SAMENVATTING BLOK 5
WAT HOUDT DE ZORGVERZEKERINGSWET IN?
Zorgverzekeringswet:
De zorgverzekeringswet (ZVW) stelt dat iedereen die in Nederland woont of loonbelasting betaalt,
verplicht is om een zorgverzekering af te sluiten, tenzij je in actieve dienst in het leger bent of een
principieel bezwaar hebt tegen verzekeren (mensen in een klooster). De ZWV verplicht alle
Nederlanders verzekerd te zijn van een basispakket. De wettelijke acceptatieplicht geldt alleen op
het basispakket en niet op een aanvullende verzekering.
De ZWV regelt ook de financiering van de curatieve zorg. Deze wet verplicht zorgverzekeraars om
declaraties van zorgaanbieders te controleren.
De ZWV is in 2006 ingevoerd ter vervanging van de Ziekenfondswet. Het doel was dat
concurrentie zou zorgen voor goedkopere zorgcontracten met zorgaanbieders.
De helft van de inkomsten van verzekeraars komt uit inkomensafhankelijke premies en de andere
helft uit nominale premies. De inkomensafhankelijke premies en rijksbijdragen voor kinderen tot
18 worden gestort in het Zorgverzekeringsfonds. Dit wordt aan de hand van populatiekenmerken
over de verzekeraars verdeeld.
Verzekeraars financieren instellingen en vrije beroepen o.b.v. beleidsregels van de NZa. De
ziekenhuisbudgetten worden dus gevuld via tarieven per geleverde diagnose-
behandelcombinaties (DBC’s). Voor veel DBC’s geldt een vrije prijsvorming. Voor vrije
beroepsbeoefenaren gelden met name maximumtarieven.
Basisverzekering:
Een basisverzekering dekt de standaard zorg van bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis of apotheek en
is in Nederland verplicht. De overheid bepaalt het basispakket en stelt de hoogte van het eigen
risico en zorgtoeslag vast. Voor de meeste basispakketten geldt een eigen risico. Er kunnen ook
eigen bijdragen gelden. Een zorgverzekeraar moet iedereen als verzekerende accepteren voor het
basispakket. De premie die Nederlanders betalen voor hun zorgverzekering is sinds in de
invoering van het huidige zorgstelsel (2006) met 446 euro gestegen. Het verplichte eigen risico is
in 10 jaar tijd meer dan verdubbeld: van 150 euro in 2008 naar 385 nu.
Vrijwillige aanvullende verzekering:
Een aanvullende verzekering dekt (een deel van de) zorg die niet in het basispakket zit. De
zorgverzekeraar bepaalt de voorwaarden en vergoedingen. De overheid heeft dus géén invloed op
de aanvullende verzekeringen. Een zorgverzekeraar mag u weigeren voor een aanvullende
verzekering.
In 2015 zijn de ABWZ-taken (algemene wet bijzondere ziektekosten) overgedragen naar de Zvw
(zorgverzekeringswet). De AWBZ vergoedt voornamelijk langdurige zorg en de Zvw kortlopende
zorg.
Restitutiepolis
Als verzekerde ben je vrij om te kiezen uit ziekenhuizen en zorgverleners. Een zorgverzekeraar
vergoed de zorg altijd.
Naturapolis
Bij een naturapolis betaalt de zorgverzekeraar de zorgkosten direct, maar de zorg wordt alleen
volledig vergoed als je zorgverlener een direct contract met de verzekeraar heeft. Je kiest uit de
behandelaars waarmee een contract is afgesloten.
Combinatiepolis
Mix tussen restitutiepolis en naturapolis: je hebt keuzevrijheid en krijgt de zorg altijd vergoed.
1
,Budgetpolis
Een naturapolis die minder gecontracteerde zorgverleners bevat, waardoor deze goedkoper is en
de keuzevrijheid beperkter.
TEGEN WELKE HISTORISCHE ACHTERGROND IS DE
ZORGVERZEKERINGSWET ONTSTAAN?
1800-1900: Liberale fase
- Weinig bemoeienis overheid
- Zorg was taak van gemeenten
- Wet op besmettelijke ziekten van 1872 en de alcoholwet van 1882.
1900-1945: Sociale ziektekostenverzekering
- Men kon zich tot 1900 vrijwillig aansluiten bij kleine ziekenfondsen. Rond 1940 was 40%
van de mensen aangesloten.
- Ziektefondsen willen positie niet opgeven en claimen centrale zorg voor particulier initiatief.
