100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting - Analytische biochemie 1 (Scheiding en zuivering van biomoleculen) $9.66
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting - Analytische biochemie 1 (Scheiding en zuivering van biomoleculen)

1 review
 75 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Gedoceerd door X. Van Ostade; A. Verhulst en W. Vanden Berghe. Dit document bevat de volledige samenvatting van het vak "Scheiding en zuivering van biomoleculen" (Analytische biochemie 1). De samenvatting betreft de hoofdstukken: (1) Algemene inleiding (2) Celcultivatie (3) Celfractionatie (4) C...

[Show more]

Preview 4 out of 62  pages

  • July 6, 2023
  • 62
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ambervermeiren • 6 months ago

avatar-seller
ANALYTISCHE
BIOCHEMIE 1
Scheiding en zuivering van biomoleculen


2e Bachelor Biomedische wetenschappen
2e Bachelor Biochemie en Biotechnologie




Universiteit Antwerpen

,Algemene inleiding
INLEIDING
DOEL VAN DE BIOCHEMISCHE ANALYSE


Biochemie = studie van chemische processen in levende organismen met als doel het begrijpen van het moleculaire
werkingsmechanisme van de cel

In vitro is het interpreteren eenvoudiger, maar deze situaIe komt minder goed overeen met de fysiologische situaIe in vivo.
- Het effect op een celcultuur zegt niet veel over het effect in het levend organisme (effecten kunnen verschillen)

Technieken die hierbij aan bod komen, omvaQen:
1) Staalvoorbereiding
2) Zuivering en isolatie van biocomponenten uit dit staal
3) Identificatie, karakterisatie en eventueel ook kwantificatie van deze biocomponenten.


DESIGN VAN EEN BIOCHEMISCH EXPERIMENT


1) Identificatie vh onderwerp: wat willen we onderzoeken?
2) Literatuuronderzoek: wat is er al geweten over dit onderwerp/methodes (sterktes, zwaktes)
3) Formulering van vraagstelling of hypothese waarvoor het experiment gepland werd
4) Selectie van het biologisch systeem (species, in vitro of in vivo)
5) Welke variabele bestuderen we + controle omgevingsparameters (hoe zorgen dat alle andere parameters stabiel zijn?)
6) Design vh experiment (materialen, apparatuur, calibraties, controles, kostprijs, veiligheidsvoorschriften,..)
7) Uitvoering experiment met inbegrip van passende calibraties en controles / zo reproduceerbaar mogelijk
8) Analyse van de resultaten, eventueel met gebruik van statistische testen
9) Formulering van de belangrijkste conclusies die uit de resultaten kunnen getrokken worden
10) Formulering van nieuwe hopthesen en toekomstige experimenten die voortvloeien uit de studie


CONTROLES


- Notities nemen doorheen het ganse proces is noodzakelijk!
- Zonder controles is het experiment waardeloos!

Posi+eve controle: nagaan of het testsysteem werkt.
- Belangrijk wanneer resultaat negatief is.
- Bv. Toevoegen van primair en secundair Ab op een plaats waar 100% zeker het Ag (eiwit) aanwezig is
o Als het resultaat dan toch negatief is, weet je dat het testsysteem niet werk

Nega+eve controle: nagaan of het resultaat alleen het gevolg is van de test
- Belangrijk wanneer resultaat positief is.
- Bv. Aspecifieke binding nagaan: enkel secundair Ab toevoegen, om te zien of het niet met andere eiwitten reageert
o Indien het resultaat dan toch positief is, dan weet je dat er aspecifieke binding is

Andere controles: bv. op parameters die moeilijk gelijk te houden zijn, vergelijking met andere stalen, voor normalisaIe (bv. met
zelfde experiment dat wordt uitgevoerd op ander IjdsIp), etc.


MEETEENHEDEN


SI Units (Système InternaIonales d’Unités): algemeen aanvaarde eenheden.
- Deze kunnen geconverteerd worden naar andere units of door conversie uit andere units verkregen worden.
1

,OPLOSSING
= homogeen mengsel van een of meerdere substanIes (solute) in een vloeibare component (solvent (vaak H2O))


CONCENTRATIES


De concentraIe geem de hoeveelheid weer van elke substanIe in een bepaalde hoeveelheid solvent (gewicht of volume)

- Gewoonlijk weight/volume (w/v) (g/l) soms volume/volume (v/v) of weight/weight (w/w)
- In percentage; vb. 1% NaCl oplossing (w/v) = 1g NaCl in 100 cm3 of 100 ml water
- Parts per milion (ppm) =106
- part per bilion (ppb)= 109 (kan zowel gram per gram of cm3)

vb. Lucht bevat 8ppm CO Þ 8cm3 CO per 106 cm3 lucht
vb. 1 g water = 1 cm3 = 1 ml ® 1 kg = 1 dm3 = 1 l


