Samenvatting Bijzondere Overeenkomsten (Prof. Dr. Nicolas Carette)
98 views 2 purchases
Course
Bijzondere Overeenkomsten (UA_1100RECBOV)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Deze samenvatting omvat de gehele leerstof van het basisvak Bijzondere Overeenkomsten in de Bachelor Rechten. De lessen van prof. Carette werden verwerkt tot een coherent en overzichtelijk geheel met aandacht voor detail, zienswijzen uit rechtsleer en relevante stromingen uit rechtspraak (voornamel...
OPGELET
Deze samenvatting werd
samengesteld door Thomas
BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN Piot. Ze vormt een verwerking
van de lessen bijzondere
overeenkomsten in het
3e bachelor 2022-2023
academiejaar 2022 – 2023. De
(Uit de lessen van Prof. Dr. Nicolas Carette)
inhoud van deze samenvatting
mag niet worden verspreid
zonder toestemming van de
auteur. Eigen overname en
verkoop van deze
samenvatting (of delen ervan)
zonder dergelijke toestemming
is niet toegelaten.
1. 3 categorieën van contracten:.................................................................................................................... 5
2. Bescherming van de zwakke contractpartij................................................................................................. 7
3. Kwalificatie van de overeenkomst.............................................................................................................. 8
DEEL 1: KOOP................................................................................................................................................. 9
4. Wezenskenmerken van de koopovereenkomst en regime..........................................................................9
5. Eigendomsoverdracht van een goed: “dare” verbintenis...........................................................................10
6. Betaling van de Prijs................................................................................................................................. 13
7. Totstandkoming van de koopovereenkomst: voorwaarden.......................................................................14
8. Vorm en bewijs........................................................................................................................................ 20
10. Kosten van de koop................................................................................................................................ 21
11. Verbintenissen van de verkoper............................................................................................................. 21
Spel en weddenschap.................................................................................................................................. 40
DEEL 2: HUUR.............................................................................................................................................. 43
Bijzonderheid: Pop-up huur (huur van minder dan of gelijk aan 1 jaar).........................................................77
Sub DEEL 2 : Lening...................................................................................................................................... 78
Verbintenissen van de ontlener................................................................................................................... 81
Lening op intrest.......................................................................................................................................... 81
DEEL 3 : AANNEMING................................................................................................................................... 82
38. Risico en eigendom................................................................................................................................ 89
Ratione materiae......................................................................................................................................... 91
Ratione personae......................................................................................................................................... 92
Verbintenissen van de bewaarnemer........................................................................................................... 94
Verbintenissen van de bewaargever............................................................................................................. 95
Einde bewaargeving..................................................................................................................................... 95
Bijzondere vorm 1: bewaargeving uit noodzaak............................................................................................95
Bijzondere vorm 2: hotelbewaargeving........................................................................................................ 95
