8.1 Industrialisatie en modern imperialisme____________________________________
In de 17e en 18e eeuw veranderde de landbouw in Engeland; grootgrondbezitters
produceren meer voedsel, waardoor de bevolking gezonder werd en kon groeien.
Voedselprijzen daalden door concurrentie en veel boeren gingen bijverdienen via de
huisnijverheid. Handelaren brachten onbewerkte producten naar boeren die het verwerkten
tot kleding. Het bijverdienen via huisnijverheid werd door concurrentie ook steeds minder,
waardoor boeren naar steden trokken.
In 1781 werd door James Watt de stoommachine ontwikkeld, daarvoor waren er al kleine
productieontwikkelingen. De machines om kleding te maken werden te groot voor
huisnijverheid en dus verplaatste het werk van thuis naar een fabriek. Gezinnen vormden
niet langer samen een productie-eenheid. De huisnijverheid was nu helemaal niet meer
winstgevend, dus nog meer boeren trokken naar de steden; urbanisatie. Er kwam een
industriële samenleving.
Voor een succesvolle industrie heb je twee zaken nodig;
1. Voldoende grondstoffen
2. Voldoende afzetmarkt (mensen die je producten kopen)
In Afrika vinden de Europese landen beide en dus verdeelden de Europese landen Afrika
onderling. Dit modern imperialisme was nieuw; nu gaan Europese landen ook het
binnenland in, in plaats van alleen handelen aan de kust in de 17e en 18e eeuw.
Het modern imperialisme had naast economische redenen ook een politieke oorzaak.
Europese landen wilden zo groot mogelijk zijn op de landkaart. Europese landen wilden trots
kunnen zijn op hun land en vonden hun eigen land het beste: nationalisme. Verdeling van de
wereld vonden de Europeanen normaal; ze voelden zich superieur ten opzichte van Afrika
en Azië.
Nederland deed niet mee aan de verdeling van Afrika, maar had wel Nederlands-Indië
volledig in bezit. Ook Nederland gaat de kolonie gebruiken voor verbetering van de eigen
economie. In de kolonie wordt er suiker, koffie, thee en rubber gehaald. Multatuli beschreef
de misstanden via een boek: Max Havelaar.
8.2 Een nieuwe samenleving
De arbeiders waren in korte tijd massaal naar de steden getrokken. Daar woonden ze dicht
op elkaar, wat leidde tot ongezonde situaties. Ook in de fabrieken was er veel mis:
mishandeling, kinderarbeid en geen rechtsbescherming. Sommige rijkelui probeerden
mensen die zich niet gedroegen via opvoedingsoorden weer beschaafd te maken. De
zorgelijke situatie rondom arbeiders en de vraag wie dit moest oplossen werd ‘de sociale
kwestie’ genoemd.
, Vakbonden probeerden op te komen voor de arbeiders, maar werden vaak verboden. Het
opkomen voor arbeiders is een voorbeeld van emancipatie. Karl Marx bedenkt een theorie
over de situatie van de arbeiders; het proletariaat (arbeiders) werd volgens hem al
eeuwenlang uitgebuit door de bourgeoisie (de rijken). Een revolutie door arbeiders zou een
einde maken aan de uitbuiting, want zij verdelen dan de productiemiddelen (fabrieken,
machines) onder iedereen. Ze leefden dan in een commune.
Mensen die opkwamen voor de arbeiders werden socialisten genoemd, die onder te
verdelen zijn in twee groepen:
1. De communisten die volgens Marx een revolutie wilden.
2. De sociaaldemocraten die via wetgeving in de democratie verbetering wilden. Om
dat te bereiken streden zij de hele 19e eeuw voor algemeen kiesrecht, zodat de
arbeiders ook konden stemmen.
8.3 Democratisering in Nederland
In 1848 regelden de liberalen in Nederland een nieuwe grondwet, waarin de koning afstand
deed van veel macht. Hij was bang dat een opstand een einde zou maken aan zijn
koningschap. De liberalen wilden zoveel mogelijk vrijheid. Vooral rijke burgers profiteerden
van liberalisme, want zij konden goed voor zichzelf zorgen en ze hadden censuskiesrecht.
Gedurende de 19e eeuw nam het aantal mannen dat mag stemmen steeds verder toe.
Vooral arbeiders en vrouwen stonden nog buitenspel. Ook katholieken en protestanten
(confessionelen) wilden zich emanciperen: hun bijzondere (gelovige) scholen worden niet
betaald door de overheid. Dit heette de schoolstrijd. Feministen verklaarden intussen dat zij
wilden dat vrouwen ook mochten stemmen. Er spelen een hoop problemen tegelijkertijd.
In 1917 waren er tijdens de Eerste Wereldoorlog veel problemen en besloot de politiek
(bijna) alles op te lossen:
1. De socialisten steunden de confessionelen; voortaan werden bijzondere scholen ook
door de overheid betaald.
2. De confessionelen steunden de socialisten; er kwam algemeen kiesrecht.
Voor de vrouwen kwam niemand op. Twee jaar later vielen zij ook onder het algemeen
kiesrecht.
Moord op kroonprins van Oostenrijk-Hongarije door Servische terrorist, Oostenrijk-Hongarije
verklaarde de oorlog aan Servië.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jochem-brouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.69. You're not tied to anything after your purchase.