- 1941: ziekenfondsenbesluit (leidt uiteindelijk tot ziekenfondswet in 1964).
1945-2000: Snelle uitbreiding rol overheid
- Wederopbouw: schaarste dwingt overheid tot regulering.
- 1964: ziekenfondswet
- 1968: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
- 1970: opkomst planningsdeken en streven naar kostenbeheersing
- 1980: van gezondheidsbescherming naar gezondheidsvoorlichting
- 1990: Wet collectieve preventie, in 2008 omgedoopt tot wet publieke gezondheid
Vanaf 2000: Terugtreding overheid
- 2006: Zorgverzekeringswet marktwerking met bescherming van publieke belangen
- 2015: Wet langdurige zorg
- 2007 en 2015: WMO taakverschuiving van rijk naar gemeenten
In 2006 is het zorgverzekeringssysteem veranderd. Voor 2006 was 63% van de mensen verzekerd
via het ziektefonds en 37% via een particuliere verzekering. Deze particuliere verzekeringen
waren vooral weggelegd voor mensen met een hoger inkomen. Deze verzekeringen waren voor de
primaire en acute zorg. Voor de langdurige zorg was er de AWBZ. Dit systeem moest veranderd
worden, omdat het zorgde voor ongelijkheid.
Sinds 2006 is Nederland ook overgestapt van een overheidsplanning en prijsbeheersing op
marktwerking (vrije prijsvorming) in de gezondheidszorg. In de praktijk bevorderen concurrentie
en financiële prikkels de doelmatige handeling van zowel aanbieders als verzekeraars en
consumenten.
Eerst was er vooral een aanbodgestuurd systeem, nu is dat vooral een vraaggestuurd systeem en
kunnen aanbieders en verzekeraars met elkaar concurreren.
WAT HOUDT DE WLZ IN?
De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is pas sinds 2015 ingevoerd als vervanging van de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De WLZ is een volksverzekering en bedoeld voor kwetsbare
ouderen en mensen met een beperking of psychische stoornis. De WLZ regelt langdurige 24-uurs
zorg (verpleeghuiszorg).
De WLZ is een verplichte volksverzekering waarvoor we premie betalen. De zorgverzekeraars zijn
het uitvoeringsorgaan van deze wet.
2
,Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of iemand recht heeft op zorg uit de WLZ. Er
wordt gekeken of iemand aan de criteria voldoet en wat de zorgbehoefte is. Er zijn 3 criteria:
- Er is blijvende/levenslange zorg nodig.
- Er is behoefte aan permanent toezicht of 24-uurs zorg.
- Patiënt voldoet aan de grondslag voor de Wlz (soort ziekte of beperking).
De WLZ kent verschillende leveringsvormen: volledig pakket thuis (VPT, zorg door 1
zorgaanbieder), zorg in natura of persoonsgebonden budget (PGB, zelf zorg inkopen).
De WLZ wordt gefinancierd uit inkomensafhankelijke premies (9,6% van bruto-inkomen, worden
berekend door Centraal Administratiekantoor (CAK)). Deze inkomsten worden gestort op het Fonds
langdurige zorg (FLZ) dat wordt beheerd het Zorginstituut.
WAT HOUDT DE WMO IN?
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) regelt dat mensen met een beperking steun
kunnen krijgen. Het doel hiervan is dat mensen zo lang mogelijk voor zichzelf kunnen zorgen en
mee kunnen doen in de samenleving. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze wet
ligt bij de gemeenten.
De WMO is de opvolger van verschillende andere
wetten (Welzijnswet, Wet voorzieningen
gehandicapten, delen van de AWBZ en Wet
collectieve preventie volksgezondheid (WCPV)/Wet
publieke gezondheid (WPG).
Er zijn verschillende prestatievelden waarop de
gemeenten moeten presteren.
- Begeleiding en dagbesteding
- Ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk
te ontlasten
- Een plaats in een beschermde
woonomgeving voor mensen met een
psychische stoornis
- Opvang in geval van huiselijk geweld en
mensen die dakloos zijn.
In 2015 werden gemeenten ook verantwoordelijk
voor extramurale langdurige zorg.
Elke 4 jaar worden er nieuwe doelen opgesteld
door de gemeente met betrekking tot de WMO.
Hierbij wordt ook de financiering meegenomen.
Max. eigen bijdrage €19,-.
