Complete samenvatting mens en gezondheid. Fontys TP
13 views 0 purchase
Course
Menselijk gedrag
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Psychologie, een inleiding
Door deze samenvatting te leren heb ik in mijn eerste jaar van de opleiding toegepaste psychologie een 8,0 gehaald. Alle leeruitkomsten staan beschreven.
Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Toegepaste Psychologie
Menselijk gedrag
All documents for this subject (30)
Seller
Follow
lidewijvleeuwen123
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1: stromingen in de psychologie.
Psychologie: Wetenschap van gedrag en mentale processen.
Psyche: geest -ologie: gebied van studie
Psychologie houdt zich bezig met zowel geestelijke processen als gedragingen
- interne geestelijke processen: indirect waarnemen (zoals denken, voelen en begeren).
- externe waarneembare gedragingen: zoals praten, glimlachen en lopen.
Drie soorten psychologen:
1. Experimenteel psychologen: ze voeren onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis creëert.
2. Docenten psychologie: heeft als primaire taak het geven van onderwijs.
3. Toegepast psychologen: ze gebruiken de kennis die door experimenteel psychologen is vergaard
om problemen van mensen op te lossen d.m.v. training etc.
Specialisaties in de toegepaste psychologie:
- Arbeids- en organisatiepsychologen: ze hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen aan de
werkplek die de productiviteit en de arbeidsmoraal van werknemers moeten maximaliseren.
- Sportpsychologen: helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren.
- Schoolpsychologen: zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren; zo houden ze zich
bezig met persoonlijke omstandigheden die de schoolprestaties kunnen beïnvloeden.
- Klinisch psychologen en counselors: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes te maken.
- Forensisch psychologen: leveren hun psychologische expertise aan het wets- en
rechtssysteem. Door bijv. gevangenen te testen of ze vrijgelaten kunnen worden.
- Omgevingspsychologen: proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te
verbeteren.
- Gerontopsychologen: beoordelen het functioneren van ouderen en verstrekken begeleiding.
Psychiatrie: een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale
stoornissen.
Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd. (zoals waarzeggers en astrologen.)
(Kritisch denken nog samenvatten of is dat niet nodig?)
De zes belangrijkste perspectieven van de psychologie:
1. Biologische perspectief: het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in
het functioneren van de genen, de hersenen, het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
- neurowetenschap: het vakgebied dat zich richt op hoe de hersenen gedachten, gevoelens
en andere mentale processen creëren. (Descartes)
- evolutionaire psychologie: een groot deel van het menselijke gedrag komt voort uit
overgeërfde neigingen. Invloeden in de omgeving hebben de stamboom van de mens
gesnoeid (natuurlijke selectie)
2. Cognitief perspectief: Gedrag wordt bepaald door iemands unieke patroon van
waarnemingen, interpretaties, verwachtingen, overtuigingen en herinneringen. (Wundt en
James)
3. Behavioristisch perspectief: gedrag wordt bepaald door prikkels in de omgeving en de
voorgaande consequenties van ons gedrag (Watson en Skinner.)
, 4. ‘Whole person’ perspectief: een aantal psychologische perspectieven die draaien om een
globaal inzicht in de persoonlijkheid, onderstaande drie =
- Psychodynamische psychologie: Ons gedrag en onze persoonlijkheid komen voort uit
processen in onze onbewuste geest en psychische stoornissen.
Methode die daarbij hoort: Psychoanalyse. Deze methode hoort bij Freud.
