Dit is een complete samenvatting van het vak "Algemene Psychologie", ik had met deze samenvatting een 17/20. Het bevat alle te kennen thema's + extra informatie waar nodig!
➢ Inleiding in psychologisch onderzoek en theorievorming
➢ Cognitieve psychologie (informatieverwerking)
o Cognitie (alles van input zoals waarneming,… tot het gedrag dat daar op volgt) is geen passief proces maar ee
actieve verwerking door verschillende hersengebieden, we hebben in dit vak ook focus op de biologie van de
mens meer bepaalde de hersenen, BIOLOGISCHE focus)
o Inzicht in verschillende cognitieve functies (waarneming, aandacht, geheugen) en kennis van basisexperimenten
Inhoud van het vak
H1 Wat is Psychologie?
H2 Biologische basis van het gedrag
H4 Waarneming
H5 Aandacht, cognitieve controle & bewustzijn
H6 Leren en Conditioneren
H7 Onthouden en Vergeten
H8 Taal
H10 Emotie en Motivatie
H13 Psychopathologie
H16 Sociale psychologie
1
,H1: WAT IS PSYCHOLOGIE?
EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE
Psychologie = Wetenschappelijke studie van het gedrag (kortste definitie)
➢ MAAR de Methode die voor onderzoek gebruikt wordt, bepaalt of dat de studie wetenschap is of niet
o In alle wetenschappen is er op dit moment sprake van DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE, namelijk het
“Systematisch empirisme” (experimenten uitvoeren)
▪ Hiermee wordt bedoelt dat men systematisch gaat observeren (experimenten) om zo aan kennis te
komen
o We gaan aan de hand van experiment de oorzaak van een bepaald fenomeen onderzoeken, bij de psychologie
is dit het gedrag, maar eigenlijk is meer de informatieverwerking het studieobject!!!!!
▪ Experimenten waarin we een variabele manipuleren (alle andere variabelen controleren) en zien wat
het effect is op gedrag, bvb, effect van videogames op agressie
Psychologie = ‘Wetenschappelijke studie van het gedrag met als doel deze gedragsevidentie te gebruiken om de interne
processen te begrijpen die aan dit gedrag ten grondslag liggen’ (lange definitie)
➢ We zijn geïnteresseerd in het gedrag (heel ruim interpreteren), maar vooral geïnteresseerd in de interne processen
(hersenen) die aan de basis liggen van dat gedrag
o informatieverwerking (alles wat er in het hoofd gebeurd) is eerder het studiegebied van de psychologie en
gedrag is dat wat minder wat gedrag is de OUTPUT van die informatieverwerking (interne processen in de
hersenen)wat minder het gedrag, dit is namelijk de output van de informatieverwerking
- Wat wordt bedoeld met gedragevidentie???
o Het uiterlijk gegeven gedrag als evidente uitdrukking van verschillende daarmee verbonden interne processen
ONTWIKKELING RICHTING PSYCHOL OGIE
Vragen over het menselijk gedrag zijn zo oud als de mens zelf, men vroeg zich altijd al af hoe ons gedrag tot stand kwam,
deze vragen over ons gedrag werden eerder pas systematische beschreven door enkele grote filosofen (zoals Aristoteles,
Plato,…). Bij hen ging het meer over het filosofisch nadenken, in plaats van het observeren
MAAR psychologie als wetenschappelijke studie is zeer jong, deze aspecten die in dit onderdeel besproken worden zullen
een aanleiding geven tot de ontwikkeling van Psychologie
➢ In 16e, 17e eeuw (door de wetenschappelijke revolutie) werd observatie dé wetenschappelijke methode (basis
van de wetenschappelijke methode van die periode, maar die was subjectief) en dit bracht vragen met zich mee
over menselijke informatie verwerking,…
➢ Eerste studies over menselijke informatieverwerking
o Men begon zich vragen te stellen over de mogelijkheden en beperkingen van de menselijke
WAARNEMING (eerste vragen over de informatieverwerking van de mens)
▪ Astronomie (1796):
• De persoonlijke fout: om de beweging van planeten en sterren te bestuderen was het nodig
om precies vast te stellen WANNEER (tijd) een hemellichaam een bepaalde lijn aan de hemel
overschreed. (het is enorm moeilijk om zowel de hemel als een klok in het oog te houden),
waardoor er regelmatig vertraging van de waarneming gebeurd.