Bijzondere vorm 3: sekwester...................................................................................................................... 96
Vorm en bewijs.......................................................................................................................................... 102
1. Benoemde overeenkomsten (dit gaan we voornamelijk bekijken)
Wettelijke set van regels (“default” om het mensen makkelijk te maken bij bv.
vaak voorkomende overeenkomsten zoals koop-verkoop.) Men moet dus alleen
5
THOMAS PIOT
, denken aan “wat wil ik anders doen dan de standaard overeenkomst?” (Art. 5.13
BW)
Ook bepalingen uit de overeenkomst zelf van toepassing, voor zover zij de
bepalingen van dwingend recht respecteren
Subsidiair (= aanvullend) is het verbintenissen- en overeenkomstenrecht van
toepassing
2. Onbenoemde overeenkomsten (sui generis)
Onbenoemd, want staat nergens in de wet uitgewerkt
Regels benoemde overeenkomsten per analogie = laatste manier indien de twee
bovenstaande niet werken ( Art. 3.3 BW)
3. Gemengde overeenkomsten (Art. 5.67 BW)
Geval wanneer verschillende soorten overeenkomsten gemixt worden (bv. geval
bij aannemer die huis voor je gaat bouwen: langs ene kant koop-verkoop van de
stenen, langs andere kant een overeenkomst van aanneming om met de stenen een
huis te bouwen)
Welke regels toepassen? 3 mogelijkheden:
o Onbenoemd/sui generis: overeenkomst als een geheel nieuwe
overeenkomst beschouwen
o Combinatie- / cummulatietheorie: elementen van overeenkomst zo veel
mogelijk scheiden en in hokjes duwen en dan de toepasselijke regels van
elk apart deel toepassen
o absorptietheorie: kijken of er een dominant type is in de mix en daarvan
de toepasselijke regels toepassen
o Cumulatie- en absorptietheorie krijgen de voorkeur, uitgangspunt steeds de
cummulatietheorie, tenzij er écht een type domineert, dan absorptietheorie
o Binnen de absorptietheorie kun je ook nog de cummulatietheorie toepassen
(indien vereist wegens afwezigheid van bepalingen omtrent het inferieure
type onder de bepalingen van het dominante type)
6
THOMAS PIOT
,2. Bescherming van de zwakke contractpartij
Wilsautonomie (Artt. 5.3 en 5.14 BW) en sociale welvaartmaatschapij
o Verschil met boek 3 : 3:
Boek 3:3 = alles mag tenzij DEF of als er duidelijk vermeld staat dat het
dwingend is
Boek 5 = alles mag tenzij duidelijk vermeld staat dat het dwingend is en ook
wanner je ervan kan afleiden dat het dwingend recht is
o Art. 5.69 BW
o Art. 1382 OBW
Consumentenrecht sensu lato = bescherming van zwakkere contractpartij, niet per se
een consument, kan ook een bedrijf zijn dat bescherming geniet, door bv:
o Bepalingen van dwingend recht
o Gemeenrechtelijke bescherming (door bv. de algemene zorgvuldigheidsnorm:
goede trouw, contractuele en procontractuele informatieplicht) (Art. 5.37 BW)
Consumentenrecht sensu stricto = enkel van toepassing op de NPNP (“Niet
Professionele Natuurlijke Personen”)
o Uitgangspunt is dus dat dit consumentenrecht NIET van toepassing is op
RechtsPersonen
o Bv. WER, consumentenkoop
o Echter wel afdwingbaarheidsparadox (bv. dure procedure niet altijd in
verhouding met de simpele kamerjas van 25 euro)
Boek VI WER
o In Art. I.1 WER (algemeen) drie begrippen:
Consument = NP buiten een handelsbedrijf/ambacht/beroepsactiviteit
Onderneming (doch zie boek VI!) = NP in zelfstandige
beroepsactiviteit, élke rechtspersoon, élke andere organisatie die RP
heeft (tenzij ze geen winstuitkeringsoogmerk heeft)
Voorwerp = algemene categorie van producten, wat uitelkaar valt in
goederen (= lichamelijke en roerende zaken) en diensten (= prestaties)
o In Art. I.8 WER (specifiekere precisering voor boek VI)
39° : onderneming = iedere NP of RP die op een duurzame wijze een
economisch doel nastreeft
33° : verkoopovereenkomst = iedere overeenkomst waarbij
onderneming de eigendom van goederen aan consument overdraagt of
verbindt over te dragen en consument prijs daarvan betaalt of verbindt
te betalen, m.i.v. elke overeenkomst die zowel goederen als diensten
betreft;
34° : dienstenovereeenkomst: iedere andere overeenkomst dan
Verkoopovereenkomst waarbij onderneming de consument een dienst
7
THOMAS PIOT
, levert of verbindt dienst te leveren en consument prijs daarvan betaalt
of verbindt te betalen.
Bijzondere regels over:
o Onrechtmatige bedingen: producten + diensten
Artt. 82 en 83 van boek 6
Art. 5.52 BW = geldt uitdrukkelijk NIET voor hoofdprestaties
o Overeenkomst op afstand + buiten ondernemingsgebouw
o Wet 4/4/2019 (B2B) => hier is het ondernemingsbegrip van art. I.8, 39° WER
van toepassing
3. Kwalificatie van de overeenkomst
ALTIJD en ENKEL kwalificeren op basis van de objectieve elementen, niet subjectieve
elementen zoals bv. kleur van het goed!
