorzaak wordt gezocht in het centrum-periferie model, zo geldt een ongelijke uitwisseling
van o.a.:
 Goederen: het ongelijke verschil in grondstofprijzen en prijzen voor eindproducten;
 Arbeid: het ongelijke verschil ontstaan door een verschil in opleidingsniveau;
 Kapitaal: Het ongelijke verschil in het instaat zijn van investeringen, afsluiten van leningen etc.

Bevolkingsdichtheid en -spreiding
De bevolkingsspreiding wordt veroorzaakt door natuurlijke en sociaaleconomische factoren:
 Natuurlijke omstandigheden: bevolkingsdichtheid valt samen met een geschikt(e): klimaat, bodem en de
beschikbaarheid over water;
 De ligging t.o.v. andere economische belangrijke gebieden;
 Het koloniale verleden dat leid tot veel steden in kustgebieden.

Men maakt onderscheid tussen natuurlijke en sociale bevolkingsgroei:
 Natuurlijke bevolkingsgroei: wordt veroorzaakt door een verschil in geboorte en sterfte cijfer. De natuurlijke
bevolkingsgroei is afhankelijk van verschillende factoren:
1. Demografische factor: een land met een jonge leeftijdsopbouw heeft een hogere bevolkingsgroei dan een land
met een grote oude groep;
2. Sociale factor: heeft te maken met het opleidingsniveau (van voornamelijk meisjes).
Er geldt: Hoe hoger het opleidingsniveau van de meisjes, hoe lager de vruchtbaarheid.
3. Culturele factor: sommige culturen stimuleren het krijgen van veel kinderen;
4. Economische factor: er is een direct verband tussen welvaart en vruchtbaarheid.
Er geldt: Hoe hoger de welvaart, hoe lager de vruchtbaarheid.



2 Aardrijkskunde CE 2016 samenvatting

, 3

Je dient een land te kunnen plaatsen in de juiste fase van het demografische transitie model:
- Fase 1: Er is een hoog sterfte- en geboortecijfer. Komt vooral voor in inheemse stammen;
- Fase 2: Er is een hoog geboortecijfer en een dalend sterfte cijfer. Vooral in de periferielanden;
- Face 3: Er is een afnemend geboortecijfer en een laag sterfte cijfer. Vooral in de semi-periferielanden;
- Fase 4: Er is een laag geboorte- en sterftecijfer (soms: bevolkingsafname). Vooral in centrumlanden.
Demografische druk: het niet actieve deel van de bevolking uitgedrukt als percentage van het actieve deel.
 Sociale bevolkingsgroei: wordt veroorzaakt door migratie en immigratie.
Een voorbeeld van sociale bevolkingsgroei zijn de arbeidsmigratie (continentaal schaalniveau) en de urbanisatie
(regionaal schaalniveau). Het urbanisatietempo kent drie oorzaken:
1. Trek van platteland naar de stad;
2. De groei van de stad en het opslokken van plattelandsgebied;
3. Het hoge bevolkingsoverschot in de steden.

De bevolkingsgroei valt af te lezen uit twee factoren:
1. Pushfactoren: reden om uit een gebied te trekken;
2. Pullfactoren: reden om naar een gebied toe te trekken.

Cultuur
Een bepaalde cultuur herken je aan haar cultuurkenmerken:
1. Elementen die te merken hebben met je verstand, als taal en geloof;
2. Elementen die bepalen hoe je met elkaar samenleeft, als wetten, familiebanden en opvoeding;
3. Zichtbare materiële kenmerken.
Cultuurgebieden worden ingedeeld op basis van godsdienst en taal.

De diffusie (of verspreiding) van cultuurkenmerken zorgt op mondiaal niveau voor twee processen:
1. Homogenisering: cultuurgebieden beginnen steeds meer op elkaar te lijken. Een belangrijke oorzaak is de
verwestering of amerikanisering van cultuurgebieden;
2. Heterogenisering: de verschillen in cultuurkenmerken die in een cultuurgebied voorkomen. Veel migranten dragen
er een transnationale identiteit op na.

Doelstelling 2: de aarde
Binnen het domein ‘aarde’ analyseer je via het mondiale schaalniveau verschillende kenmerken op het gebied van natuur, zoals:
klimaat, landschap, landschap zones en mens en landschap. ‘

Klimaat
Het klimaat vormt een weertoestand die geldt voor een periode van 30 jaar. Het klimaat wordt grotendeels beïnvloed
door lucht- en zeestromen:
 Wereldwijde luchtstromen:
- De mondiale luchtcirculatie wordt aangewakkerd door de zon. Zonne-energie zorgt voor het ontstaan van twee
soorten luchtdrukgebieden, met specifieke kenmerken:
Hoge drukgebied (maximum) Lage drukgebied (minimum of depressie)
Weinig neerslag Veel neerslag
Geen tot weinig bewolking Bewolking
Dalende lucht Stijgende lucht
Droog Nat
- Binnen de mondiale luchtcirculatie waait wint altijd van een hoog naar een laag luchtdrukgebied. Wanneer we
dit toepassen op het wereldbeeld ziet dit er als volgt uit:
Breedte graad Drukgebied Klimaat Kenmerken
O graden Lage druk Tropisch Hier vormt het ITCZ (= een zone van constante
lage druk). Hier is opstijgende lucht, wat
vochtig en warm is.
30 graden N.B. en Z.B. Hoge druk Woestijn of Hier is dalende lucht, wat droog en warm is.
Steppe
60 graden N.B. en Z.B. Lage druk Gematigd Hier stijgt relatief warme lucht op en daalt
koele lucht neer. De lucht is vochtig en koud.
90 graden N.B. en Z.B. Hoge druk Polen Hier is dalende lucht, wat droog en koud is.


3 Aardrijkskunde CE 2016 samenvatting

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nsangers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.90  27x  sold
  • (14)
  Add to cart