▪ Uit onderzoek bleek dat de ene astronoom meer tijd nodig had om
informatie te verwerken dan anderen. Daarom begon men te spreken
van een ‘persoonlijke fout’
2
, ▪ Snelheid van informatieverwerking (Von Helmholtz 1821-1894, 30m/s)
• De beperking van de waarneming kwamen verder aan ligt toen Hermann Von Helmholtz een
Experiment deed over de snelheid van informatieverwerking binnen het lichaam, het
centrale zenuwstelsel
o Conclusie: De informatietransmissie in de zenuwen kost wel wat tijd
▪ Donders’ (1818-1889) substractiemethode
• Eerste echte wetenschappelijk psychologisch experiment
o → substractiemethode snelheid van reageren (hoelang duurt het om DIT van
DIT te onderscheiden)
▪ Het onderzoek van Donders is het begin geweest van de “mentale
chronometrie”, dit is een techniek waarbij men de psychologische
processen in informatieverwerking probeert te achterhalen door te
kijken naar de reactietijd die mensen nodig hebben om bepaalde
taken uit te voeren.
SUBSTRACTIEMETHODE
Onderzoek naar de snelheid van reageren/onderscheiden
Donders werkte men 3 condities en telkens werden klanken aangeboden als stimulus.
(dit waren de lettergrepen ki,ka,ke,..)
1. Eerste conditie
a. In de eerste codnitie werd steeds dezelfde stimulus aangeboden
(bv: ki) en de proefpersoon moest die zo snel mogelijk herhalen
b. A-reactie = eenzelfde reactie op dezelfde stimulus
2. Tweede conditie
a. Bij deze conditie werden de lettergrepen door elkaar aangeboden en de proefpersoon moest die zo snel mogelijk
herhalen
b. B-reactie = een reactie waarbij zowel een discriminatie (van de stimulus) als een keuze (van het antwood) gemaakt
moest worden.
3. Derde conditie
a. Hierbij werden weer alle lettergrepen aangeboden maar de proefpersoon moest alleen de stimulus (ki) herhalen
b. C-reactie = reactie waar bij alleen een discriminatie van de stimulus gemaakt moest worden
Hij had een apparaat ontwikkeld dat hem precies in staat stelde te meten tussen het moment dat de stimulus aangeboden werd en het
moment waarop de proefpersoon begon te antwoorden
➢ Op basis van deze resultaten berekende hij de tijd die nodig wis voor de discriminatie van een stimulus (46 ms) (luisteren naar
verschillen van klanken) & de tijd die nodig is voor de keuze van het antwoord (42 ms)
o Vb. Kost het tijd om klanken te onderscheiden???
▪ Het luisteren naar het verschil van klanken ongeveer 50 ms duurt (dit is lang)
▪ → informatieverwerking KOST TIJD, kosten energie, gaan niet zomaar van zelf
Hedendaagse toepassing van substractiemethode (= methode dat je kan gebruiken
om te weten hoe en hoe snel mensen aspecten kunnen onderscheiden)
- Hoe lang duurt het vooraleer we groen van rood licht kunnen onderscheiden
(tegenwoordig wordt de substractiemethode toegepast bij verkeersveiligheid te
onderzoeken)
3
,HET ONTSTAAN VAN PSYCHOLOGIE
(!!!!) De wetenschappelijke psychologie werd geboren in 1879, toen Wilhelm Wundt het eerste
psychologische onderzoekslaboratorium oprichtte in Leipzig
➢ Object van zijn studies → Waarneming. (informatieverwerking)
➢ Onderzoeksmethode → Introspectie (naar binnen kijken).
o Vragen stellen aan de mens zelf over hoe de informatieverwerking bij hen gebeurd
Alfred Binet ontwikkelde samen met Theodore Simon de eerste bruikbare intelligentietest en stond daarmee aan de basis van de
toegepaste psychologie
Freud lag aan de basis van de psychoanalyse
➢ Psychoanalyse is een methode voor de behandeling van verschillende psychische stoornissen. Psychoanalyse wordt gevormd door de theorie
van psychoanalyse, waarin gefocust wordt op de onbewuste geest; onbewuste mentale processen. Psychoanalyse of de inzet van deze
technieken wordt soms omschreven als dieptepsychologie.