- Humanistische psychologie: Onze aangeboren behoefte om te groeien en ons potentieel zo
goed mogelijk te verwezenlijken bepaalt ons gedrag (Rogers en Maslow)
- Psychologie van karaktertrekken en temperament: Unieke persoonlijkheidskenmerken die
ten alle tijden consistent zijn bepalen ons gedrag (oude Grieken)
5. Het ontwikkelingsperspectief: veranderingen in psychologisch functioneren tijdens het leven
naarmate de invloeden van erfelijkheid en omgeving zich ontplooien. Mensen denken en
handelen verschillend op verschillende momenten in hun leven. (Ainsworth)
6. Het socioculturele perspectief: sociale en culturele invloeden kunnen de invloed
overstemmen van alle andere factoren die gedrag beïnvloeden. (Zimbardo en Milgram)
René Descartes: Stelde een scheiding voor van lichaam en geest. Descartes behoorde tot het
rationalisme: een filosofiestroming die de ratio (het denken) als enige middel zag om aan
wetenschap en filosofie te doen. Het empirisme had hier kritiek op: zij vonden denken onnodig en
zelfs storend in de wetenschap. Waarnemingen en experimenten waren de enige bron van kennis.
William Wundt: gebruikte de techniek van introspectie(=naar binnen kijken): beschrijving van je
eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
De erfenis van Wundt: structuralisme: stroming die de basisstructuren van de geest en de gedachten
trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de elementen van de bewuste ervaring.
Gestalt: gelooft dat het bewustzijn veel meer omvatte dan simpele zintuigelijke ervaringen
Gestaltpsychologie: mensen hebben de behoefte om dingen te koppelen vanuit natura.
William James: Functionalisme: Stroming in de psychologie die meende dat psychische processen het
best begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie.
, Hoofdstuk 2: Bio psychologie
Bio psychologie: specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de
omgeving bestudeert. (gedragsbiologie)
Evolutie: het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort doordat die zich succesvol
aanpast aan zijn omgeving.
Creationisme: de opvatting dat het universum is ontstaan door een bijzondere scheppingsdaad.
Natuurlijke selectie: drijvende kracht achter de evolutie waardoor de omgeving de best aangepaste
organismen selecteert. (Survival of the fittest) de organismen die het best in hun leefomgeving
passen, overleven. De kenmerken van de organismen worden de adaptieve kenmerken genoemd: ze
zijn ontstaan door aanpassing aan een specifieke omgeving.
Genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd.
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme.
Genen: stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de erfelijke lichamelijke en psychische
eigenschappen van een organisme zijn opgeslagen. Ze vormen de functionele elementen van een
chromosoom.
Genoom: bevat een complete set van chromosomen.
DNA: lang, complex molecuul dat informatie bevat over alle genetische eigenschappen.
DNA wikkelt zich rond een eiwit dat histoon heet.
Chromosomen: lange, dunne, spiraalvormig draad waarlangs de genen zijn
gerangschikt als de kralen van een ketting. Chromosomen bestaan vooral uit
DNA. We hebben 23 paar chromosomen, 46 in totaal. Waarvan twee
geslachtschromosomen een X en een X/Y.
Chromosomen die geen geslachtschromosomen zijn worden autosomen genoemd.
Epigenoom: een reeks chemische codes die aanvullende ervaringen op het DNA vormen. Het
epigenoom is flexibel en past zich aan de omgeving en ervaring aan door genen ‘aan’ en ‘uit’ te
zetten. Omgevingsfactoren waaraan ouders worden blootgesteld kunnen een blijvende afdruk
achterlaten op het genoom van kinderen.
Het lichaam heeft twee communicatiesystemen:
1. Het zenuwstel met zijn uitgebreide netwerk van zenuwcellen dat berichten in prikkels van
elektrische energie en chemische stoffen door het lichaam transporteert.
2. Het hormoonstelsel/endocriene stelsel, dat trager werkt, stuurt via de bloedbaan
vervolgsignalen waardoor de reactie die door het zenuwstelsel in gang was gezet, wordt
ondersteunt en in stand wordt gehouden.
Neuron/zenuwcel: een cel, ook wel zenuwcel genoemd die is gespecialiseerd in het ontvangen en
doorsturen van informatie naar andere cellen in het lichaam. Een bundeling van een groot aantal
neuronen wordt een zenuw genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lidewijvleeuwen123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.