Dit is een samenvatting van het vak Psychodiagnostisch Werken 2 in semester 2. Het document omvat de nodige informatie uit de PowerPoint slides en de cursus en extra uitleg vanuit de les.
1.1 Intelligentie in de naïeve psychologische theorie
De opvattingen over intelligentie die gebruikt worden in ons dagelijks leven.
1.1.1 Onderzoek van Sternberg
Onderzoek naar mening van een leek (niet gespecialiseerde maar heeft wel kennis) over intelligentie
Hebben impliciete theorie over intelligentie
Kan het IQ van iemand die hij kent goed inschatten
Hebben breder beeld van IQ:
• Meer aandacht voor alledaagse gedrag
• Common sence (= gezond verstand) idee van intelligentie
1.1.2 Taak van psychologie als wetenschap
Door middel van onderzoek → definitie formuleren
Wetenschappelijke opvattingen onderscheiden zich van ‘leken’-opvattingen:
• Zo zuiver mogelijk gedefinieerde en meetbare concepten
• Theorieën, hypothesen en verwachtingen worden getoetst
Academische intelligentie: het presteren met betrekking tot schoolse taken en problemen.
Intelligentie = dat wat de test meet (Boring)
1.2 Niveaus van intelligentie (Vernon)
1.2.1 Niveau A
Aangeboren potentieel tot intelligent handelen → genetisch
• Ligt vast in de hersenen
• Cultuuronafhankelijk en stabiel
Niet meetbaar en is daarom een theoretische veronderstelling
1.2.2 Niveau B
Resultaat van interactie tussen genetische aanleg en omgevingsinvloeden/leerervaringen
Mede afhankelijk van:
• Opvoeding
• Leefomstandigheden voor en na de geboorte (voeding, culturele gewoonten)
• Onderwijs
• Levenservaringen
Cultuurgebonden en veranderlijk
In principe meetbaar
1.2.3 Niveau C
Wat een intelligentietest meet
De gemeten intelligentie van een persoon
1
,Hoofdstuk 2: Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
2 Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
Twee grote stromingen in intelligentieonderzoek:
1. Psychometrische benadering
2. Cognitief-experimentele benadering
2.1 Psychometrische benadering
Gebaseerd op statistische (cijfermatige) analyses
Uit statistisch onderzoek: 1 factor intelligentie of meerdere factoren die samen intelligentie
vormen
2.1.1 Spearman
Pionier van factoranalyse (statistiek: rangcorrelatiecoëfficiënt)
1 van de eerste onderzoekers over constructie van een theoretisch intelligentiemodel
Vond positieve correlaties tussen eenvoudige sensorische en motorische proefjes en
schoolse prestaties
Zag dat mensen die op 1 taak goed scoren, ook op een andere taak goed scoren
Theorie van Spearman: Single factor model of intelligence
Intelligentie = ‘g’ of general intelligence → g-factor:
• Variabele die de correlaties veroorzaakt tussen de verschillende maten van
cognitieve vaardigheid en refereert wat die gemeenschappelijk hebben
Naast de g-factor ook meer specifieke factoren → s-factoren
Omwille van ‘g’ en ‘s’ ook tweefactorentheorie van intelligentie genoemd
g = algemene mentale activiteit
s = mentale activiteiten die specifiek voor 1 taak nodig zijn
Intelligentietest van Spearman
Zuivere intelligentietesten = tests waarin het waarnemen van relaties centraal staan.
• muis: klein olifant: ???
Eerste intelligentietesten → intelligentie = 1 factor:
• Stanford-Binet intelligentietest van Terman
• Eerste Wechlerschalen
2
, Hoofdstuk 2: Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
Kritiek op Spearman
‘g’ en ‘s’ is veel te eenvoudig volgens andere onderzoekers
Verschillende onderzoekers:
• Geen 1 algemene intelligentiefactor
• Verschillende intelligentiefactoren die slechts in beperkte mate overlappen
Geen enkelvoudige maar meervoudige theorie van intelligentie
2.1.2 Thurstone
Ontwikkelt de statistische techniek van de multiple factoranalyse
Theorie op basis van factoranalytisch onderzoek
Theorie van Thurstone: Primary mental abilities
Hij zocht naar meerdere onafhankelijke factoren met een eenvoudige structuur
Niet 1 g-factor, maar verschillende onafhankelijke factoren die de basis maken
Later → een algemene vorm van intelligentie + 7 specifieke subvormen
1. Verbaal inzicht/verbaal begrip:
• Begrijpen van woorden en geschreven tekst
2. Woordvlotheid:
• Snel kunnen bedenken van woorden
3. Rekenkundig inzicht/cijferen:
• Snel en accuraat eenvoudig rekenwerk kunnen uitvoeren
4. Visueel-ruimtelijk inzicht:
• In gedachten objecten kunnen manipuleren (Tetris)
5. Associatief geheugen:
• Aangeboden informatie kunnen onthouden
6. Waarnemingssnelheid:
• Snelheid waarmee info wordt waargenomen en verwerkt
7. Logisch redeneren
• Onderscheid: algemeen redneervermogen, inductief en deductief redeneren
Kritiek op Thurstone
Spearman stelt dat de gegevens toch aanduidend zijn voor 1 factor.
Verder bouwen op theorie van Thurstone
Meeste psychologen volgen Thurstone
Begrijpbare factoren → link naar de praktijk
Door andere onderzoekers sterk uitgebreid → primaire factoren uitgesplitst in deelfactoren
2.1.3 Guilford
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamenvattingenBachelor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.