Hoofdstuk 4 Verder kijken dan de costa’s
4.1 Aardbevingen en vulkanen
In het Middellandse zeegebied zijn verschillende kleinere platen te vinden met allemaal hun eigen
bewegingsrichting. Zo ontstaan er veel vulkanen en aardbevingen.
Het Alpiene plooiingsgebied zijn de Alpen, Pyreneeën en de Karpaten samen. Deze gebergten zijn
allemaal ontstaan door plooiing door een convergente beweging.
Er kan een diepzeebekken ontstaan doordat de oceanische plaat onder de continentale plaat duikt.
Deze plaat zakt, waardoor de zee ‘dieper’ wordt.
Bij de subductiezones ontstaan stratovulkanen doordat de oceanische plaat smelt. De magma stijgt
op en vormt een vulkaan aan de oppervlakte.
Hazard management is het omgaan met de risico’s van een natuurramp. Bijvoorbeeld:
- Onderzoekstechnieken en modellen
- Waarschuwingssystemen
- Rampenplannen: plan als de aardbeving is gebeurd
- Bouwtechnische maatregelen
4.2 Klimaat, plantengroei en landbouw
In de zomer is het droog in het Mediterrane gebied. Dit komt omdat er een laag luchtdrukgebied ten
hoogte van de Sahara ligt. De Middellandse zee warmt niet snel op, waardoor daar een
hogedrukgebied is. Dit is het Azoren-Hoog. In de winter ligt de Azoren-Hoog zuidelijker. Vanuit daar
stroomt de lucht naar het Middellandse zeegebied. Vanuit Siberië stroomt koude lucht ook naar het
Middellandse zeegebied. Daar botst de koude en warme lucht en ontstaan er mediterrane
lagedrukgebieden of fronten waar veel neerslag valt. Deze gaan van het westen naar het oosten. De
overige fronten ontstaan boven de Atlantische oceaan en worden door de westenwinden naar het
Middellandse zeegebied gebracht. In de zomer waait de wind juist vanuit het oosten.
Neerslagintensiteit is de hoeveelheid neerslag die per uur of per dag valt.
Wisselvalligheid is het verschil in hoeveelheid tussen bepaalde perioden.
Een tekort in de winter kan de daaropvolgende zomer problemen geven. Er is dan weinig water om te
verdampen dus je houdt nog minder over. Hierdoor kan de bodem uitdrogen wat weer leidt tot een
verdere temperatuurstijging.
De mediterrane vegetatie heeft zich aangepast aan de droge periode. Er zijn 3 type:
1. Loofbos dat geen blad verliest
2. Bladverliezende struiken
3. Maquis, dit is een soort struik aangepast aan de droge tijd
3 type mediterrane landbouw
1. Dry farming is akkerbouw die gedurende het hele jaar plaats vindt. Er is een twee (braak –
bewerkt) of drie jarige (bewerkt – beweid - beweid) cyclus. In het binnenland en aan de
lijzijde van gebergten.
2. Boom en struiken cultuur is akkerbouw met struiken en bomen. Deze kunnen nog groeien
waar bij eenjarige akkerbouwgewassen te weinig water voor is.
3. Geïrrigeerde akkerbouw is het meest intensief. In dalen en aan de kust.
De veeteelt komt niet veel voor, alleen in gebieden met zeer weinig neerslag en berggebieden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nynke06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.47. You're not tied to anything after your purchase.