De trias van ongelijkheid (Manuscript) (H.2 & H.3)
G. Engbersen
Hoofdstuk 2 Moderne armoede: feit en fictie
2 Principes van armoede
De ontwikkeling van de westerse armoedewetgeving laat een verschuiving zien van een ‘absoluut’,
fysieke bestaansminimum naar een ‘relatief’, maatschappelijk bestaansminimum. De ontwikkeling
van de verzorgingsstaat is daarop van grote invloed geweest.
Armoede wordt vandaag begrepen in relatie tot het gemiddelde welvaartspeil van een bepaalde
samenleving. Armoede is geen levensbedreigende armoede, maar relatieve armoede.
Om deze relatieve armoede in kaart te brengen, worden zowel subjectieve als objectieve
benaderingen gehanteerd.
- Subjectieve benadering:
Berust op de gedachte dat de betrokkenen zelf het beste weten wat hun
bestaansminimum is.
- Objectieve benadering:
Het minimum wordt gedefinieerd in termen van een aantal door anderen bepaalde
criteria.
Vb. het sociaal minimum zoals vastgelegd in de Algemene Bijstandswet dat tot stand
komt door politieke besluitvorming.
De wet van de inflatie in het armoedeonderzoek: het verschijnsel van de hoge aantallen armen.
Overschatting en onderschatting van armoede gaan veelal hand in hand.
Aan de verschillende rekensommen liggen verschillende armoededefinities, maar vooral ook
verschillende belangen ten grondslag.
6 principes van armoede (van Ringen)
Wat is armoede niet:
1. Sociale ongelijkheid resulteert niet noodzakelijkerwijs in armoede;
Armoede impliceert het bestaan van sociale ongelijkheid, maar vloeit er niet
logischerwijs uit voort.
2. Sociale problemen hoeven niet noodzakelijkerwijs te resulteren in armoede;
3. Armoede is niet hetzelfde als zich arm voelen;
Wat is armoede wel:
4. Armoede is het resultaat van onvoldoende middelen;
Niet alleen armoede maar ook andere ‘resources’ worden in een moderne
samenleving als relevant beschouwd: kennis, het bezit van duurzame
consumptiegoederen en communicatiemiddelen, de sociale verbanden en het profijt
van overheidsvoorzieningen.
5. Armoede betekent uitsluiting van de samenleving;
Mensen raken buitengesloten van dominante maatschappelijke instituties
(arbeidsmarkt, sfeer van de vrije tijd, gemeenschapsverbanden) en worden
ingesloten door zorginstituties (sociale diensten, bedrijfsverenigingen,
arbeidsprojecten).
6. Armoede is meervoudige deprivatie.
Wie op een groot aantal van de dimensies laag scoort, verkeert in een situatie van
armoede.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eli17. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.