Theorie
Sociale ongelijkheid
Gaat over sociale verschillen (in macht). Sociale ongelijkheid gaat over de verschillen in macht en
daarmee verbonden sociale privileges.
- Sociale ongelijkheid is een fundamenteel kenmerk van menselijke samenleving.
- Hogere groepen willen ongelijkheid handhaven, lagere groepen willen ongelijkheid
verminderen. Hierbij speelt macht een centrale rol in sociale ongelijkheid.
- Sociale ongelijkheid komt voor uit afhankelijkheidsverhoudingen en machtsverschillen, maar
ook uit economische bindingen en statusverschillen.
- Sociale stratificatie is een specifieke vorm van sociale ongelijkheid. Sociale stratificatie is het
indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen, waartussen een
ongelijkheidsverhouding bestaat. Hierbij wordt sociale ongelijkheid vereenvoudigd door de
maatschappij in slecht enkele sociale klassen te verdelen.
Macht
Macht is het vermogen het gedrag van andere te beïnvloeden, dit kan met behulp van sancties.
Macht Privileges
Economische macht Materiële beloning (loon)
Politieke macht Bevoegdheden en rechten
Affectieve macht Status en respect
Cognitieve macht Toegang tot kennis en informatie
Satusincongruentie:
Komt voor wanneer de positie van een individu of groep op de maatschappelijke ladder niet
overeenkomt met de criteria die ze hiervoor nodig hebben.
6.1
Sociale stratificatie
Het indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen waartussen een ongelijkheidsverhouding
bestaat. Het indelen gebeurt op basis van sociale categorieën zoals geslacht, opleidingsniveau of
etniciteit.
Surplusproductie (overschot/delen):
Een zodanig niveau van en regelmaat in de voedselproductie, dat niet iedereen zich daar meer over
hoeft te bekommeren en zich op andere activiteiten kan richten.
6.2 en 6.3
Geschiedenis van stratificatie
1. het kon ontstaan waar een religieuze groep status en macht verwierf, omdat hun ritueel
activiteiten als onmisbaar gezien worden.
2. door uitbereiding van markten en de opkomst van kapitalisme hadden mensen meer bezitten en
kapitaal.
3. Stratificatie ging daarbij hand in hand met een beginnende staatsvorming: cognitieve en politieke
afhankelijkheden ontstonden door specialisatie, dit leidt tot macht en privileges. Waardoor
uiteindelijk klassen en standen ontstonden.
, Na jachtsamenleving kwam de agrarische samenleving. Bij de agrarische samenleving was er al veel
sprake van sociale ongelijkheid, bijvoorbeeld: slavernij, kastensysteem (spiritualiteit en karma) en
aristocratie vs. Boeren.
De gevolgen van de industriële samenleving
1. meer mensen kregen een economische positie die afweek van hun ouders.
2. waardoor economische ongelijkheid niet meer zo nauw verbonden was met het traditionele
verschillen in status
3. in plaats van standen ordening kwamen klassenverschillen.
Hier vormde een nieuwe klasse: industriële ondernemers en industriearbeiders. Naarmate bedrijven
groter werden, groeide de sociale afstand tussen ondernemers en arbeiders en werd de onderlinge
verhouding steeds meer als fundamentele belangstelling gezien, een klassentegenstelling. De
verschillen werden opvallender en de arbeiders vonden het goed om in vakbonden actie uit te
voeren voor verbetering, dit noemen we klassenbewustzijn.
Hoog-laag metafoor:
Iemand die een hogere positie heeft, heeft meer macht, meer beslissingsvrijheid, meer aanzien en
meer voorrechten.
Macht en afhankelijkheid:
Afhankelijkheid impliceert macht. Iemand die van een ander afhankelijk is, ondergaat min of meer de
dwingende invloed van andere. Macht is het vermogen om het gedrag van andere met behulp van
sancties te beïnvloeden.
Machtsoverwicht:
Er is sprake van een machtsoverwicht als de afhankelijkheid eenzijdig is. Persoon a heeft persoon b
meer nodig dan omgekeerd.
Namen
Karl Marx & Friedrich Engels (arbeidersbeweging)
Grondleggers van de arbeidersbeweging en een centraal figuur in de geschiedenis van het socialisme
en het communisme.
Bourgeoisie:
Een ander woord voor burgerij het is een sociale klasse van mensen in de middenklasse die hun
macht krijgen door hun vermogen, opleiding en werk.
Proletariaat:
Dit is de arbeidersklasse, dit is de klasse van mensen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn
van eigen producten die worden verhandeld op de handelsmarkt.
Marx voorspelde dat de klassenstrijd steeds heftiger zou worden, de kloof tussen de bourgeoisie en
het proletariaat wed steeds groter, dit noemen we polarisatie (tegenstellingen tussen groepen in de
samenleving sterker worden, waardoor groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan.)
het vond niet plaats en dit door vijf ontwikkelingen in de samenleving:
1. Groei van nieuwe middenklassen: door het groeien van ondernemingen en verschuiving van
dienstverlening vond een sterke uitbreiding van de nieuwe middenklasse plaats. Deze
bestonden uit:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarvangeffen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.