Uitgangspunt: door de partijen vrij overeengekomen
Ja: kijken naar de gemeenschappelijke bedoeling, is deze verenigbaar
met de bedingen en de regels van dwingend recht en OO, dan geldt de
partijkwalificatie (cf. Art. 1134 oud BW), zoniet dan kan de rechter
gaan herkwalificeren
Conversie? (Art. 5.68 BW): indien een bepaald beding onverenigbaar is met dwingend
recht of OO
o Niet hetzelfde als herkwalificeren, want kwalificatie gaat over wanneer de
partijen een kwalificatie hebben gegeven die niet klopt, heeft dus betrekking
tot de overeenkomst zelf (bv. Een overeenkomst die duidelijk de koop-verkoop
betreft als partijen kwalificeren als aannemingsovereenkomst)
o Conversie = kwalificatie van partijen leidt tot nietigheid, dus daarom zetten
we om ( heeft dus betrekking tot een element uit de overeenkomst dat je gaat
veranderen, bv. Het beding in de koop-verkoop overeenkomst dat duidelijk een
beding van aanneming van werk inhoud)
8
THOMAS PIOT
,DEEL 1: KOOP
4. Wezenskenmerken van de koopovereenkomst en regime
2 essentiële elementen voor de kwalificatie als koopovereenkomst (uit art. 1582 oud
BW):
o Eigendomsoverdracht van een goed
o Tegen een prijs in geld
Ook subjectieve elementen mogelijk:
o Gaat over wat partij zelf wil toevoegen, bv. De kleur van het goed. Indien hier
geen akkoord over is bestaat er logischerwijs ook geen overeenkomst
Regime : artt. 1582 e.v. oud BW als lex generalis
o Bij “B2C” overeenkomsten ook legi speciali:
WER
Wet Consumentenkoop (voormalig art. 1649bis e.v. oud BW, nu art.
3 Wet Consumentenkoop, digitaal = art. 11 Wet Consumentenkoop)
o Bij “B2B” overeenkomsten ook legi speciali:
Omtrent lichamelijke roerende goederen + internationaal karakter
(bv. Belgisch tuincentrum koopt in Spanje bloembollen aan bij een
in Duitsland gevestigde groothandel) Weens Koopverdrag
Art. IV.91 WER
Wet Breyne: traditioneel over aanneming, maar een aantal gevallen
van koop waar de Wet Breyne van toepassing op is
Gezien er zowel lex generalis (gemeenrechtelijk regime) als legi generali (bijzonder
regime) zijn:
9
THOMAS PIOT
, o Stap 1: kijken naar de algemene wet en of we van hieruit kunnen kwalificeren
als koop
o Stap 2: kijken naar de bijzondere regimes die mogelijks toch tot kwalificatie
als koop kunnen leiden (bv. Overeenkomst die gemeenrechtelijk als een
aanneming wordt gekwalificeerd toch nog als koop kunnen kwalificeren o.g.v.
de bijzondere regimes)
5. Eigendomsoverdracht van een goed: “dare” verbintenis
Goed (geen dienst) in de zin van art. 3.41 BW
o Probleem rijst bij gemengde overeenkomst waarbij het goed voorafgaat van
een dienst (wat bijna altijd zo zal zijn aangezien het goed vervaardigd moet
worden)
o Probleem dringt zich enkel aan wanneer de leveraar van de dienst ook de
grondstoffen levert, niet wanneer u zelf iemand grondstoffen levert ter
vervaardiging van een goed dan automatisch aanneming
o Dus Te leveren/vervaardigen goed (i) + grondstoffen (ii) = gemengde
overeenkomst van zowel aanneming (i) als koop (i + ii, dus het afgewerkte
goed dat u koopt)
o Absorptie of cummulatie? Kijken naar de specialitiet die vereist is voor de
vervaardiging van het goed
Hoe generieker/algemener het goed is, hoe meer het om het goed gaat
dan eerder neiging tot cummulatie aangezien er geen dominant type is
Hoe specifieker het goed gemaakt moet worden, hoe meer de dienst gaat
doorwegen tegenover het goed zelf
dan eerder neiging naar de absorptie aangezien de dienst hier het
dominante type vormt
Wat met diensten n.a.v. de koop van het goed?
u koopt een wasmachine, het laten plaatsen hiervan zou dan een
aanneming kunnen lijken, maar is onderdeel van de koop o.g.v. de
absorptietheorie, aangezien de nadruk op de wasmachine ligt. Gaat het
echter om de vervanging van de filter van het machine dan is de dienst
centraal en wordt het een aanneming
Opmerking consumentenkoop (art. 3 Wet Cons.Koop + WER)
default is de koop, ookal is er een grote mate van specifiteit. Bv. een
keuken helemaal op maat laten bouwen zal gemeenrechtelijk een
aanneming zijn, maar op grond van de bijzondere regimes (zie eerder) zal
het toch als koop gekwalificeerd worden, alles wat dan toch niet geregeld
wordt door de bepalingen omtrent koop zullen echter wel worden
aangevuld door de regels i.v.m. gemeenrechtelijke aanneming
Eigendomsoverdracht (geen zakelijk gebruikrecht):
10
THOMAS PIOT
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomaspiot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.