(!!!) John Watson (grondlegger van behaviorisme) → Hij wou van de psychologie een natuurwetenschap maken, daarom
dienden psychologen zich alleen bezig te houden met het observeerbare gedrag. WEG met “introspectie”, hij wilt dat de
psychologie de natuurwetenschappelijke methode (methode dat in biologie, fysica,… gebruikt werd) gebruikt => dit was de
aanzet tot het behaviorisme
➢ Natuurwetenschappelijke methode = Systematisch empirisme (experimenten)
HET BEHAVIORISME
Volgens behavioristen kan Enkel meetbaar, observeerbaar gedrag het studieobject zijn van psychologisch onderzoek en
theorievorming.
➢ In een poging om de psychologie nog wetenschappelijker te maken, stelden behavioristen voor om ENKEL observeerbaar
gedrag te bestuderend, dat beschouwd werd als het GEVOLG van een eenvoudige Stimulus-Respons-koppelingen.
Hiertoe werden ze geïnspireerd door het positivisme
o Het behaviorisme zag weinig in de studie van de geest, mentale processen,… hij verwerpt alles wat de kern
uitmaakte van het structuralisme (introspectie, bewustzijn en de structuur van mentale inhoud)
▪ Volgens Watson moest men Introspectie-methode verlaten, want het brengt toch maar subjectieve
resultaten naar boven
o Alleen focus op het direct observeerbare gedrag
➢ Bij de uitbouw van het behaviorisme werd Watson in hoge mate geïnspireerd door het “positivisme”. Dit was een
beweging die beweerde dat de natuurwetenschappen de beste manier waren om de wereld te begrijpen en kennis te
genereren.
o De behaviouristen namen 3 ideeën over van het positivisme
▪ 1) Replicatie (duidelijke operationele definities)
• Men moest de theorieën baseren op directe observaties die door anderen herhaald kunnen
worden (er moeten in herhaaldelijke studies hetzelfde worden aangetoond)
o Hierbij heeft men nood aan “operationele definities”, alle termen moeten
operationeel opgesteld worden, toepasbaar voor alle wetenschappers waardoor
er geen misinterpretatie kan zijn!!!!
▪ 2) een tweede idee dat behavioristen van het positivisme haalde was het onderscheid tussen
Afhankelijke en Onafhankelijke variabelen
• Op basis van deze begrippen kan men het behaviorisme definiëren als de studie van de
invloed van een stimulus (de onafhankelijke variabele, die gemanipuleerd kan worden door
de onderzoeker) op de reactie van de persoon of het dier (afhankelijke variabele, dit is de
variabele die verandert als REACTIE/gevolg op de onafhankelijke variabele)
o Behaviorisme = S-R psychologie
▪ STIMULUS lokt een REACTIE uit
▪ 3) Beschrijven van precieze relatie tussen Afhankelijke en Onafhankelijke variabele (oorzaak-gevolg)
4
, ➢ Voorbeeld EXPERIMENT
o Zorgen computerspelletjes (Onafhankelijke Variabele) voor toenemende agressie op scholen (Afhankelijke
Variabele)?
▪ We gaan de twee variabelen Operationeel moeten definiëren .
