100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie in Balans Havo 4 - Hoofdstuk 5 t/m 8 $5.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie in Balans Havo 4 - Hoofdstuk 5 t/m 8

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van Bedrijfseconomie, boek Bedrijfseconomie in Balans. Hoofdstuk 5 tot en met 8 worden behandeld. Gemaakt door een leerling in 4 havo.

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Hoofdstuk 5 t/m 8
  • July 4, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Beco samenvatting hoofdstuk 5, 6, 7, 8
5.1

Als je geld op je spaarrekening hebt krijg je daar rente (interest) over.

Enkelvoudige interest: telkens even groot bedrag (rente) krijgen over je beginbedrag. Samengestelde
interest: De rente word steeds hoger omdat elke periode het bedrag hoger word, en over dat bedrag
dan rente word gerekend. (rente over rente)

5.2

Perunage: Per 1 ( 4: 100 = 0,4 ) symbool : i

Perioden: bij een renteperiode dat geen jaar is, reken je de perioden om die overeenkomen met de
renteperiode. (Periode waarvoor de interest geld) Contante waarde: berekenen van onbekende
beginwaarde.

Eindwaarde: je berekent de eindwaarde van een bedrag.

5.3

Nominale interest: de gegeven interest over een bepaalde periode word omgerekend

naar hoeveel dit per jaar voor komt en keer elkaar gedaan. Bijv om de 3 maanden 1,5% rente, dus 4 x
1,5% is 6% rente.

Effectieve interest: het (hogere) gelijkwaardige interestpercentage als er sprake is van samengestelde
interest (telkens 1,5% rente over het vorige bedrag + de rente)

5.4

Aflossen kan op meerdere manieren:

- aan het einde van de looptijd

- Lineair: elk jaar word evenredig gedeelte afgelost.

Schuldrest: het bedrag dat we op een bepaald moment nog verschuldigd zijn. Dit bereken je door het
oorspronkelijk geleende bedrag te verminderen met de gedane aflossingen.

Aflossingen liggen vast in een contract en hoef je geen interest over te betalen. Over schuldrest
betaal je wel interest.



6.1

Effectenbeurs: dit Brengt vraag en aanbod van effecten bij elkaar.

Effecten: waardepapieren die kunnen worden verkocht en gekocht. (Aandelen, obligaties) Provisie:
kosten bij het kopen of verkopen van aandelen.

Obligatie: schuldbewijs van een staat of onderneming.

Aandeel: eigendomsbewijs van een onderneming.

Optie: recht om binnen bepaalde periode een goed te mogen kopen of verkopen.

, Limiet order: belegger geeft aan bij de bank of beleggingsplatform een maximale of minimale
verkoopprijs op.

Market order: Order om effecten te kopen of verkopen zonder limiet, zonder maximum of minimum
prijs.

Stop loss order: aandeel word verkocht als beurskoers onder bepaalde waarde daalt. Belegger
voorkomt groot verlies.

Index: gezamenlijke presentatie van een verzameling aandelenfondsen.

6.2

Het aandelenkapitaal van een onderneming is onderdeel van het eigen vermogen, het is een
permanent vermogen, geen rentelasten en geen aflossingen.

Aandeel: bewijs van deelname in het eigenvermogen van een bv of nv.

Nominale waarde: bedrag dat op het aandeel staat, is meestal niet het bedrag wat je voor het
aandeel moet betalen.

Koerswaarde: bedrag dat je voor een aandeel moet betalen als je het wil kopen. Emissiekoers: De
door de onderneming vastgestelde prijs waartegen beleggers nieuwe aandelen kunnen kopen.

Dividend: aandeelhouders ontvangen een deel van de bepaalde winst. Koerswinst: waardestijging
van de aandelen.

Koersverlies: waardedaling van de aandelen.

Economische ontwikkelingen: ontwikkelingen en geruchten die effect hebben op de
koersontwikkelingen van aandelen.

6.3

Obligatielening: geldlening op lange termijn die verdeeld is in ‘kleine’ stukjes. Aflossing vind meestal
aan einde van looptijd plaats.

Obligatie: bewijs van deelname in obligatielening.

Beurskoers: prijs die op een beurs word betaald voor de obligatie.

Koers van een staatsobligatie: word bepaald door huidige marktrente, netto contante waarde van
alle toekomstige betalingen.

Couponrendement: de verhouding tussen de nominale rente en de koers van de obligatie.

Overeenkomsten tussen aandelen en obligaties voor belegger: - zijn vermogenstitels waarin belegd
kan worden.

- Kan je via effectenbeurs kopen en verkopen.

Verschillen tussen aandelen en obligaties voor belegger:

- aandeel is bewijs van mede-eigendom, obligatie is schuldbewijs

- Obligaties worden afgelost, aandelen zijn onderdeel van eigen vermogen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jochem-brouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.34
  • (0)
Add to cart
Added