De WLZ en ZVW zijn volksverzekeringen en de
WMO is een sociale voorziening. Als je gebruik
maakt van de WMO betaal je een eigen bijdrage.
WELKE RECENTE VERANDERINGEN HEBBEN ER PLAATSGEVONDEN EN
WORDEN ER VERWACHT BINNEN HET NL FINANCIERINGSSYSTEEM VAN DE
ZORG?
De inhoud van het basispakket wordt elk jaar uitgebreid, vooral
met nieuwe medicatie.
- Anticonceptiepil >21
- Vitaminepreparaten en hoogtebergtebehandeling niet
meer vergoed
- Mondzorg van 18-21 jarigen uit het basispakket
3
, Ook is er een hoger eigen risico (van €220 tot €385)
De premies zijn enkele jaren gedaald, maar zijn gestegen van 2021-2023
Er zijn grotere verschillen in geld tussen zorgverzekeraars meer concurrentie patiënten
actiever op de verzekeringsmarkt.
Verzekeraars worden selectiever gecontracteerd:
- Borstkankerzorg
- Blaaskankerzorg
In de toekomst liggen er vooralsnog geen belangrijke wetsvoorstellen in het verschiet. De eigen
bijdrage aan de WLZ wordt misschien verlaagt. De eigen bijdrage van de WMO is niet meer
inkomensafhankelijk.
PRAKTISCH OP DE TAAK:
Thuiszorg wordt vergoed door de verzekeraar en gaat niet ten koste van het eigen risico als er een
medische indicatie is. Deze indicatie kan gegeven worden door onder andere een
wijkverpleegkundige of huisarts.
Als iemand in een WLZ-instelling verblijft dan ontvangt diegene per maand een factuur van het
CAK. Dit geldt ook voor het verblijven in een verpleeghuis en persoonsgebonden budget. De
hoogte van de eigen bijdrage hangt af van het aantal dagen dat iemand in de WLZ-instelling
verblijft. De eigen bijdrage is minimaal €0,- en maximaal €2652,40 per maand.
De NIPT-test is een niet-invasieve prenatale test. Hiermee kunnen DNA-afwijkingen van het
ongeboren kind worden ontdekt door het bloed van de moeder te onderzoeken. Er wordt gekeken
naar 3 afwijkingen: het Edwards-, Patau- en Downsyndroom. Tot 1 april 2023 was deze test niet
gratis. Hij kostte €175,-. Vanaf 1 april 2023 is deze test gratis geworden.
WAT IS ADD EN ADHD?
ADHD staat voor aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis en valt onder de neurobiologische
ontwikkelingsstoornissen.
ADHD komt tot uiting in de kindertijd en kan tot op late leeftijd voortduren. Meestal wordt het voor
het eerst vastgesteld tijdens de kindertijd of adolescentie, maar het komt ook regelmatig voor dat
de aandoening pas op latere leeftijd wordt opgemerkt.
ADD staat voor Attention Deficit Disorder en is een subtype van ADHD. Bij ADD staat
aandachtstekort op de voorgrond en de hyperactiviteit op de achtergrond. Mensen met ADD zijn
vaak sneller afgeleid en rusteloos. Ze kunnen bv. meerdere stemmingsschommelingen hebben op
een dag. Ook vergeetachtigheid, slaapproblemen, een ander tijdsbesef hebben, ongeorganiseerd
zijn en moeite hebben met het onderhouden van sociale contacten horen hierbij.
Prevalentie:
Over het algemeen wordt geschat dat 3-5% van de kinderen voldoet aan de kenmerken voor
ADHD en 2-3% van de volwassenen. ADHD wordt vaker vastgesteld bij jongens dan bij meisjes.
De prevalentie bij jongens van 5-18 is bijna verdubbeld in de periode 2005-2014 van 9,9% naar
18,3%.
De prevalentie bij meisjes van 5-18 is bijna verdrievoudigd in de periode 2005-2014 van 3,5%
naar 10,4%
De prevalentie van medicijngebruik stijgt matig tussen 2005 en 2014.
De aard van de klachten is verschillend bij jongens en meisjes, waardoor het beeld bij meisjes en
vrouwen vaak minder snel herkend wordt. Ook verandert de aard van de klachten naarmate
iemand ouder wordt.
In de kinderjaren staat impulsiviteit en hyperactiviteit meer op de voorgrond, terwijl de problemen
bij jongeren en volwassenen vaak tot uiting komen bij het houden van aandacht, planning en het
organiseren van het dagelijks leven.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fennegijzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.