100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting/Aantekeningen kennisclips Farmacologie $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting/Aantekeningen kennisclips Farmacologie

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting/Aantekeningen van de kennisclips Farmacologie voor gezondheid en leven jaar 2.

Preview 3 out of 19  pages

  • July 5, 2023
  • 19
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
HOORCOLLEGES EN LITERATUUR FARMACOLOGIE
PERIODE 5 JAAR 2 G&L
INTRODUCTION

 Farmacologie geeft een uitleg van de actie van farmaceutical in het
menselijk lichaam.
 Medicine = pharmaceutical drug applied for therapy.
 Pharmacodynamics (PD): what does the drug do with the body.
 Pharmacokinetics (PK): what does the body do with the drug?
 Pharmacotherapy = applies pharmacology. Use of knowledge and
insights gained from pharmacology for the treatment of diseases.
 Het is altijd een chemical maar niet altijd voor genezen van ziekten; ze
willen vaak dat ze een selectieve actie hebben maar dat is vaak niet
ideaal  kan altijd adverse effecten.
 Primaire effect = effecten waarvoor het middel toegediend wordt.
 Side effect = adverse/unwanted effects under the given circumstances. Het onderscheid ertussen
wordt gemaakt door het doel waarvoor het gegeven wordt; aspirine als een pijnstiller of tegen
bloedklot bvb).
 Placebo = een middel met geen enkele farmacologisch actieve substanties erin. Kan een
therapeutisch effect hebben  placebo-effect. Dit wordt ook beïnvloed door de verwachtingen van
de patiënt.
 Nocebo = een placebo met bijwerkingen.
 Ontwikkeling in twee fasen: drug discovery & drug development.
Start met discovering chemistry & biology (bind het het
compound).




PHARMACODYNAMICS

 Pharmacodynamics; wat doet een medicijn met het lichaam, op 4 levels: system (zenuwstelsel,
cardiovasculaire system), weefsel (elektrogenese, contractie, secretie, proliferatie), cellulair

, (transductie, biochemicalen gelinkt aan de target) en moleculair (interactie met moleculaire target;
receptor, ionkanaal, enzym, etc).
 Targets: receptor (agonist/antagonist), ionkanalen (blockers gaan erin zitten als hij open is of
modulatoren die verhoogde of verlaagde openingtijd geeft door aan de zijkant te binden), enzymen
(inhibitor, pro-drug dat actief drug produceert en false substrate die een abnormaal metaboliet
produceert), transporters/carriers (normaal, inhibitor door erin te gaan zitten op de bindplek of te
binden aan de zijkant waardoor het substraat niet kan binden, false substrate waardoor er daarmee
transport is maar een abnormaal compound accumuleert aan de andere kant van het membraan).
 Receptoren: 4 groepen.
1. Ionotropic receptor (ligand gated ion channel):
geeft directe hyperpolarisatie of depolarisatie door
veranderingen van influx ionen. Gebeurt binnen
milliseconden. Voorbeeld zijn nicotinic
acetylcholine receptor.
2. Metabotropic receptor (G-protein coupled): bij
binding onmiddelijke aantrekking van G-protein
die dan kan stimuleren of inhiberen. Als
geactiveerd trekt G-eiwit aan kan ook second
messengers geactiveerd voor bijvoorbeeld
fosforylatie. Verandert activiteitsstatus van cel.
Binnen seconden. Voorbeeld is muscarinic acetylcholine receptor.
3. Kinase linked receptor: hebben een katalytisch domein (dus zijn ook enzym): dus als deze actief
wordt komt er een kinase reactie op het substraat. Geeft fosforylatie (is kinase) en geeft dan
gentranscriptie, eiwitsynthese en cellulaire effecten. Binnen uren. Bijvoorbeeld cytokine receptor
en insuline receptor.
4. Nuclear receptor: inactieve vorm in cytoplasma, alleen door activatie door agonist worden ze de
kern in gelaten en binden ze op bepaalde DNA-sequenties, ze herkennen specifieke DNA-binding
domeinen en daarom zijn het transcriptiefactoren. Dit leidt tot cellulaire effecten. Binnen uren.
Bijvoorbeeld oestrogeen receptor.
 Een medicijn is een exogeen chemisch middel dat een functionerend fysiologisch systeem modificeert
in een selectieve manier. Ze interacteren selectief met bepaalde cellulaire eiwitten gecategoriseerd in
receptors (een eiwit dat een endogeen chemisch compound herkent en daarmee een cellulair effect
geeft), enzymen, transporters en ionkanalen.
o Receptoren geen een karakteristieke selectiviteit: verschillende receptoren herkennen en
interacteren alleen met bepaalde compounds en drugs.
o Een medicijn heeft geen specifiek effect (single molecular mechanism of action); afhankelijk
van de dosis kan een medicijn meerdere effecten geven in interactie met meerdere types
receptoreiwitten. Selectiviteit hangt dus af van bindingsaffiniteit voor verschillende subtypes
van receptoreiwitten bij een gespecificeerde (lage) medicijnconcentratie.
o Affiniteit is hoe goed het bindt met receptors. Agonisten en antagonisten hebben allebei een
affiniteit voor de receptor maar de efficacy is hoog bij agonisten en laag/niet bij
antagonisten.
o Efficacy = relatie tussen receptor ingebruikname (hoeveel receptoren in gebruik bij welke
dosis van medicijn) en het vermogen om een respons te initieren op een moleculair, cellulair,
weefsel of systeem level.
o Intrinsieke activiteit = de capaciteit van een single-drug-receptor complex om een repons te
geven.
 Dose-response relaties verklaren moet hieraan voldoen (receptor theorie):
o De agonist bindt op een reversibele manier aan de receptor.

, o De aginist heeft een erg hoge affiniteit voor de receptor.
o Aginist concentratie is niet veranderd als een consequentie van binden aan zijn receptor.
o Agonist efficacy is evenreding met de graad van voorkomen van de receptor bij toenemende
geneesmiddel concentraties (occupancy postulate). E van agonist A, met intrinsieke activiteit
a die interacteert met receptor R: EA/Emax = a/(1+KdA/A) (receptortheorie in wiskunde).




 Lock & key:
o Competitive antagonist:
o




Non-competitive antagonist:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandydejong4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added