Beste student, hierbij een hele overzichtelijke samenvatting van 'de industrie'. De nodige formules die je voor je eindexamen moet weten zitten erbij toegevoegd. Ook heb ik alleen de theorie toegevoegd die je moet weten, alle overbodige voorbeelden uit het boek heb ik geschrapt.
Hoofdstuk 1 Kosten
Tot de grondstofkosten behoren naast het grondstoffenverbruik ook de voorraadkosten
en de interestkosten. Om voorraden aan te houden met er vermogen worden
aangetrokken en dat gaat gepaard met interestkosten. De voorraadkosten kunnen
worden onderverdeeld in:
Bewaarkosten, zoals huur van magazijn
Bestelkosten, zoals telefoonkosten
Als de afschrijvingen elke periode even groot zijn, kan het gemiddeld geïnvesteerd
vermogen over de gehele levensduur makkelijk berekend worden door:
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen= (aanschafprijs + restwaarde) / 2
Constante kosten van de productiemiddelen, zoals afschrijvings- en interestkosten,
worden bepaald door de productiecapaciteit en daarom worden de constante kosten
ook wel capaciteitskosten genoemd. Door uitbreiding van de productiefactoren kunnen
dus de constante kosten toenemen.
Constante kosten per eenheid product= C/Np
Variabele kosten per eenheid product= V/Bp
De totale toegestane kosten per eenheid product of kostprijs kun je berekenen door:
Kostprijs= (V/Bp) + (C/Np)
Bezettingsresultaat is ook een belangrijke formule. De formule hiervoor is:
Bezettingsresultaat= (Bp-Np) x (C/Np)
Voorcalculatie
Voordat een ondernemer aan een periode begint wil hij altijd een inschatting van zijn
winst, bedrijfsresultaat. Het bedrijfsresultaat kan op twee manieren worden bepaald.
De eerst manier is heel simpel: verwachte omzet – verwachte kosten= verwacht
bedrijfsresultaat
De tweede manier is iets ingewikkelder:
Verwachte omzet – verwachte afzet tegen kostprijs + verwachte afzet tegen
kostprijs – verwachte kosten
Rode deel van formule is verwacht verkoopresultaat en het blauwe deel is het verwacht
begrotingsresultaat.
Verwacht verkoopresultaat= verwachte afzet x (verkoopprijs – kostprijs)
Tweede manier kan dus ook als volgt worden gezegd:
Verwachte omzet – verwachte afzet tegen kostprijs= verwacht verkoopresultaat
-/+ verwacht bezettingsresultaat= verwacht bedrijfsresultaat
Nacalculatie
Na het jaar gaan ze kijken of de voorcalculatie klopt, d.m.v. een nacalculatie:
Werkelijk bedrijfsresultaat= werkelijke omzet – werkelijke kosten
Ook kan de tweede manier van de voorcalculatie worden gebruikt bij de nacalculatie
met werkelijke getallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisevan3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.