Samenvatting eco periode 2
Wet van de vraag: hoe hoger de prijs, hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid.
Individuele vraag: het aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een bepaalde
prijs.
Betalingsbereidheid: de maximale prijs die de consument wil betalen voor één product.
Discrete vraag: de gevraagde hoeveelheid in alleen gehele getallen, hierbij hoort de staafgrafiek.
Continue vraag: de gevraagde hoeveelheid in alle reële getallen, bij deze vraag kan een vraaglijn
worden getekend.
Exogene factoren: factoren die de vraag beïnvloeden zonder dat de consument er invloed op kan
hebben. Bijvoorbeeld mooi of slecht weer.
( 5−2 ) x 3
=¿
2
Lengte x breedte
Individuele consumentensurplus=
2
Een substitueerbaar product is door een ander product te vervangen. Een appel stilt de honger, maar
een peer doet dat ook. Ze voorzien in de bevrediging van dezelfde behoefte, in dit geval het stillen
van de honger. De individuele vraag naar een product verminderd als er substituten voor bestaan.
Complementaire producten vullen elkaar juist aan. Deze producten kunnen alleen in combinatie met
elkaar een behoefte bevredigen. Bijvoorbeeld een game en een PlayStation.
, De collectieve vraag is de optelsom van alle individuele vragen binnen een bepaalde groep.
Z.O.Z.
Afzetgebied: het gebied waar de producent zijn producten verkoopt.
Collectieve vraaglijn: de optelsom van de ene formule van de individuele vraaglijn en de formule van
de andere individuele vraaglijn. De collectieve vraaglijn wordt ook wel de prijs-afzetlijn genoemd
Bij het invullen van P = 0 in de formule van de individuele vraaglijn krijg je de maximale waarde van
Q, dus van de x-as. Bij het invullen van Q = 0 in de formule van de individuele vraaglijn krijg je de
maximale waarde van P, dus van de y-as. Tussen deze punten trek je een strakke lijn, dit is je
individuele vraaglijn.
Bekijk bron 5
De formule van de collectieve vraaglijn stel je op door de formule van de ene individuele vraaglijn bij
de formule van de andere individuele vraaglijn op te tellen. Q = q a + qb
Qa = 5 – P Qb = 5 – P Qv = 10 – 2P
Test jezelf vraag 1
Voor de collectieve vraag van
een product geldt de
vraagfunctie: Qv = 5000 – 250P.
Teken de collectieve vraaglijn.
Het antwoord staat op de laatste
pagina van de samenvatting.
De volgende uitleg hoort bij de onderstaande afbeelding. Het is mogelijk dat Sanne bij een prijs van
80 < p < 120 niks vraagt en Ilse wel. In dat geval geldt de formule van de vraaglijn van Ilse tussen de
80 en 120 euro. Vanaf 80 euro loopt de vraaglijn weer collectief, omdat vanaf 80 euro beide
personen vraag hebben naar het product.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jellekooderings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.