• Agressie moeten operationaliseren (hoe heb ik het gebruik in mijn onderzoek)
o Agressie → Fysiek contact
• Computerspelletjes → gewelddadige games
▪ In een goed onderzoek → Manipulatie van OV en effect meten op AV (om zo te zien wat het verband is)
• Groep kindjes moeten agressief computerspelletjes spelen
• Andere groep kinderen mogen dit ene jaar niet doen
COGNITIEVE PSYCHOLOGIE (REACTIE OP BEHAVIORISME)
De cognitieve psychologie is een reactie op het behaviorisme
➢ Ze hebben dezelfde methode in hun studies, want ze vinden experimenten iets goed
➢ Ze hebben ECHTER een ANDERE KIJK OP DE MENS
o Cognitieve psychologen zien het menselijke gedrag as iets complexer, volgens hen kan je het menselijk
gedrag niet verklaren zoals in de natuurwetenschappen, met de simpele voorstelling van oorzaak =>
gevolg
o Je mag nooit vergeten dat andere factoren ook effect kunnen hebben op het gedrag (gevolg)
▪ Behaviorisme (S – R → stimulus – (leidt tot) Respons)
▪ Cognitieve psychologie (S-C-R)
• Stimulus – context/verwachting – respons
o De context bepaald wat je ziet/denkt
▪ De context bestaat uit cognitieve aspecten zoals
verwachting, motivaties, emoties,…
ONDERZOEKSMETHODEN VAN DE PSYCHOLOGIE
Er bestaan drie belangrijke onderzoeksmethoden in de psychologie, namelijk:
➢ (1) Beschrijvend onderzoek
➢ (2) Correlatieonderzoek
➢ (3) Experimenteel onderzoek
BESCHRIJVEND ONDERZOEK
Beschrijvend onderzoek is het begin van het onderzoek, het is de eerste stap
➢ Beschrijvend onderzoek = observeren en beschrijven, in eerste plaats gaat het hierbij over het verzamelen van
correcte informatie. Men gaat nog GEEN UITSPRAKEN doen over het verband tussen variabelen
o Er wordt gewoonweg een toestand in beeld gebracht, aan de hand van:
▪ Vragenlijsten
▪ Interviews
▪ Opiniepeilingen (peiling naar opinie in een populatie)
▪ Psychologische test (menselijke vaardigheden en eigenschappen meten)
▪ Archief data (informatie halen uit een archief, plaats met opgeslagen documenten)
▪ Naturalistische observatie (onderzoekstechniek waarbij het gedrag geobserveerd wordt in een
natuurlijk context)
▪ …..
5
,CORRELATIEONDERZOEK
Bij correlatieonderzoek worden er WEL uitspraken gedaan, over het verband tussen variabelen
➢ Correlatieonderzoek = vaststellen en voorspelen van een verband
o We gaan 2 dingen samen meten, en zien of er een verband is
▪ Verband tussen computerspelletjes en agressie op speelplaats
▪ Verband tussen IQ en levenskwaliteit
▪ …
➢ Oppassen voor fouten
o Er is NIET ALTIJD een oorzakelijke verband
▪ Bij correlatieonderzoek, gaan we opzoek naar een verband tussen
variabelen (kenmerken), MAAR het laat GEEN CAUSALE RELATIE ZIEN
• We weten niet welke van de 2 aspecten de oorzaak is van de
andere
o Er kan een correlatie zijn, maar we weten niet of
computerspelletjes de oorzaak zijn van agressief gedrag (want kan ook omgekeerd zijn
of er kan zelf een derde variabele onbewust aanwezig zijn)
o Geen éénduidige oorzaak-gevolg verhouding
▪ Hierdoor moeten we gebruik maken van experiment (experimenteel onderzoek), enigste manier waarop
men een uitspraak kan doen over oorzaak en gevolg
EXPERIMENTEEL ONDERZOEK
Het experimenteel onderzoek, natuurlijk aan de hand van experimenten wordt gebruikt om oorzaken (van bv gedrag) aan te tonen.
➢ Experimenteel onderzoek = aantonen van oorzaak (van gedrag)
o Experimenten zijn de beste methode omdat de onderzoek hier controle heeft
over de manipulatie van de onafhankelijke variabelen
o Als we NIET verder kunnen met het correlatieonderzoek, en opzoek willen gaan
naar de oorzaken van het verband moeten we EXPERIMENTEN hanteren
▪ = Onderzoeker manipuleert een (onafhankelijke) variabele en kijkt
of dit een effect heeft op een andere (afhankelijke) variabele
• Afhankelijk wilt men verklaren
• Onafhankelijke gebruiken om te verklaren
▪ Beindvloedt X (onafhankelijke) Y (afhankelijk)???
