Samenvatting voor de module 'Coördineren en afstemmen' voor de studie MBO Gespecialiseerd pedagogisch medewerker van de LOI (Leidse Onderwijsinstellingen). Hoofdstuk 1: Samenwerken intern en extern, Hoofdstuk 2: Netwerken en de sociale kaart, Hoofdstuk 3: Coördineren van werkzaamheden, plannen en...
Good summary, you can easily get a pass.
By: atolman13 • 9 months ago
By: mjilderdasijtsma • 4 months ago
Seller
Follow
maaikebergsma1
Reviews received
Content preview
Coördineren en afstemmen
Hoofdstuk 1. Samenwerken intern en extern
Handelingsplan
In een handelingsplan staan de doelen beschreven die een school en/of een
kinderopvangorganisatie nastreeft met een kind. Het gaat met name om de leer- en/of
gedragsproblemen van het kind. In een goed handelingsplan staan altijd de (onderwijs)
behoeften van het kind centraal.
In een handelingsplan staan de volgende aspecten beschreven:
- Manier(en) waarop de doelen behaald kunnen worden.
- Afspraken over de aanpak van leerlingen.
- Hoe de doelen te meten zijn.
- De termijn.
- Wie erbij betrokken zijn.
- Aanpak.
- Hulpmiddelen.
- Evaluatie.
Handelingsgericht werken
Handelingsplannen kunnen op verschillende manieren worden opgesteld, zo is er ook de
methode handelingsgericht werken (HGW). Deze methode richt zich op de kwaliteit van
onderwijs en de begeleiding van leerlingen. Het werken volgens deze methode benadrukt
dat het aanbod goed moet worden afgestemd op het kind, zowel op zijn basisbehoeften
als onderwijsbehoeften. Er wordt gekeken naar de kindkenmerken (onderwijsbehoeften)
die het kind heeft en daarop wordt het onderwijs aangepast.
HGW bestaat uit zeven principes:
- Onderwijsbehoeften. De onderwijsbehoeften van het kind worden in kaart
gebracht. Bijvoorbeeld de leertijd, instructie en de uitdaging(en).
- Afstemming en wisselwerking. Er moet een goede afstemming en wisselwerking
zijn tussen het kind en zijn omgeving. Bijvoorbeeld op de groep, de verzorgers en
de school.
- De professional doet ertoe. Elke professional doet er toe die betrokken is bij het
kind. Hij kan afstemmen op de groep tussen de kinderen en het aanbod passend
maken voor het kind.
- Positiviteit is van groot belang. Positieve aspecten zijn essentieel in het begeleiden
van het kind en de betrokkenen.
- Constructieve samenwerking. Door een constructieve samenwerking te starten
met alle betrokkenen en met name verzorgers en het kind, zal het handelingsplan
meer kans van slagen hebben.
- Doelgericht werken. De professionals formuleren de doelen met betrekking tot het
leren, de werkhouding en het sociaal en emotioneel functioneren, zowel lange- als
kortetermijndoelen. Deze doelen worden SMART geformuleerd.
- Systematisch en transparant. Denk aan duidelijke afspraken wie, wat en wanneer
doet.
Door deze principes te volgen, is er nog geen handelingsplan. Daarbij zijn er vijf
onderdelen opgesteld die beschreven moeten worden:
- Beginsituatie.
- Inhoud en organisatie.
- Termijn.
- Betrokkenen.
- Evaluatie.
De HGW-cyclus
,De HGW-cyclus is als hulpmiddel te gebruiken om de zorg op individueel en op
groepsniveau concreet te maken.
De cyclus heeft vier fasen:
- Signaleren. In deze fase worden de kinderen die extra begeleiding nodig hebben
gesignaleerd.
- Analyseren. In deze fase worden de onderwijsbehoeften van het kind bekeken en
beschreven.
- Plannen. De kinderen die soortgelijke onderwijsbehoeften hebben eventueel
samenvoegen en hier een groepsplan voor opstellen.
- Realiseren. Het uitvoeren in de praktijk van het plan.
Volgens handelingsgericht werken moet een professional:
- Positief zijn ingesteld.
- Hoge verwachtingen van zichzelf en de kinderen hebben.
- Geduldig zijn.
- Besluitvaardig zijn.
- Consequent zijn.
- Regelmatig feedback op zijn handelen vragen.
- Op zijn eigen handelen en houding reflecteren.
- Goed kunnen differentiëren.
- Heldere en stapsgewijs opgebouwde instructie geven.
- Kennis op een betekenisvolle manier voor het kind vertalen.
Groepsplan
In de kinderopvang zal het pedagogisch beleid het uitgangspunt zijn voor het opstellen
van het groepsplan. De doelen die in het beleid beschreven staan, zullen verder worden
uitgewerkt in het groepsplan. Hierin staan de doelen beschreven voor de kinderen op de
groepen van de organisatie. Het groepsplan ziet er per organisatie verschillend uit, wel
een aantal algemene onderwerpen:
- De visie op het handelen van de medewerkers.
- De uitgangspunten in het pedagogisch beleid.
- Het dagritme.
- De belangrijke aspecten in de omgang met kinderen.