MOLARITEIT

"#!
1 atomic mass unit of 1 dalton = massa van = 1,660539. 10-24 g
"#


Atomaire massa = massa van 1 molecule van die stof uitgedrukt in dalton (vb. atomaire massa HCl = 36,46 dalton)

1 mol = de hoeveelheid van de substanIe die 6,022 x 1023 moleculen bevat (getal van Avogadro of NA)

Moleculaire massa (MW) = de atomaire massa * 1g/mol (dus MW HCl = 36,45 g/mol)

$
$ &!'
Molariteit van een oplossing = aantal g / moleculair gewicht (vb. $(,*(% +/-.' = 0,08 mol/l of M


SI voor concentraIe is eigenlijk mol/m3 maar voor biochemische toepassingen

mol/dm3 = mol/l = molariteit (M)


VERDUNNINGEN


Verdunningen maakt men uit hogere geconcentreerde oplossingen, een oplossing creëren met een lagere concentraIe:
m1.V1 = m2.V2
Zie oefeningen slides 33-36!! (EX!!)


IONISCHE STERKTE (µ OF I)


Ionisa+e = het uiteenvallen van ionen in een waterige oplossing

- Sterke elektrolyten: irreversibele ionisatie, atomen door ionische bindingen bij elkaar gehouden (Na en Cl in een kristal)
- Zwakke elektrolyten: reversibele ionisatie, moleculen die partieel geladen zijn en dmv hun positie ionisatie kunnen
stimuleren (vb H2O)
- Non- elektrolyten: geen ionisatie (vb. glucose)

Hoeveelheid individuele ionen (zowel sterke- als zwakke elektrolyten worden gebruikt) meten in een oplossing:
- μ = 1⁄2 ∑cnzn2 c = concentratie in M z = lading individuele ionen.



2

, Zouten die divalente ionen vormen (vb. MgSO4 ® Mg2+ + SO42- ) vertonen ionpairing:
- ionen tot elkaar aangetrokken in waterige oplossing zodat ze toch ionbinding in water vormen
- MgSO4 ioniseert voor 65% in water

Ionen worden omgeven door tegenionen (kan ook water zijn vanwege zijn polair karakter) die zorgen voor een reducIe van de
effecIeve lading op het centrale ion. Dit vergroot bij verhoogd ionsterkte.


ACTIVITEIT EN ACTIVITEITSCOËFFICIËNT


- Aanwezigheid van zouten in oplossing à verhoging van dissociaIe van zwakke electrolieten
- Ionen zijn immers geladen en interageren in oplossing met zouten à elkaar aantrekken en/of afstoten
- Door deze interacIe worden de ionen afgeschermd à daling van de effecIeve concentraIe!
- Daarom: acIviteit gebruiken (= effecIeve concentraIe)

M.a.w. de ionische sterkte beïnvloedt de effecIeve concentraIe van een ioniseerbare stof waarbij de effecIeve concentraIe
(‘AcIvity’ of A) in verband staat met de nominale concentraIe door een factor welke we de acIviteitscoëfficiënt noemen (γ):
Ax = [X] γx

Waarbij AX de acIviteit van de stof X is, [X] de nominale concentraIe van X en γx de acIviteitscoëfficiënt van X.

- AcIviteitscoëfficiënt is dus maat voor afwijking vh ionisaIegedrag van de stof als gevolg van de ionische sterkte.
- Merk op dat wanneer µ sIjgt, γx daalt, waardoor de acIviteit daalt relaIef tegenover de concentraIe van het product
(zie tabel slide 55!)
- In het algemeen zijn de concentraIes bij biochemische experimenten vrij laag zodat acIviteit en concentraIe nagenoeg
samenvallen maar indien nodig kan γx uit tabellen bekomen worden

Zwakke elektrolyten: Biochemische funcIe is a{ankelijk van de precieze staat van ionisaIe bij een bepaalde pH in een bepaalde
cellulaire context.

IonisaIe van water: H2O ↔ OH- + H+ (Eq= 1.8 x10-16 bij 24°C) molarieit van H2O = 55,6M

- 1.8 x10-16 x 55.6 = [H+][OH-] = 1.0 x10-14 = KW (autoprotolyse constante van water)
- pH = -log [H+] en bij 24°C neemt deze een waarde aan die ongeveer gelijk is aan 7


OEFENING:

Er wordt een zout (0.1M NaCl) toegevoegd aan water waardoor de acIviteitscoëfficiënt van H+ en OH- daalt naar 0.83 en 0.76
waardoor de nominale concentraIes ook veranderen.

- KW = 1.0 x10-14 = [H+]0.83 X [OH-]0.76 ® [H+][OH-] = 1.59 x10-14
- [H+] = [OH-] = 1,26 x10-7 dit is een 26% verhoging tov 0M NaCl

ACTIVITEIT VAN [H+]:

- [H+]= 1,26 x10-7 x 0.83 = 1.05 x10-7 M dit is een 5% verhoging tov 0M NaCl
- pH = -log [H+] = -log [1.05 x10-7 M] = 6.90




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentBi0med. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.66  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added