100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Genetica, Microbiologie & Vegetatieve vermeerdering $9.65
Add to cart

Summary

Samenvatting Genetica, Microbiologie & Vegetatieve vermeerdering

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting voor de vakken Genetica, Microbiologie & Vegetatieve vermeerdering van de opleiding Toegepaste Biologie. De vakken worden gegeven in het tweede jaar en de samenvatting is geschreven voor studiejaar 2022/2023.

Preview 3 out of 24  pages

  • July 10, 2023
  • 24
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Genetica
Leerdoelen:
BASISPRINCIPES VAN OVERERVING:
• Kunnen Mendel's wetten van erfelijkheid toepassen op overervingsvraagstukken.
• Kunnen de verschillende overervingspatronen in genetische data herkennen.
• Kunnen kansberekeningen en statistische toetsen over de analyse van genetische data
interpreteren.
• Kunnen motiveren wanneer en waarom verschillende typen kruisingen door een geneticus
gebruikt worden.
• Kunnen uitleggen hoe complexe overervingsmechanismen werken.
• Kunnen voorspellen wat de verwachte uitkomsten van kruisingen zijn.
• Kunnen door genetische data te analyseren concluderen op welke manier een eigenschap
overerft.


STAMBOMEN:
• Kunnen door stambomen te analyseren concluderen op welke manier een eigenschap overerft.
• Kunnen door stambomen te analyseren voorspellen wat de verwachte uitkomst van een kruising
zal zijn.


EUKARYOTISCHE GENEN: KOPPELING EN MAPPING:
• Kunnen op basis van de uitkomsten van kruisingen concluderen of eigenschappen gekoppeld
overerven.
• Kunnen verklaren hoe crossing-over leidt tot recombinatie.
• Kunnen recombinatie frequenties gebruiken om een eenvoudige genetische kaart te maken van
3 eigenschappen.
• Kunnen een eenvoudige genetische kaart van 3 eigenschappen gebruiken om recombinatie
frequenties uit te rekenen.

POPULATIE GENETICA EN EVOLUTIE
• Kunnen op basis van genotypefrequenties de allelfrequenties uitrekenen.
• Kunnen aan de hand van een rekenvoorbeeld bepalen of er sprake is van Hardy-Weinberg
evenwicht.
• Kunnen aan de hand van een rekenvoorbeeld bepalen wat het effect is van de verschillende
vormen van selectie op de allelfrequenties van een populatie.
• Kunnen uitleggen hoe verschillende processen zorgen voor evolutie.
(migratie, mutatie, selectie, genetische drift, assortative mating)
• Kunnen de gevolgen van evolutie op fenotype-, genotype- en
allelfrequenties uitleggen.




Ook leren:
• Hoofdstuk 14, 15, 22 en 23 Campbell
doorlezen.
• En veel oefenopgave maken!




1

,Vormen van allelen onderling:
- Dominant-recessief -> Eén allel dominant, één allel recessief.
- Incomplete dominantie -> Fenotype heterozygoot zit tussen dat van de homozygoten in.
- Co-dominantie -> Beide allelen komen tot uiting.
- Subdominantie -> De heterozygoot (Aa) is slechter dan AA maar beter dan aa homozygoot.
- Overdominantie -> De heterozygoot is beter dan de homozygoot.


Lethale genen/allelen: Een bepaalde allelen combinatie zorgt dat de nakomeling
niet levensvatbaar is.




Mendel is de grondleger van genetica. Kruisingstabel gebruiken om kans op het erven van allelen te
berekenen. Mendel heeft vier wetten gevormd:
1. De uniformiteitswet: als je twee raszuivere individuen (die maar een kenmerk verschillen) met
elkaar kruist, dan zijn de F1-nakomelingen onderling identiek.
2. De dominantiewet: alle individuen uit de eerste generatie (F1) vertonen hetzelfde kenmerk als
het kenmerk van een van beide ouders (P-generatie).
3. De splitsingswet: bij onderlinge kruising uit de F1 krijg je nakomelingen met verschillende
genotypen. Daarbij komen de kenmerken in een vaste verhouding voor: 3:1 bij dominant-
recessieve overerving en 1:2:1 bij co-dominantie.
4. De onafhankelijkheidswet: de verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar
overgeërfd, indien ze op verschillende chromosomen liggen.