- De sfeer die wordt gecreëerd op de groep.
- De ontwikkelgebieden van het kind en hoe hier aandacht aan wordt besteed.
- De activiteiten die worden aangeboden en de aandachtsgebieden.
- Samenwerking met verzorgers en andere betrokkenen.
- Hoe de overdracht plaatsvindt en aan wie.
- Welke verplichte cursussen de professionals (jaarlijks) volgen.
Elk kind ontwikkelt zich op zijn/haar eigen tempo. Door een kind gericht te observeren,
weet je precies wat elk kind nodig heeft en waar het staat in zijn ontwikkeling. In de
kinderopvang wordt er steeds meer gebruikgemaakt van kindvolgsystemen en
bijbehorende systemen (observaties, ontwikkelingslijnen en andere meetinstrumenten),
om niet alleen aan te sluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind, maar ook om
zo goed mogelijk aan te sluiten bij school.
Een voorbeeld van een veelgebruikt kindvolgsysteem is ‘KIJK!’. In dit systeem kan de
ontwikkeling worden bijgehouden door observaties en deze te registreren. Je observeert
kinderen tijdens hun spel en andere momenten. Deze bevindingen verzamel je in het
digitale dagboek. Vervolgens kun je de volgende gegevens ophalen uit het systeem:
- Individueel rapport. Hier wordt de ontwikkeling van het kind getoond, op basis van
de ingevoerde observaties en registraties. Ook wordt de ontwikkeling van
kinderen van dezelfde leeftijd getoond, om zo een vergelijking te maken.
- Groepsrapport. Hier wordt de ontwikkeling van de groep als geheel bijgehouden.
Er worden ook ontwikkelingsgebieden getoond waarin de groep wat extra
stimulans in nodig heeft.
- Groepsoverzicht. Hier worden de onderwijsbehoeften getoond van de kinderen. Zo
kan je hierop inspelen tijdens instructiemomenten, spel en andere activiteiten.
- Groepsplan. Met de gegevens uit het groepsrapport en groepsoverzicht stel je een
groepsplan op.
, Het 4G-model
Om irritaties en/of frustraties tegen te gaan, is het handig om in de dagelijkse praktijk
elkaar regelmatig feedback te geven. Een veelgebruikte methode om feedback te geven,
is het 4G-model. Dit model biedt een structuur om ongewenst gedrag van een ander te
benoemen en het gewenste gedrag te uiten. Het 4G-model bestaat uit de vier G’s:
- Gedrag. Dit is het feitelijke en specifieke gedrag van de ander.
Ik zag dat je …
Ik merkte dat je …
Wat mij opviel is …
Ik hoorde je zeggen …
- Gevolg. Het effect van het gedrag van de ander op de omgeving.
Het effect van jouw gedrag is …
Wat ik zie gebeuren …
- Gevoel. Wat het gedrag van de ander bij je teweegbrengt (gevoelsreflectie).
Dit geeft mij het gevoel …
Ik merk dat ik …
Ik vind het lastig om …
- Gewenst. Het gedrag benoemen dat je graag zou zien.
Wat ik graag zou zien …
Zou jij voortaan …
Ik hoop dat vanaf nu …
Je kan de feedback opbouwen, los per G of een combinatie van meerdere G’s bij elkaar.
Wanneer het benoemen van iemand zijn gedrag niet tot het juiste effect leidt, herhaal je
de eerste G en vul je deze aan met de tweede G. Hierdoor wordt de feedback een stuk
krachtiger en zwaarder. Dit worden ook wel feedback loops genoemd.
Tips bij het feedback geven:
- Bereid je goed voor. Niet in het moment zelf (frustraties en emoties liggen hoog),
maar later op een rustig moment.
- Luister actief. De ander met suggesties/oplossingen komen, i.p.v. zelf gedrag
afkeuren of ongevraagde adviezen geven.
Niveau 1: 360 graden luisteren. Hoogste niveau. Je luistert niet alleen naar
wat de ander zegt, maar je houdt ook rekening met de manier waarop
iemand iets vertelt en hoe iemand iets vertelt.
Niveau 2: Gericht luisteren. Je luistert wel naar wat iemand vertelt, maar
een echte connectie maken lukt niet. Woorden komen wel binnen, maar je
besteedt geen aandacht aan lichaamstaal of andere non-verbale
communicatie.
Niveau 3: Intern luisteren. Je hoort wel wat de ander zegt, maar ‘intern’ ben
je bezig met je eigen gedachten. Je knikt en mompelt wel maar je luistert
niet actief.
- Geef ook positieve feedback. Drie simpele regels:
Geef alleen positieve feedback per keer. Zo voorkom je een ‘mixed
message’. Het sandwichmodel (eerst iets leuks, dan de kritiek en daarna
weer iets leuks zeggen) werkt niet.
80/20 regel. Je moet altijd meer positieve feedback geven dan negatieve
feedback.
Geef het direct. Positieve feedback kan ter plekke, direct en ten overstaan
van andere collega’s gegeven worden.
Samenwerken met collega’s intern en extern
Er zijn zes (succes)factoren die voor een succesvolle samenwerking in een team zorgen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikebergsma1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.