Beste student, hierbij een hele overzichtelijke samenvatting van de lesbrief, stichting en vereniging. De nodige formules die je voor je eindexamen moet weten zitten erbij toegevoegd. Ook heb ik alleen de theorie toegevoegd die je moet weten, alle overbodige voorbeelden uit het boek heb ik geschrap...
Hoofdstuk 1 Stichting of vereniging
Deze organisaties hebben geen commercieel doel.
Stichting
Stichting is een rechtspersoon zonder leden. Het heeft wel een bestuur en het bestuur
benoemt zich in het begin zichzelf. Het bestuur is belast met het dagelijkse bestuur en de
stichting heeft een publicatieplicht.
Vereniging
Een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen met een niet-commercieel doel.
Bij de besluitvorming van een vereniging doen leden mee. Het bestuur van de vereniging
is belast met de dagelijkse gang van zaken en moet minstens twee maal per jaar alle
leden uitnodigen voor de Algemene Ledenvergadering.
Er is een onderscheid tussen formele en informele verenigingen. Formele verenigingen
zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid (VVR). Informele verenigingen zijn
verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid (VBR). Bestuurders van een VBR zijn
hoofdelijk aansprakelijk.
Een groot voordeel van een vereniging is dat de bestuurders worden gekozen door de
Algemene Ledenvergadering, want bij een stichting benoemt het bestuur zichzelf.
Financiering niet-commerciële organisaties
Vaak geeft de overheid subsidies aan stichtingen en verenigingen. Er zijn meerdere
subsidievormen en die zijn grofweg in 3 groepen in te delen:
Lumpsumfinanciering
Budgetfinanciering
Financiering op declaratiebasis
Bij financiering op declaratiebasis kijkt de overheid van te voren wat er nodig is voor de
stichting of vereniging. Hierdoor is het interessant voor deze organisaties om de
uitgaven zo hoog mogelijk te maken. Bij lumpsumfinanciering krijgen de stichtingen en
verenigingen op basis van bijvoorbeeld het aantal leerlingen dat wordt opgeleid een
bepaald bedrag waarmee ze het moeten uitzoeken. Bij budgetfinanciering stelt de
geldschieter vooraf vast welk bedrag de instelling krijgt en welke prestaties er
tegenover moeten staan.
Leasen
Bij leasen maken we onderscheid tussen operational lease en financial lease.
Operational lease houdt in dat het object wel eigendom van de verhuurder blijft en dat
de huurder het contract op korte termijn op kan zeggen. Ook is de verhuurder juridisch
en economisch eigenaar van dit object.
Financial lease houdt in dat het contract niet tussentijds opzegbaar is en het contract
heeft een lange looptijd. De huurder is economisch eigenaar en de verhuurder blijft
juridisch eigenaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisevan3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.