6.3.3 de aanmaak van granulocyten en monocyten
Het beenmerg maakt verschillende witte bloedcellen:
- Vanuit een monoblast ontstaat een monocyt
- Vanuit een myeloblast, promyelocyt en progranulocyt ontstaan granulocyten.
6.3.4 de aanmaak van bloedplaatjes
Bloedplaatjes ontstaan uit een grote voorlopercel
De bloedplaatjes ontstaan uit stukjes cytoplasma
6.4 erytrocyten
De rode bloedcellen zijn de meest voorkomende cellen in het bloed. De rode bloedcellen hebben
geen kern! Erytrocyten kunnen makkelijk vervormen en bijna dubbel vouwen.
De rode bloedcel is grotendeels gevuld met een speciaal eiwit dat hemoglobine heet.
6.4.1 functie van erytrocyten
Erytrocyten zorgen voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide.
Zuurstof
Zuurstof lost niet op in plasma. In erytrocyten wordt de zuurstof gebonden aan het ijzer in de
hemoglobine.
Wanneer er zuurstof gebonden is aan de heemgroep, is het bloed helderrood. Als er geen zuurstof
gebonden is aan een heemgroep, dan is bloed helderrood.
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide lost gemakkelijker in bloed op dan zuurstof. Het koolstofdioxide dringt door tot in de
erytrocyten.
In de longen wordt koolstofdioxide losgekoppeld en uitgescheiden.
Levensduur
Erytrocyten gaan ongeveer 100-200 dagen mee. De cellen worden afgebroken in de mild. De afbraak
wordt gedaan door witte bloedcellen.
Bij de afbraak van erytrocyten komt ijzer vrij. Het ijzer wordt gebruikt om nieuwe erytrocyten mee te
maken. Het moet getransporteerd worden met behulp van speciale transporteiwitten.
Ijzer wordt opgeslagen in de lever, milt en beenmerg.
De productie en het verlies van erytrocyten moeten met elkaar in evenwicht zijn.
,Hemoglobinegehalte
Het hemoglobinegehalte is een maat voor de hoeveelheid hemoglobine per liter bloed. Hieraan kan
worden afgelezen of er voldoende zuurstoftransport mogelijk is.
Het hemoglobine gehalte wordt uitgedrukt in mmol/l: bij mannen 8.5 tot 10.5 mmol/l
Bij vrouwen 8.0 tot 10.0 mmol/l
Bij pasgeboren 15 mmol/l
Hematocriet
Het hematocriet geeft aan welk deel van het bloedvolume wordt ingenomen door erytrocyten.
Bij mannen is het 0,45 tot 0.50
Bij vrouwen is het 0,35 tot 0,45
6.5 granulocyten
Granulocyten zijn witte bloedcellen
Er zijn 3 soorten granulocyten:
- Neutrofiele granulocyten
- Eosinofiele granulocyten
- Basofiele granulocyten
Monocyten
Monocyten komen in het bloed niet veel voor
Monocyten kunnen het bloed verlaten, zich in het bindweefsel nestelen en langere tijd overleven.
Functie van granulocyten en monocyten
Als er ergens bacteriën zijn, worden granulocyten daarheen gelokt.
Ze verlaten het bloedvat en wurmen zich tussen de endotheelcellen.
Daarna bewegen ze zich naar de binnendringers en maken ze deze onschadelijk door ze in de cel op
te nemen en te verteren= fagocytose
Bloedonderzoek en leukocyten
Het aantal granulocyten in het bloed neemt toe bij infecties
Normaal heb je tussen de 4 en 11 miljard per liter. Bij infectie wordt de productie opgevoerd tot
boven de 11 miljard per liter = leukocytose
, 6.6 lymfocyten
Ongeveer 25% van de leukocyten bestaan uit lymfocyten
De lymfocyten bestaat uit lymfoblasten
Lymfocyten moeten nog rijpen als ze uit het beenmerg weg zijn in:
- B-lymfocyten
- T-lymfocyten
6.6.1 B- en T- lymfocyten
De eerste stap voor de toekomstige B-lymfocyten vind plaats in het beenmerg.
De toekomstig T-lymfocyten zet de eerste stap in de thymus
Daarna zoeken de lymfocyten een plek in de lymfeklieren, de milt of in andere lymfeklieren.
6.7 bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn fragmenten van grote cellen in het beenmerg zijn afgebroken.
De levensduur is ongeveer 8 a 10 dagen
Trombocyten zijn onmisbaar voor de bloedstolling.
6.8 bloedplasma
Het vloeibare deel van het bloed heet plasma
Plasma is het bloed zonder de bloedcellen.
Plasma en bloedcellen kan je van elkaar scheiden door het bloed onstolbaar te maken en een tijdlang
te laten staan
Het plasma transporteert antilichamen en stollingseiwitten. In het plasma zitten ook hormonen.
6.8.1 samenstelling van plasma
- Water
- Eiwitten
- Vetten
- Glucose
- Zouten
- Hormonen
- Vitamines
- Afvalproducten van stofwisseling
Water
De hoeveelheid water wordt geregeld door de hypothalamus
Eiwitten
Er zijn drie groepen eiwitten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomassssss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.