Hoofdstuk 5: Zenuwen en Zintuigen
ZINTUIGEN
Zintuigen vangen prikkels op. Prikkels zijn invloeden uit het milieu, zoals licht, geur, geluid, smaaksto en en
aanraking. Zintuigen maken van prikkels impulsen, die langs gevoelszenuwcellen naar delen van het centraal
zenuwstelsel gaan. De prikkels moeten dan wel sterk genoeg zijn, dus boven een bepaalde drempelwaarde, anders
merk je ze niet op. Ook kan er gewenning optreden zoals bij kleding op je lichaam. Na enige tijd voel je die niet
meer, als je je aandacht daar niet bewust op richt. Hierdoor kunnen de hersenen zich beter concentreren op de
zaken waarmee je op dat moment bezig bent; je wordt niet afgeleid door je kleding.
Ieder zintuig is het meest gevoelig voor prikkels die bij dat zintuig horen; een harde klap op je oog laat je sterretjes
zien, terwijl maar een klein beetje licht al voldoende is om impulsen in het oog te laten vormen. De adequate (meest
logische) prikkel voor het gezichtszintuig is licht.
OREN
Het gehoororgaan zorgt ervoor da je kunt horen. De oorschelp vangt geluiden (luchttrillingen) op, die via de
gehoorgang naar het trommelvlies gaan. In de gehoorgang zitten de oorsmeerklieren, die de oorsmeer produceren.
Dat zorgt ervoor dat het trommelvlies soepel blijft. Door geluiden dat het trommelvlies trillen. Via de gehoorbeentjes
gaan de trillingen door naar het venster van het slakkenhuis. Dat is een afgesloten ruimte gevuld met vloeistof, die in
trilling gebracht wordt. De zintuigcellen zetten de trillingen in het slakkenhuis om in impulsen. De gehoorzenuw leidt
de impulsen naar de hersenen. in de hersenen wordt men zich bewust van het geluid.
De buis van Eustachius loopt van de trommelholte (achter het trommelvlies) naar de keelholte. Deze buis zorgt er
voor dat de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk blijft. Zo kan het trommelvlies ongehinderd met
de beweging van de lucht meetrillen. Als je hoog of omlaag gaat (bijvoorbeeld in een vliegtuig), verandert de
luchtdruk buiten het lichaam. Door te slikken gaat de buis van Eustachius even open en kan de luchtdruk binnen en
buiten gelijk blijven.
EVENWICHTSORGANEN
Bij het linker en rechter slakkenhuis bevinden zich evenwichtsorganen, die bestaan onder meer uit drie
halfcirkelvormige kanalen. Zij geven aan de hersenen door welke stand je hoofd heeft of welke beweging het
lichaam maakt. Daardoor kunnen de hersenen impulsen sturen jaar al de skeletspieren om je evenwicht te houden,
ook terwijl je allerlei beweging maakt.
HET HARDE OOGVLIES
Het harde oogvlies biedt bescherming. Een onderdeel van het harde oogvlies is het hoornvlies aan de voorkant van
het oog. Deze zorgt ervoor dat er licht wordt doorgelaten naar de binnenkant van het oog.
VAATVLIES
Het vaatvlies bevat bloedvaten die ervoor zorgen dat het oog gevoed wordt. De iris of het regenboogvlies is
onderdeel van het vaatvlies.
IRIS
De iris is het gekleurde deel van het oog. In de iris liggen kringspiertjes. Die zorgen ervoor dat de pupil, de opening
in het midden van de iris, kleiner kan worden. Er lopen ook lengtespiertjes straalsgewijs, vanaf de pupil naar de rand
van de iris, die de pupil groter kunnen maken.
HET NETVLIES
Het netvlies bevat zintuigcellen die lichtprikkels omzetten in impulsen. Het netvlies bestaat uit verschillende
onderdelen:
- Staafjes: Zintuigcellen die al bij weinig licht impulsen afgeven. Je gebruikt ze dus vooral bij schemering. Je kunt er
geen kleuren mee zien.
- Kegeltjes: Zintuigcellen die kleuren waarnemen. Ze worden overdag geprikt, wanneer er voldoende licht is.
- Gele vlek: Een plaats midden in het netvlies recht tegenover de pupil, waar alleen kegeltjes zitten. Hiermee kun je
scherp zien.
- Blinde vlek: Een plek waar geen staafjes en geen kegeltjes voorkomen, omdat hier uitlopers van zenuwcellen in
het netvlies bij elkaar komen en de oogbol uitgaan.
- Zenuwcellen: Geleiden impulsen van de staafjes en de kegeltjes via de hersenstam naar de grote hersenen.
ff
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bachelorAI. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.