Les 1: instellingen en organen van het strafproces
Situering van het strafproces:
Het strafproces = omvat grosso modo vier fasen:
1) strafrechtelijk onderzoek: het opsporen van misdrijven en van de vermoedelijke
daders ervan
2) vervolging: het voor de rechter brengen van de verdachten of
inverdenkinggestelden
3) berechteging: de besluitvorming van de feitenrechter
4) strafuitvoering: de tenuitvoerlegging van de gebeurlijk opgelegde straffen
o Doelstelling wordt bereikt via balans tussen instrumentaliteit &
rechtsbescherming
Basistekst?
= Wetboek van Strafvordering (telt 32+(647-8) (boek 1 start pas met art.8) artikelen)
Wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Sv (telt
32 bepalingen) & Boek I wetboek van strafvordering: de gerechtelijke politie en de
officieren die ze uitoefenen (Art. 8 tot en met 136ter)
Boek II wetboek van strafvordering: het gerecht (art. 137-647 Sv.)
Belangrijke hervorming Wet Franchimont 12 maart 1998 (meer tegenspraak) en Potpourri II-
wet (Wet van vijf februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en
houdende diverse bepalingen inzake justitie) – de Potpourri II-wet betrof voornamelijk de
hervorming van het straf- en het strafprocesrecht
Op 21 december 2017 werd via arrest nr. 148/2017 van het Grondwettelijk Hof diverse
artikelen van deze wet vernietigd (zie ook bijvoorbeeld art. 60 Sw)
Bijzondere wetten (zoals de Wet op het politieambt)
Er zijn 2 hervormingen van het wetboek van strafvordering: 1998 Wet Franchimont,
2016 Potpurri wet
Wetboek van strafvordering telt 2 boeken:
o 1) de gerechtelijke politie en de officieren die ze uitoefenen
o 2) het gerecht
Bestuurlijke politie ziet toe op handhaving openbare orde & voorkomen van
misdrijven = vooral preventieve opdracht – staan ingevolge art. 5 lid 1 (p136?) Wet
politieambt onder gezag van bestuurlijke overheden
Gerechtelijke politie heeft tot doel misdrijven opsporen en bewijzen verzamelen –
het overdragen van de (vermoedelijke) dader aan rechter = “repressieve politie”
Zie echter ook art. 28 § 2 Sv (p149?) in verband met proactieve recherche
De gerechtelijke politie werkt onder gezag van de gerechtelijke autoriteiten (art. 367
lid 1 Sv) (p258)
Waakhond Comité P – Comité I
Lokale & federale politie
Het juridisch statuut van de lokale politie is geregeld in art. 2 lid 2 WGP
Opdracht lokale politie betreft basispolitiezorg – alle opdrachten van bestuurlijke &
gerechtelijke politie die nuttig zijn voor beheer van lokale gebeurtenissen en
criminele fenomenen die zich voordoen op grondgebied politiezone – elke
politiezone beschikt over een lokaal politiekorps
Leiding van lokale politie berust bij gemeenteraad (& eventueel politieraad en
politiecollege in meergemeentezones)
Het juridisch statuut van de federale politie is verankerd in art. 3 lid 3 WGP
Federale politie bevoegd voor gespecialiseerde en supralokale aangelegenheden van
bestuurlijke & gerechtelijke politie – opereert over het hele grondgebied – leiding
wordt waargenomen door gerechtelijk directeur (in samenspraak met procureur des
konings)
Het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie (tweede actor) wordt in de volksmond ook aangeduid als
”parket” of ”staande magistratuur”
= Magistraten OM – benoemd door de Koning (art. 153 GW), na tussenkomst Hoge Raad van
Justitie (art. 151 GW)
Art. 153: De Koning benoemt en ontslaat de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de
hoven en rechtbank
Art. 151 § 1. De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende
bevoegdheden. Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing en
vervolging onverminderd het recht van de bevoegde minister om de vervolging te bevelen
en om de bindende richtlijnen van het strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings-
en vervolgingsbeleid, vast te leggen.
Via deze bedoelde minister beschikken de regeringen van de gemeenschappen en de
gewesten, (…) bovendien over het recht om de vervolging te bevelen in de aangelegenheden
die tot hun bevoegdheden behoren. (…)
§ 2. Er bestaat voor geheel België een Hoge Raad voor de Justitie. Bij de uitoefening van zijn
bevoegdheden respecteert hij de onafhankelijkheid bedoeld in § 1.