• Doel: Formuleren van oorzaak-gevolg relaties
BIOLOGISCHE FOCUS
Cognitieve psychologie, deze stelt dat men menselijk gedrag NIET kon begrijpen ZONDER een beroep te doen op
informatieverwerkende (cognitieve) processen die zich afspelen in de hersenen
➢ Cognitie = informatieverwerking
o Alle informatieverwerking (sensaties, motorische handelingen, bewuste ervaringen,…) is een gevolg van
hersenactivatie (zie biologische basis)
▪ Alles begint bij hersenactiviteit, als gevolg is er dan ook nood aan een BIOLOGISCHE FOCUS
▪ Cognitieve neurowetenschappen (cognitive neuroscience) → nieuw mode woord voor
psychologie, maar is het zelfde
➢ Hedendaagse psychologie maakt veel gebruik van fysiologische metingen (metingen levende wezens en
hunorganen,…). Er is dus zeker sprake van een BIOLOGISCHE FOCUS
o Enkele methodes die biologisch gefocust zijn en die worden gehanteerd in de hedendaagse psychologie
6
, OOGBEWEGING EN PUPIL - STUDIES
➢ Oogbewegingen geven aan waar we naar kijken
o Onderzoeken waar onderzoeksobjecten naar kijken
▪ Vb: Naar welke reclame panelen bij de voetbal kijken de supporters
o Door de resultaten van het onderzoek kan men “Heat Maps” maken (links)
▪ Dit is een grafische weergave van naar waar een persoon vooral kijkt
• Voorbeeld hier ging over een zoekopdracht in Google en dan naar
waar ze het meeste keken (kan gebruikt worden om reclame op een
goede plaats te zetten)
➢ Pupilgrootte geeft aan hoe interessant (opwindend) we iets vinden of hoeveel inspanning we doen
o Onderzoekers zijn Geïnteresseerd in cognitieve factoren die de pupilgrootte bepalen (kleiner of groter)
▪ Hoe interessanter/opwinding ze iets vinden → hoe groter
▪ Hoe meer moeite/inspanning → hoe groter pupil (enigste manier om te weten te komen hoeveel moeite
ze hebben gedaan)
o Maar er zijn ook ander factoren die de grootte bepalen → dus voorzichtig mee zijn!!!!
NEURALE ELEKTRISCHE ACTIVITEIT
➢ EEG - Electroencephalogram
o Er wordt een kap opgezet met elektrodes/elektronen
▪ Dit is niet ontwikkeld door psychologen, maar komt uit de medische wereld.
Het wordt wel gebruik door psychologen, om te kijken naar factoren die
gedrag beïnvloeden
o Deze Meten elektrische activiteit hersenen
▪ vb. slaap/waak/epilepsie/cognitieve functies
• Wordt veel gebruikt bij studie naar slaap
• We zien aan de hand van de frequentie van elektrische
activiteit hoe ALERT iemand is
o Hoe wij als psychologen dat gebruiken
▪ Bv: verwachting
• Onverwachte stimulus (bv een auto crash kijk
foto hieronder) leidt tot bepaalde activiteit in
hersenen, hierop focussen psychologen
BEELDVORMING (BINNEN DE HERSENEN)
➢ PET-Scan: Positron emissie tomografie
o Geeft een beeld van de ACTIVITEIT van het orgaan, aan de hand van het
labelen van zuurstof
▪ Er wordt een radioactieve stof ingespoten bij proefpersoon of
patiënt, waardoor zuurstof wordt gelabeld (je kan het zien waar
zuurstof zich bevindt), en hersengebieden die meer energie
verbruiken hebben ook meer zuurstof nodig en we kunnen het
zien welke hersengebieden het meest moeten werken
➢ PET GEBRUIKEN WE NIET MEER ECHT, fMRI (‘functional’ Magnetic Resonance Imaging) gebruiken
we nog wel, hierbij gaan we echter geen zuurstof labelen maar heeft wel dezelfde functie
o fMRI → functionele MRI
▪ een beeld krijgen waar iets in de hersenen gebeurd
▪ Met behulp van elektro magnetische straling die via een magneetveld het hele
lichaam bestrijkt wordt een beeld gemaakt van het menselijke lichaam
• als je MRI en EEG samenvoegt kunnen we heel goede informatie
verkrijgen
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorenbrauwers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.54. You're not tied to anything after your purchase.