Samenvatting Kernbegrippenlijst Fundamenten van de Psychologie - Marc Brysbaert druk 3 (cijfer 10)
45 views 2 purchases
Course
Fundamenten van de Psychologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
De kernbegrippenlijst van het vak Fundamenten van de Psychologie van de nieuwste druk van het boek. Dit is alle stof die je moet leren voor je tentamen! Met deze lijst heb ik een 10 gehaald.
Begrippenlijst Fundamenten van
de Psychologie
Hoofdstuk 1
Psychologie (p. 12) is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij de
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag
ten grondslag liggen.
Wetenschappelijke revolutie (p.15) In Europa groeide In de 16e - 17e eeuw echter een
andere vorm van kennisvergaring, die uniek was In de wereld, namelijk de overtuiging dat
ware kennis gebaseerd is op systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld. Dit
inzicht wordt In de geschiedenisboeken gewoonlijk de wetenschappelijke revolutie
genoemd.
Copernicaanse revolutie (p.16) het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het
heelal
Evolutietheorie (p. 19) volgens deze theorie waren levende wezens het resultaat van een
aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Binnen elke soort bestaan
aangeboren individuele verschillen, waardoor niet elke eigenschap in even grote mate
aanwezig is bij elk lid van de soort (genetische variatie). Eigenschappen die goed aansluiten
bij de omgeving, zorgen ervoor dat het individu goed gedijt en veel nakomelingen heeft.
Eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgeving, verminderende overlevings- en
voorplantingskansen van het individu (een principe dat nu bekend staat als natuurlijke
selectie).
Dualisme (p. 20) dualisme verwijst naar de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke
elementen bestaan: een lichaam en een geest. De geest heeft een vrije wil (is dus niet
onderhevig aan de natuurwetten) en vormt de kern van het menselijk denken. Het lichaam is
niets meer dan een omhulsel van de geest en heeft geen enkele invloed op de geest.
Rationalisme (p. 21) het rationalisme stelt dat ware kennis gebaseerd is op de rede, die door
het toepassen van logica nieuwe informatie afleidt uit de bestaande.
Nativisme (p. 21) Nativisme verwijst naar de overtuiging dat de mens aangeboren kennis
heeft, die het uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis
Empirisme (p. 21) volgens het empirisme wordt de inhoud van de geest niet gevormd door
aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via zintuigelijke ervaringen die met elkaar
geassocieerd worden. Een belangrijke grondlegger was John Lock en tijdgenoot Isaac
Newton
Introspectie (p. 22) het kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit.
,Structuralisme (p. 23) een stroming In de psychologie die op basis van introspectie de
structuur van het bewustzijn probeerde te ontdekken
Functionalisme (p. 24) is een stroming in de sociologie en culturele antropologie die uitgaat
van de veronderstelling dat sociale verschijnselen een bepaalde functie vervullen in de
samenleving en dat sociale verschijnselen onderling samenhang vertonen.
Behaviorisme (p. 25) een psychologische stroming waarin men het standpunt huldigt dat
enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch
onderzoek en theorievorming
Positivisme (p. 25) bij de uitbouw van het behaviorisme werd Watson in hoge mate
geïnspireerd door het positivisme. Dit was een beweging die beweerde dat de
natuurwetenschappen de beste manier waren om de wereld te begrijpen en kennis te
genereren. Daarom was het van belang om te expliciteren wat de wetenschappelijke
methode precies inhield, zodat de methode beschikbaar kon worden gesteld aan nieuwe
disciplines.
Operationele definitie (p. 25) Een concept moet gedefinieerd worden in termen van
meetprocessen en concrete begrippen. Een normale definitie van bijv. honger is niet genoeg:
Gewonde definitie honger: ‘’het gevoel dat ontstaat wanneer een persoon of een dier niet
gegeten heeft’’.
Operationele definitie honger: ‘’het aantal uren dat het dier geen voedsel meer gekregen
heeft. Door het aantal uren zonder eten te specificeren kan het onderzoek herhaald worden.
S-R-psychologie (p. 26) het behaviorisme wordt dan ook vaak omschreven als een SR
psychologie: een stimulus lokt een respons uit
Psychoanalyse (p. 26) volgens deze theorie waren het bewustzijn en het gedrag slechts zeer
oppervlakkige fenomenen en lag de ware oorsprong van het ontstaan van
persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen bij onbewuste krachten. (freud)
Hermeneutiek (p. 27) is de studie van de interpretatie van (geschreven) teksten, in het
bijzonder van teksten op het gebied van literatuur, religie en recht.
Cognitieve psychologie (p. 28) volgens deze stroming wordt informatie verwerkt In de
hersenen en kan men de mechanismen van de informatieverwerking bloot leggen door
gebruik te maken van de natuurwetenschappelijke methode
Biopsychosociaal model (p. 29) volgens dit model is alle functioneren het gevolg van 3
invloeden: een biologische, psychologische en een sociale. Men kan alleen maar een goed
beeld van een fenomeen krijgen als men aan alle 3 de invloeden aandacht besteed.
, Repliceerbaarheid (p32) Een onderzoek is repliceerbaar (oftewel herhaalbaar) als iemand
een onderzoek opnieuw uitvoert volgens dezelfde methode en op basis van de nieuwe data
dezelfde resultaten behaalt. Dit toont aan dat het onderzoek betrouwbaar is.
Psychologisering (p. 54) het toegenomen belang van de psychologische variabele en
verklaringen in menselijke relaties wordt de psychologisering van de maatschappij genoemd
Stereotype (p. 55) is een verzameling van simplistische en sterk veralgemenende
opvattingen over een groep van mensen, die niet op persoonlijke ervaringen gebaseerd zijn
en meestal een negatieve ondertoon hebben.
Hoofdstuk 3
Gewaarwording (p. 90) is de opname van simulatie uit de omgeving en het vertalen van deze
stimulatie in elektrochemische neurale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen
worden en daar omgezet in beelden, klanken, geuren, smaken.
Waarneming (p. 90) is het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwording
Visuele agnosie (p. 91) een aandoening, waarbij de gewaarwordingen niet meer
geïnterpreteerd kunnen worden tot een betekenisvol geheel
Perceptuele constantie (p. 94) gelijkblijvende voorwerpen, ondanks voortdurende
veranderingen In het retinale beeld (mensen die weggaan worden niet kleiner, en deur die
opengaat blijft rechthoekig)
Proximale stimulus (p. 94) is het geheel aan fysische energie dat onze sensorische
receptoren stimuleert. Zo vormen de lichtgolven die onze Retina's bereiken een proximale
stimulus, evenals de geluidsgolven die onze trommelvliezen doen trillen. (=dichtbij)
Distale stimulus (p. 94) is het object In de buitenwereld dat de fysische energie (en dus de
proximale stimulus) produceert (=veraf)
Als jij naar het gezicht van je vriendin kijkt, dan is dat gezicht een distale stimulus, die
energie reflecteert. Het gereflecteerde licht dat je ogen binnendringt en je retina bereikt, is
je proximale stimulus.
Heuristisch interpretatieproces (p. 95) is het visuele systeem waarbij de meest
waarschijnlijke distale stimulus wordt berekend op basis van deze veronderstellingen en de
proximale stimulus
Visuele illusies (p. 96) verkeerde perceptie/waarneming. Bijna onmogelijk om te kijken
zonder te interpreteren. Het perceptueel systeem probeert de meest waarschijnlijke
stimulus te berekenen obv de informatie die binnenkomt via retina en maakt logische
veronderstellingen. (dus: je hersenen vullen het meest logische beeld in o.b.v. wat je ziet).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rachelremmerde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.