= Geheel van de door spraakorganen, o.b.v. het taalvermogen, voortgebrachte tekens waarvan
de mens gebruik maakt om zijn gedachten te articuleren, zijn wereld te ordenen en te
communiceren (eveneens toegepast op de aanduiding van dat middel door schrift of druk).
Wat kan je doen met taal?
- Een taal is een natuurlijk ontstaan, menselijk communicatiemiddel waarmee je kan
communiceren over alles wat je denkt, ziet, voelt, droomt.
Hoe ziet taal eruit?
- Een taal bestaat uit bouwstenen. Die bouwstenen worden volgens bepaalde regels
samengevoegd tot grotere gehelen. Elke taal heeft eigen bouwstenen en regels
Over alles communiceren
- Misverstanden
o Alleen over concrete dingen, zaken die je kan uitbeelden
o Geen gebaren voor abstracte begrippen, bv. Filosofie
- Lexicon
o Iconische gebaren: relatie tussen vorm en betekenis
o Transparante gebaren: gebaren die die duidelijk de betekenis weergeven bv. baby
o Arbitraire gebaren: geen relatie tussen vorm en betekenis
- Nieuwe gebaren
o Hiaten: “gaten” in het lexicon (bv. Onderwijs: wiskunde, W.O.)
o Nieuwe fenomenen (bv. Facetime, corona)
Natuurlijke talen passen zich aan de omgeving en evolueren, als er nood aan
is, ontstaan er ook nieuwe gebaren dat door een groepje mensen wordt
ontwikkeld en wordt verspreid
Eigen bouwstenen
- 4/5 parameters
o Handvorm
o Beweging
o Articulatieplaats
o Oriëntatie
Manuele basiselementen: altijd aanwezig en vormen de interne structuur
van elk gebaar
o Orale en gesproken componenten
Non-manuele parameter: worden niet gearticuleerd met de handen
Orale component: geluiden met je mond bv. brr, pff
Gesproken component: mondbeweging die op een woord uit een
gesproken taal lijkt
1
GT=volwaardige taal.pdf
,Eigen grammaticale regels
- Misverstanden:
o Afgeleid van het Nederlands
o Geen grammatica, ”gewoon uitbeelden”
- Visueel-gestuele/ruimtelijk talen mogelijkheden
o Ruimtegebruik
o Belang van iconiciteit
o Meerkanalig gebruik van het lichaam
=> Belang van simultaneïteit: verschillende articulatoren tegelijkertijd
gebruiken (4 /5 parameters in 1 gebaar + aanduiden zinstype: vraag, neg….)
- Geschiedenis: onderdrukking van gebarentalen, belang van het leren van een gesproken taal
o Sterk orale traditie tot jaren ‘70 – ’80, gebarentalen werden beschouwd als plan z, ze
moesten zich maar integreren
In onderwijs hebben ze wel nagedacht hoe ze gesproken talen zichtbaarder
konden maken
Gebarentalensystemen, gecreëerd als brug, maar geen gebarentaal
omdat het de regels van de gesproken taal volgt: relexificatie
Vingerspelling, handalfabet: weergeven van letters
Gebarensysteem
- Wat?
