Samenvatting Natuurkunde, deel 1, Mechanica en thermodynamica, oplossing van alle begripsvragen (behalve 36)
50 views 0 purchase
Course
Natuurkunde
Institution
Natuurkunde
Book
Natuurkunde 1
Dit document bevat een omvattende uitgeschreven Nederlandse uitleg over de begripsvragen op het eind van elk hoofdstuk in de Nederlands vertaalde versie van het boek Douglas C. Giancoli. Deze begripsvragen zijn zeker de moeite waard om door te nemen.
Dit document is gemaakt door 3 studenten Hand...
Antwoord: C
Uitleg: Natuurwetten zijn onze beschrijving van hoe we
dingen zien, dus ze zijn door mensen gemaakt en niet
vanzelf. Deze zijn ook geldig in andere domeinen zoals
scheikunde en veranderen regelmatig als de gemeenschap
van natuurkundigen overtuigd zijn.
Antwoord: E
Uitleg: Hier moet je letten op de beduidende cijfers, eerst
heb je 142,08 en dan 74,73 dus optellen geeft 216,81. De
uitkomst mag niet preciezer zijn dan het getal met minst
beduidende cijfers (2), dus wordt het 22 x 10^1.
Antwoord: A
Uitleg: De eerste nullen tellen niet als maat van
nauwkeurigheid, de achterste wel. Zo zie je dat er bij optie a
naast de 1 en de 6 nog 2 nullen zijn die een nauwkeurigheid
meten.
Antwoord: B
Uitleg: Systematische fout zit er altijd in, hoe kleiner deze is,
hoe dichter je bij de werkelijke waarde zit, hoe grotere
juistheid.
, Antwoord: A
Uitleg: Nauwkeurigheid wijst er op of je dezelfde waarde kan
meten bij een tweede meting bv.
Antwoord: E
Uitleg: Schattingen van de grootte-orde kunnen er dus meer
dan twee significante cijfers naast zitten.
Antwoord: D
Uitleg: Dit verwijst erop dat ‘L’ niet werkt met een specifieke
grootte werkt maar universeler is.
, Antwoord: D
Uitleg: Negatieve vectoriele snelheid wijst erop dat je in
negatieve richting aan het rijden bent, als je dan een
positieve versnelling hebt (omgekeerd teken) ben je aan
het vertragen.
Antwoord: D
Uitleg: Aangezien de snelheid en versnelling een omgekeerd
teken hebben eerst zal de auto vetragen in positieve
richting, op een bepaald moment zal hij tot stilstand komen,
maar aangezien de versnelling constant is zal hij erna verder
versnellen in negatieve richting.
Antwoord: C
Uitleg: Vaak wordt er foutief geredeneerd dat aangezien de
twee afstanden gelijk zijn dat je het gemiddelde pakt van de
snelheden (hier dus 35), maar dit is niet waar. Aangezien de
auto er langer over doet om 4km te rijden aan 20 per uur zal
de gemiddelde snelheid dichter bij 30 liggen (dus ONDER
35).
Antwoord: D
Uitleg: Hierbij moet je de formules met constante a
bekijken, meer specifiek diegene zonder tijd in
. Wanneer je daar invult krijg
je dat . Dus 4a geeft uiteindelijk een dubbel zo
grote snelheid.
, Antwoord: A
Uitleg: Hier wordt er vaak fout geredeneerd dat de versnelling
verandert terwijl deze altijd constant is (de valversnelling),
helemaal vanboven waar hij terug gaat beginnen vallen is het de
snelheid die nul wordt, moest daar de versnelling ook nul
worden zou de steen blijven hangen.
Merk op: hier verwaarloos je de luchtweerstand
Antwoord: C
Uitleg: Eigenlijk idem als hierboven, het is de valversnelling die
altijd dezelfde waarde heeft. (Ook hier verwaarlozen we de
luchtweerstand)
Antwoord: A
Uitleg: Eerst en vooral is het nooit de snelheden die constant zijn,
maar de versnelling, dus sws niet optie D. Hier wordt vaak
FOUTIEF geredeneerd dat de snelheid van de eerste steen sneller
toeneemt. Dit komt eigenlijk doordat de afstand tussen de twee
stenen steeds groter wordt (dit is wel echt waar). Maar ze nemen
wel degelijk met dezelfde snelheid toe! Zelfde valversnelling.
Antwoord: E
Uitleg: Dit had ik bij de vorige vraag eigenlijk al uitgelegd, dus ze
hebben dezelfde valversnelling, en hun snelheid stijgt dus met
dezelfde snelheid, maar aangezien de eerste steen al op een
bepaalde snelheid zit terwijl da tweede net vertrekt zal de afstand
tussen hen steeds toenemen. (Maar niet het verschil in snelheid!)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller basvannieuwenhuyse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.34. You're not tied to anything after your purchase.