Samenvatting: Fysiologie van de Nier en
van de Water- en
Elektrolytenhuishouding:
Nut van nierkennis in de tandheelkunde:
• Falen van nier kan zich uiten op vlak van uremie:
o Opstapeling van het afvalproduct ureum
▪ Kan zich voordoen ter hoogte van de mondweefsels
• Bij niertransplantaties moet patiënt infectievrij zijn:
o Tanden moeten infectievrij zijn
▪ Eventuele extracties kunnen nodig zijn
• Gevolgen van nieraantasting:
o Hyperplasie van de gingiva
Water:
• Kwantitatief het belangrijkste bestanddeel van het organisme
• Komt in verschillende compartimenten voor
o Elk met specifieke samenstelling en volume
• Tussen verschillende compartimenten bestaan er belangrijke uitwisselingen
Watergehalte van het menselijk lichaam:
• Gemiddeld bestaat het lichaam uit 70% water
o Ongeveer 42 l
• Komt voor in 3 verschillende compartimenten
o Intracellulaire vloeistof (50% van het lichaamsgewicht)
▪ Hoge eiwitconcentratie
▪ 2/3 van de hoeveelheid water
o Interstitieel vocht (15% van het lichaamsgewicht)
▪ Praktisch eiwitvrij
o Bloedplasma (5% van het
lichaamsgewicht)
▪ Hoge eiwitconcentratie
• Opmerking:
o Bloedplasma en interstitieel vocht
bevinden zich extracellulair
▪ 1/3 van de hoeveelheid water
• ¾ hiervan zal zich
bevinden interstitieel
• ¼ hiervan zal zich
bevinden in het
bloedplasma
Fysiologie van de Nier en van de Water- en Elektrolytenhuishouding
, 2
Belangrijkste ionen:
• Belangrijkste positieve ionen:
o Intracellulair K-ion
o Extracellulair Na-ion
• Belangrijkste negatieve ion:
o Extracellulair Cl-ion
o Intracellulair zijn het
vooral eiwitten dat
negatief geladen zijn
▪ In mindere
mate de
fosfaationen
Volume van verschillende vloeistofcompartimenten:
• Onrechtstreeks bepaald door middel van de indicator dilutie methode
• Indicator dilutie methode:
o Principe:
▪ Er wordt een gekende hoeveelheid indicator toegevoegd aan een vloeistof
• Indicator wordt gelijkmatig opgelost
𝑄
• 𝑉= 𝐶
o Het volume kan berekend worden uit de hoeveelheid indicator en de concentratie er
van
▪ V = volume van stof waar oplossing in voorkomt
▪ Q = hoeveelheid stof die als indicator gebruikt wordt
▪ C = uiteindelijke concentratie bepaalt door analyse
• Enkel rechtstreekse toegang tot het bloedplasma
o Zal gebruikt worden voor indicator in te spuiten
▪ Concentratie zal bepaald worden in het bloedplasma
▪ Zo volume berekenen
Berekenen van totale watermassa:
• Inspuiten van wateroplosbare stof in bloedbaan
o Indicator moet doorheen alle biologische membranen dringen
o Door diffusie wordt het gelijkmatig verdeelt over de drie compartimenten
▪ Na zekere tijd zal concentratie in alle drie gelijk zijn
o Bijvoorbeeld:
▪ Radioactief of zwaar water
• Bepalen van concentratie van indicator uit bloedplasma en het de geweten hoeveelheid zal
leiden tot berekening van totale vloeistofmassa
• Voorbeeld:
o Individu van 70 kg met vloeistofvolume van ongeveer 50 l
▪ Ongeveer 70% van het lichaamsgewicht
Fysiologie van de Nier en van de Water- en Elektrolytenhuishouding
, 3
Berekenen van extracellulaire ruimte:
• Inspuiten van een indicator in de bloedbaan
o Indicator nodig die zich gelijkmatig verdeelt over het bloedplasma en de interstitiële
ruimte
▪ Zonder in te dringen in de cellen
• Stof moet ongehinderd doorheen de haarvatenwand kunnen diffunderen
o Mag niet doorheen de celwand kunnen
o Bijvoorbeeld:
▪ Inuline
Berekenen van plasmaruimte:
• Inspuiten van een indicator in de bloedbaan
o Indicator mag niet doordringen in bloedcellen
o Indicator mag niet doortreden doorheen de haarvatenwand
▪ Bijvoorbeeld:
• Radioactief gemerkte plasmaeiwitten
Berekenen van interstitiële ruimte:
• Berekening:
o Verschil tussen extracellulaire ruimte en plasmaruimte
Schematische samenstelling van de compartimenten:
• LG of lichaamsgewicht
• Zie afbeelding eerste pagina
Homeostase:
• Levensfunctie wordt behouden door een constante samenstelling van het milieu interieur of
de interstitiële component
o Nier zal essentiële rol hebben
Beweging van vloeistof in een bepaalde ruimte:
• Binnen één vloeistofruimte
o Voortdurende bewegingen van vloeistof in dezelfde ruimte
o Continue uitwisseling van vloeistoffen
▪ Tussen verschillende vloeistofruimten
▪ Tussen bloedplasma en buitenwereld
• Beweging van vloeistof in het bloedplasma is het best bekend
o Zie Bloedsomloop
• Interstitieel vocht zal telkens in beweging zijn door
o Voortdurende in- en uitwaartse stroom ter hoogte van de capillairen
• Beweging van vloeistof in intracellulaire ruimte is minder bekend
o Processen zijn minder goed gekend
Fysiologie van de Nier en van de Water- en Elektrolytenhuishouding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dedeny. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.