Een samenvatting voor bloktoets 3 van de opleiding Toegepaste Biologie. Het vak wordt gegeven in het eerste jaar en de samenvatting is geschreven voor studiejaar 2020/2021.
Taak 1: Levenscyclus
De student kan laten zien wat de rol van mitose en meiose is in de celcyclus. (Toepassen)
De Celcyclus kent 4 fases: G1, S, G2 en M.
In de G1 fase groeit de cel. In de S fase krijgt elk
chromosoom één extra chromatiden. In de G2 fase groeit
de cel, ook vinden er voorbereidingen plaats voor de M
fase. De M fase bestaat uit de mitose en de cytokinese.
De G1, G2 en S fase samen noem je de interfase.
Mitose is het proces waarbij je van één moedercel, met 46
chromosomen en 92 chromatiden, twee identieke dochtercellen maakt, elk met
46 chromosomen en 46 chromatiden.
De mitose verloopt in fases:
• Profase: Het DNA begint te spiraliseren. Ook vormen de spoelfiguren
(centriole), deze vormen trekdraden en bewegen in verschillende richting
in de cel.
• Prometafase: Het kernmembraan lost op en het DNA is volledig
gespiraliseerd. De trekdraden van de spoelfiguren binden op de
centromeren van de chromosomen. De chromosomen worden van twee
kanten getrokken door de spoelfiguren.
• Metafase: De spoelfiguren liggen nu precies tegen over elkaar in de cel. De
chromosomen zijn door het trekken naar het midden van de cel bewogen
en liggen hier op één lijn.
• Anafase: De chromatiden worden uit elkaar getrokken door de trekdraden,
nu zijn het afzonderlijke chromosomen. De nieuwe chromosomen worden
elk naar één kant van de cel getrokken.
• Telefase: De chromosomen gaan despiraliseren tot los DNA. De trekdraden
lossen op. De mitose is nu klaar, van één celkern zijn twee celkernen
gemaakt.
• Cytokinese: De cel splits in tweeën door klieving, elke cel krijgt één
celkern.
1
,Leren voor bloktoets 3
Meiose is het proces waarbij je van één moedercel, met 46 chromosomen en 92
chromatiden, vier verschillende dochtercellen maakt, elk met 23 chromosomen
en 23 chromatiden. Je krijgt vier unieke dochtercellen doordat er “crossing over”
plaats vindt. Meiose wordt gebruikt om de geslachtscellen te maken.
De meiose verloopt in twee delen:
1. Meiose 1: Chromosoom paren worden gesplitst; 2N → N.
2. Meiose 2: Chromatiden worden gesplitst.
De fases van meiose 1:
• Profase 1: Het DNA spiraliseerd. De spoelfiguren (centriole) vormen, deze
maken trekdraden en bewegen in verschillende richting in de cel. Verder
gaan de homologen chromosoom paren tegen elkaar aan liggen en er vind
“crossing over” plaats.
• Metafase 1: De spoelfiguren liggen nu precies tegen over elkaar in de cel.
De trekdraden van de spoelfiguren binden op de centromeren van de
chromosomen. De chromosomen worden van twee kanten getrokken door
de spoelfiguren. Hierdoor komen ze in het midden van de cel te liggen op
één lijn. De homologen chromosoom paren liggen naast elkaar.
• Anafase 1: De homologen chromosoom paren worden uit elkaar getrokken
door de trekdraden. Elke beweegt naar een andere kant van de cel.
• Telefase 1 en cytokinese: De cel splits in twee door klieving, elke cel heeft
nu de helft van de chromosomen (23 bij mens) met elk twee chromatiden.
De fases van meiose 2:
• Profase 2: Spoelfiguren worden gevormd. DNA is nog gespiraliseerd.
• Metafase 2: De chromosomen komen weer in het midden door trekdraden.
• Anafase 2: De chromatiden van elk chromosoom worden uit elkaar
getrokken.
• Telefase 2 en cytokinese: DNA despiraliseerd weer en er worden een
kernmembraan gevormd. De cel klieft in tweeën.
Aan het einde van de meiose heb je dus vier dochtercellen elk met (bij de mens)
23 chromosomen en één chromatiden. Deze zijn allemaal uniek doordat “crossing
over” heeft plaats gevonden.
2
,Leren voor bloktoets 3
De student kan de levenscyclus van een willekeurige eukaryoot classificeren in een van de drie typen
van seksuele levenscycli aan de hand van een figuur. (Analyseren)
De opeenvolging van volwassen individuen, geslachtscellen, bevruchting,
embryo, zelfstandig jong organisme en weer volwassen individuen noemen we de
levenscyclus. Er zijn drie basistypen van levenscycli:
• Diplontische levenscyclus → alleen mitose in diploïde fase.
• Haplontische levenscyclus → alleen mitose in de haploïde fase.
• Haplodiplontische levenscyclus → mitose in de diploïde en haploïde fase.
Cellen van volwassen individuen hebben twee exemplaren van elk chromosoom,
ze zijn diploïd (2N). Geslachtscellen (gameten) hebben slechts één enkele set
chromosomen, ze zijn haploïd (N). Haploïde cellen ontstaan bij meiose uit een
diploïde cel. Bij de bevruchting versmelten twee haploïde geslachtscellen weer
tot een diploïde cel (de zygote).
Bij geslachtelijke voortplanting heb je twee unieke gameten die samen één
unieke zygote maken; 1N + 1N = 2N. Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn de
nakomelingen genetisch identiek aan de ouder; 2N = 2N.
Algemene levenscyclus schimmels:
- Haplontische levenscyclus.
- Haploïd stadium is dominant.
3
, Leren voor bloktoets 3
Voorbeeld levenscyclus Spoorplant: de varen.
- Haplodiplontische levenscyclus.
- Water nodig om de gameten bij elkaar te krijgen.
Levenscycli vergelijken
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jovado. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.26. You're not tied to anything after your purchase.