Er zijn verschillende manieren van overerven eigenschappen. Er zijn
autosomale en geslachtsgebonden eigenschappen.
Geslachtsgebonden genen liggen op het X of Y chromosoom. Vrouwen
hebben XX, mannen hebben XY (bij mensen). Als een eigenschap op
het Y-chromosoom ligt komt deze alleen voor bij mannen.
Eigenschappen die op het X-chromosoom liggen kunnen dominant of
recessief zijn. Als een eigenschap op het X-chromosoom ligt komt deze
vaker tot uiting bij mannen (XaY of XAY) omdat er geen tweede X is om
te compenseren. Vrouwen kunnen de eigenschap ook hebben (XAXA of
XaXa) of drager zijn (XAXa).

Bij vogels hebben de vrouwtjes (XW) en de mannetjes (XX)!

Ook heb je mitochondriële overerving. Als een moeder een bepaalde eigenschap heeft dan hebben al
haar kinderen die eigenschap ook. Doordat de mitochondriën door de moeder gegeven worden.


2

, Bij twee genen die beide heterozygoot zijn, onafhankelijk van elkaar overkruisen en tot uitdrukking
komen (dihybride kruising) is de standaardverhouding van de fenotypes: 9:3:3:1



Bij epistasie gaan twee genen een interactie aan met elkaar waardoor de standaardverhouding van
de fenotypes gaat afwijken. Eén kenmerk wordt dan beïnvloed door twee genen. De genotypes
wijken als er sprake is van epistasie niet af. Er zijn veel verschillende vormen van epistasie:

• Dominante epistasie: Bij dominante epistasie verbergt het eerste gen (A), als dat een dominant
allel heeft, het andere gen (B). Als het ene gen actief is (AA of Aa), zie je niet de uitdrukking van
het andere gen. De uiteindelijke verhouding in de fenotypes is bij dominante epistasie dus 12:3:1
• Recessieve epistasie: Bij recessieve epistasie komt het tweede gen (B) niet tot uiting als het
eerste gen homozygoot recessief (aa) is, er moet een dominant allel aanwezig zijn (Aa of AA) als
het tweede gen tot uiting wil komen. De verhouding in fenotypes is dan 9:3:4.
• Wederkerige recessieve epistasie: Als één van de twee genen homozygoot recessief (aa of bb) is
wordt de werking van het andere gen onderdrukt. Beide genen hebben dus een dominant allel
nodig voor de expressie. De verhouding in fenotypes die bij deze vorm van epistasie hoort is 9:7.
• Wederkerige dominante epistasie: Bij deze vorm van epistasie zijn er twee genen in het spel die
voor hetzelfde eiwit coderen. Als minstens één van de genen actief is zie je het effect van het
eiwit terug in het fenotype. De verhouding tussen een dihybride kruising is dus 15:1.
• Gemengde epistasie: Bij gemengde epistasie onderdrukt het ene gen (B) de werking van het
andere gen (A) als deze actief is (BB of Bb). De verhouding in fenotypes na een dihybride kruising
is dan 13:3.



Bij koppeling liggen genen dichtbij elkaar
op hetzelfde chromosoom. Met een
testkruisng kun je achterhalen of de
genen deels, helemaal of niet gekoppeld
zijn. Dit doe je met de formule:

Aantal recombinanten : totaal aantal
nakomelingen x 100% = De afstand
tussen de genen in M.U. maar ook het
percentage recombinanten.

Hoe groter de afstand, hoe groter de
kans op crossing-over is. Wanneer het
percentage recombinanten
(onverwachte) kleiner is dan 50%
spreek je van koppeling tussen genen.
Door naar de afstand tussen genen te
kijken kan je ook de volgorde van die
genen op het chromosoom bepalen.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jovado. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added