2
, Er bestaat een functionele scheiding tussen OM in eerste aanleg (= parket onder
leiding van procureur des konings) – OM in hoger beroep (= Parket-Generaal olv
procureur-generaal bij het Hof van Beroep) – beide oefenen op hun niveau de
strafvordering uit
We bespreken hierna het vijfvoudig takenpakket van het OM, maar om het verschil tussen
beide OM’s te snappen zijn volgende taken relevant:
OM in eerste aanleg (het parket): uitoefenen strafvordering eerste aanleg
OM in hoger beroep (het parket-generaal): uitoefenen strafvordering in graad van
beroep
! Bovendien heeft parket-generaal ook nog volgende bijkomende taken: tenuitvoerlegging
richtlijnen strafrechtelijk beleid van minister van justitie + waken in het rechtsgebied (in
overleg met PK’s/arbeidsauditeurs rechtsgebied) over coherente uitoefening strafvordering
Er zijn in België twaalf gerechtelijke arrondissementen en 14 parketten
Informatie over de procureurs “en hun subtituten” vind je in het vierde hoofdstuk Sv (artt.
22-47trediecies) (p149)
HOOFDSTUK IV. - DE PROCUREURS DES KONINGS EN HUN SUBSTITUTEN.
AFDELING I. - BEVOEGDHEID VAN DE PROCUREUR DES KONINGS BETREFFENDE DE
GERECHTELIJKE POLITIE.
Art. 22. (W 1994) De procureurs des Konings zijn belast met de opsporing en de vervolging
van de misdrijven die tot de bevoegdheid van de hoven van assisen, de correctionele
rechtbanken en van de politierechtbanken behoren behalve, voor de twee laatstgenoemde
gerechten, wanneer de strafvordering aan de arbeidsauditeur is opgedragen.
(…)
Verder zijn er 5 hoven van beroep, 5 procureurs-generaal & 1 federale procureur
Extra:
+ parketjuristen
Juristen die bij het OM werken en die de procureur des konings of zijn substituten helpt bij
het voorbereiden van juridisch studiewerk
Taak van het OM:
Taak van het OM is vijfledig:
1) leiding opsporingsonderzoek
2) uitoefenen van de strafvordering
3) vervolgen/seponeren
4) waken over toepassing van de wet
5) uitvoeren van strafrechtelijke uitspraken
3
, zie voor de laatste kerntaak ook de cursus Materieel strafrecht
Leiding over het opsporingsonderzoek (1)
Leden OM = hoedanigheid van gerechtelijke politie – opsporen en vaststellen
misdrijven ≠ leiding politioneel onderzoek: gevoerd door politiediensten
Onderzoek geleid door het OM = opsporingsonderzoek (OO)
Onderzoek geleid door de onderzoeksrechter = gerechtelijk onderzoek (GO)
= Vooronderzoek in strafzaken = OO en/of GO
Anders dan OO heeft GO een relatief zware procedure (regeling van de rechtspleging,
beschikking van de raadkamer, hoger beroep bij de kamer van
inbeschuldigingstelling) – we bekijken dit later uitvoerig
o OO kan eindigen met een seponering
o GO moet altijd eindigen met een officiële sluiting (raadkamer of kamer van
inbeschuldigingstelling)
Uitoefening van de strafvordering (2)
Uitgangspunt = art 22 Sv
“De procureurs des Konings zijn belast met de opsporing en de vervolging van de
misdrijven die tot de bevoegdheid van de hoven van assisen, de correctionele
rechtbanken en van de politierechtbanken behoren behalve, voor de twee
laatstgenoemde gerechten, wanneer de strafvordering aan de arbeidsauditeur is
opgedragen.”
Vervolgingsprerogatief OM
o “oefent uit” en niet “beschikt” (hoewel minnelijke schikking werd uitgebreid)
Is partij bij de strafvordering maar kan niet worden gewraakt (dit in tegenstelling tot
de rechter) – geen tegenpartij van de beklaagde (vergelijk met het Angelsaksische
systeem)
Vervolgen of seponeren (3)
Stelsel van de legaliteit der vervolgingen versus de opportuniteit van de vervolging –
België = opportuniteitsstelsel
Art. 28quater:
“Rekening houdend met de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid, vastgesteld krachtens
artikel 143quater GerW, oordeelt de procureur des Konings over de opportuniteit van de
vervolging. Hij geeft de reden aan van de beslissingen van seponering die hij terzake neemt.”
“Hij oefent de strafvordering uit op de wijze door de wet bepaald.”
“ De opsporingsplicht en het opsporingsrecht van de procureur des Konings blijven bestaan
nadat de strafvordering is ingesteld. Deze plicht en dit recht houden evenwel op te bestaan
voor de feiten die bij de onderzoeksrechter zijn aangebracht voor zover het
opsporingsonderzoek zijn prerogatieven bewust zou aantasten, (…) voor zover de met de
zaak belaste onderzoeksrechter niet zou beslissen het gehele onderzoek zelf voort te
zetten.”
Opportuniteit van de vervolgingen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadekock. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.74. You're not tied to anything after your purchase.