o Structuur gesproken taal al dan niet strikt
o Ondersteuning met gebaren voor een stuk uit gebarentaal en voor een stuk zelf
bedacht
Communicatievormen met een mengeling van gesproken talen en gebaren
- Gebruik
o Aanleren van een gesproken taal
o Brugtaal tussen doven en horenden
- Voorbeelden
o Nederlands met Gebaren (NmG)
o Minder gestructureerde/formele vormen van simultane communicatie (“simcom”) =
praten en tegelijkertijd gebaren gebruiken
,Vingerspelling
- Weergave van letters van een gesproken taal
- Gebruik
o Eigennamen (Alternatief: naamgebaren)
o Letterwoorden (btw, vzw)
o Gebaar is niet gekend (productief of receptief)
o Woord uit andere gesproken taal
Vroeger negatieve kijk op gebarentaal ≠ een taal, vingerspelling wel want het
is een representatie van gesproken taal, ook in onderwijs vingerspelling
Schriftelijke vorm van gebarentaal
- Vormen
o Transcriptiesystemen: onderzoek - ELAN
o Schriftsystemen: algemeen gebruik – SignWriting
- Transcriptiesysteem: afhankelijk van onderzoeksvraag
o Fonologie/Fonetiek: HamNoSys, Stokoe Notation, KOMVA
o Syntax: glossen: de betekenis van een woord uit de gesproken taal wordt genoteerd
hoofdletters en infinitieven
o Taalverwerving: BTS
- Signwriting: gebarenschrift
o 1974: Valerie Sutton en DAC (Deaf Action Committee)
o Dagelijks gebruik
o Gebruikt in tweetalige scholen
Onderzoek naar de grammatica en lexicon van gebarentalen
Lexicon
= Verzameling van alle woorden of gebaren van een taal
- Woordenboek
o Betekenis van een woord/gebaar
o (Eigenschappen van een woord/gebaar)
Work in progress: begin jaren ‘2000 samengesteld, gebaseerd op
onderzoeksproject waarin voor 5 verschillende Vlaamse provincies woorden
werden verzameld
Verre van compleet, maar permanent bezig met aanvullen
Variatie in VGT: dus niet gemakkelijk
Grammatica
= Regels en principes omtrent de manier waarop betekenishebbende bouwstenen van een taal
(morfemen, woorden, gebaren, zinsdelen, …) met elkaar worden gecombineerd.
o Grammatica-boek: beschrijving van die regels en principes van een taal
Descriptieve grammatica
Het beschrijven van de “innerlijke” grammatica van een taal
Prescriptieve grammatica = schoolgrammatica
Grammaticale beschrijvingen/principes als normen/voorschriften
o Descriptieve grammatica wordt vaak prescriptief gebruikt
, Onderzoek naar VGT
- Start omtrent 1990
- Descriptieve aanpak: beschrijving van die innerlijke grammatica(‘s)
o Relatief weinig onderzoek: alleen descriptief onderzoek: wat je ziet, vertrekkend
vanaf taaldata
- Materiaal-gebonden onderzoek
o Uitgelokte taaldata
Niet vrij om te praten waar over je wil, kan zijn door prenten, een zin in het
Nederlands vertalen naar VGT, routeplan, planning
Voordeel: kiezen welk soort taaldata je hebt
o Spontane taaldata
Vertel maar over een random onderwerp: meestal in duo’s
Niet perfect, daar sluipen vaak fouten in
- Criteria
o Onderzoek gebeurt vaak met moedertaalsprekers, enkel moedertaalsprekers bij
gebarentaal is niet mogelijk, dus kan ook iemand zijn die opgegroeid is met
gebarentaal en het dagelijks gebruikt: eerstetaalgebruikers
- Transcriptie en vertaling van de data
o Notenbalk
o Elan computerprogramma (voordelen: filmpjes importeren, zoekfunctie…)
o GLOSSEN
- Rol van individuele taalvaardigheid!
o Relatief kleine corpora
o Relatief klein aantal informanten
Corpusprojecten: verzameling van taaldata waar alle taalonderzoekers
gebruiken van maken
Corpusprojecten
- Grote verzameling van video’s
- Werken met groot aantal informanten
o Belang van representativiteit
- Verschillende types van data
o Uitgelokte taaldata
o Spontane taaldata
=> Invloed van individuele taalvaardigheid op de resultaten beperkt
Het corpus VGT (2012 – 2015)
- 140 uren aan videomateriaal, 120 dove informanten
- Representatief voor de Vlaamse Dovengemeenschap:
o Geslacht: mannen én vrouwen
o Verschillende regio’s: West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Vlaams-
Brabant
o Leeftijd
Gefilmd per 2, die elkaar kenden en kenmerken met elkaar gemeen hadden
- Verhalen/zinnen uitgelokt o.b.v. afbeeldingen, vrije conversaties, conversatie over specifieke
onderwerpen (bijv. naamgebaren)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller I159753. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.