100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
RUG Rechtsgeschiedenis hoorcollege aantekeningen $11.27
Add to cart

Class notes

RUG Rechtsgeschiedenis hoorcollege aantekeningen

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de hoorcollege aantekeningen van Rechtsgeschiedenis (jaar 1, blok 1, Rechtsgeleerdheid, RUG).

Preview 2 out of 10  pages

  • July 5, 2023
  • 10
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Prof. mr. f. brandsma / mr. a.h.j. smit
  • All classes
avatar-seller
Rechtsgeschiedenis hoorcolleges jaar 1 – week 1
College 1 – codificatie
Powerpoint staat op Brightspace
Is een beer een hond?
Is stilstaan rijden? Vragen die juristen zich stellen
Is een tomaat groente of fruit?
Is een beer een hond:
- Na de val van de Berlijnse muur (1989) openden landen hun grenzen en startten er banden
met het westen. Gevolgen:
o Het einde van de Koude Oorlog
o De eenwording van Duitsland
o Mensen vrij van oost naar west
- DUS: in 1990 liep een Roemeense berentemmer met beer door Groningen, maar er was enkel
een verordening waarin werd bepaald dat je de hond aan de lijn moest hebben.
- Er was niet gedacht aan de mogelijkheid dat iemand met een onaangelijnde beer zou komen.
- Vraag voor de agent: valt een beer onder strafregeling voor een hond? Verschillende
interpretaties:
o A: er is niet aan de beer gedacht, een beer is geen hond, dus jammer dan.
o B: wat is de reden van de verbodsbepaling? Het is gevaarlijk, beren zijn gevaarlijker
dan honden, dus er zou opgetreden moeten worden.
Is stilstaan rijden:
- Iemand gebruikte zijn mobiele telefoon, stilstaand voor een stoplicht. Mag dit? De rechter
heeft stilstaan geïnterpreteerd als rijden.
Is een tomaat groente of fruit:
- Er werd extra belasting geheven over groente en dus ook over tomaat. Dit werd
aangevochten: tomaat als fruit.
- Volgens het hooggerechtshof beschouwt menigeen de tomaat als groente. Tomaat is dus
groente.
Codificatiegedachte  de gedachte dat het recht gevonden wordt in de wet.
- Begrip is geïnitieerd door rechtsfilosoof Jeremy Bentham in de 18 e eeuw;
- “Het recht van Engeland moet gecodificeerd worden” (d.w.z. in rechtsboeken vastgelegd);
Het is hondenrecht  als een hond iets goeds doet beloon je hem, anders straf je hem. Zo
hoop dat je dat hij het niet weer doet;
- Universiteit van Londen gesticht, koepelgevangenis uitgevonden, na dood stoffelijk overschot
in een kasta gezet bij de ingang van de Universiteit van Londen;
Codificatie  geschreven recht, waaraan de overheid een aan haar gezag ontleende,
uitsluitende gelding toekent; deze exclusiviteit maakt de rechtsoptekening tot een volledige.
Kenmerken:
1) Rechtsregels die op schrift zijn gesteld;
D.w.z. geschreven, want het recht moet kenbaar zijn voor degenen voor wie het geldt.
2) Rechtsregels die zijn uitgevaardigd door de overheid;
D.w.z. door het daartoe bevoegde gezag. Bijv. een vereniging is niet in staat om regels aan

, iedereen op te leggen, maar wel aan haar leden. Het bevoegde gezag moet de regels hebben
uitgevaardigd;
3) Rechtsregels die exclusief verklaard zijn;
D.w.z. dat de optekening van de rechtsregels wordt verklaard volledig te zijn. De wetgever
verplicht de rechter om alle uitspraken te baseren op die codificatie. Ofwel: niet zelf regels
verzinnen, andere rechtsbronnen raadplegen, etc.
In wetboeken is niet letterlijk alles geregeld  interpretatie belangrijk. Elke wet wordt
geïnterpreteerd. Hoewel de regels door de wetgever bepaald worden heeft de rechter bij de toepassing
het laatste woord. Als de wetgever het niet met de rechter eens is, wordt er een nieuwe wet gemaakt.
Rechter heeft dus vrij veel vrijheid voor het interpreteren van de wet. Wetten zijn bedoeld om zo veel
mogelijk problemen op te lossen en zijn dus niet volledig uitgekaderd. Algemene formulering.
Codificatie is een recent verschijnsel.
Het recht ontstaat wanneer men gaat samenwerken  sociale regels, ongeschreven en ontstaan door
de gewoonte. Men gedroeg zich zo, omdat dat altijd al gebeurde (gewoonterecht).
Naar mate staten zich hebben gevormd werd er gezocht naar universele regels (in Groningen gedraagt
men zich anders dan in Zeeland, maar dit is dezelfde staat  niet handig). Op zoek naar
gezaghebbende bron van rechtsregels.
Indeling in het recht:
1) Publiekrecht  Regels over het belang van de overheid. Bijv. strafrecht, staatsrecht,
bestuursrecht.
2) Privaatecht  Grootste deel van het recht. Regels die gelden tussen burgers onderling. Bijv.
privaatrecht. Op basis van het Romeinse recht.
Moderne codificaties vanaf de 18e eeuw:
- Jean Jacques Rousseau – Contrat Social (1762);
Voorstander volkssoevereiniteit; het volk heeft het voor het zeggen en legt zichzelf regels op;
Wet is uitdrukking van de algemene volkswil (volonté generale); wet wordt dus gemaakt door
de wil van het volk;
Contrat Social: als je burger bent van een staat, onderwerp je je aan de regels van die staat.
Dit geeft burgerlijke vrijheid  vrijwillig onderwerpen aan regels van de meerderheid, zo
niet: vertrekken;
DUS: alle rechtsregels moeten bij wet zijn vastgesteld, want dat kan volgens het
gedachtegoed van Rousseau niet anders.
- Cesare Beccaria – Legaliteitsbeginsel;
“Wanneer mag een overheid iemand bestraffen?”
Tegenwoordig: als van tevoren in de wet is bepaald dat iets niet mag; wet maken –
overtreding – bestraffen;
Je mag niet straffen met terugwerkende kracht. Nulla poena, sine previa lege.
Als je dit idee serieus wil nemen, moet je wetboeken (codificaties) van strafrecht maken;
Interpretatie:
- Wat moet doorslaggevend zijn bij een uitspraak, de wil van de wetgever of de tekst?
Beide standpunten zijn vertegenwoordigd.
- Wetgever maakt wet om in de toekomst te laten werken, ook in onvoorziene gevallen. Door
tijdsverloop kunnen er nieuwe omstandigheden zijn waar van tevoren niet aan gedacht was.
- Moet je de wetten dan lezen zoals destijds bedoeld, of kun je de tekst toepassen op moderne
omstandigheden? Verschillende meningen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renskebrouwer95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.27
  • (0)
Add to cart
Added