Hoofdstuk 1 denken over organisatie en management
Klassiekers
Taylor (productiebedrijven):
Productieafdeling, nadruk op efficiënt werken waardoor productie omhoogging
Scientific management hoofdpunten:
Vergaande taakverdeling met precieze uitleg
Hechte vriendschappelijke samenwerking
Juiste man op juiste plaats door selectie
Prestatiebeloning
Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren bewegingsstudies
Fayol (management): gehele organisatie, plannen, eenheid van commando
Andere typen organisaties dan industriële ondernemingen.
General managementtheorie:
6 onafhankelijke gebieden:
1 technisch
2 commercieel
3 financieel
4 zelf beschermend
5 boekhouding
6 besturing
Managers hadden 5 taken:
- Plannen en vooruitzien
- Organiseren
- Bevel voeren
- Coördineren
- Controleren
Webrer (overheidsorganisaties, grote bedrijven met sociale invalshoek): bureaucratie, rollen,
classificatie, beschrijvingen van de organisatie, doelmatig
Mayo: human relations, aandacht voor mensen
Verband tussen verbeteren werkomstandigheden en de productiviteit van de arbeiders
Likert/ mc gregeor: overlapping tussen verschillende afdelingen = linking pin structuur
X-theorie=niks hoe de organisaties in die tijd functioneerde
Y-theorie=blij eigen visie hoe mensen in organisatie zouden moeten samenwerken
Boulding: systeembenadering systeem met een aantal verbonden subsystemen
Integraal aanpakken dus kijken naar de gehele organisatie en niet maar een deel hun belangen,
samenhang in organisatie
Alle activiteiten hangen nauw samen met elkaar en de organisatie staat in wisselwerking met de
buitenwereld.
1
,Lawrench/ lorsch: contingentie = bepaald door de situatie, situatie bepaald de organisatie en heeft
met de omgeving te maken
Managementtechnieken hangen af van de omstandigheden waarin een organisatie zich bevindt.
Organisatiekunde: een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het
gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop een
organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Organisatiekunde omvat twee aspecten:
1. Een descriptief aspect: beschrijving gedrag van organisaties met motieven en gevolgen
2. Een prescriptief aspect: advies over te volgen handelswijze en organisatie-inrichtingen
Interdisciplinariteit: organisatiekunde bevat veel elementen uit andere wetenschappen.
De mate waarin de besturing slaagt wordt aangeduid met het begrip doeltreffendheid of effectiviteit.
Hoofdstuk 2 omgevingsinvloeden
Samenleving omgeving met organisaties partijen of belanghebbende
Omgevingsinvloeden beïnvloeden een organisatie en zo vloeien er omstandigheden waar een
organisatie rekening mee moet houden. De omgevingsinvloeden komen vooral door partijen. Daarbij
is de machtpositie van de partij van belang
Afstemming = het richten van de organisatie op de omgeving
Verschillende partijen:
- Afnemers
- Leveranciers
- Concurrentie
- Vermogensverschaffers
- Werknemers
- Belangenbehartigingsorganisaties
- Overheidsinstellingen
- Media
Omgevingsfactoren:
- Milieufactoren
NMP: nationale milieubeleidsplan status milieubeleid en maatregelen in om gestelde
doelen te behalen (zorgt voor een moderne effectieve milieuaanpak)
Drie hoofdlijnen:
1. Het verbeteren van milieukwaliteit in de directe omgeving (schoonmaken huidige
omgeving)
2. Het signaleren en voorkomen van nieuwe risico’s voor mens en milieu (benutten van
nieuwe kansen)
3. Het actief bijdragen aan de aanpak van urgente mondiale milieuproblemen (werken aan
een duurzame toekomst)
Politieke keuzes en veranderende opvattingen in de samenleving over het milieuvraagstuk
zullen van grote invloed zijn op het gedrag van organisaties
2
, - Technologische factoren
Door technologische ontwikkelingen zijn bedrijven in staat over te gaan op nieuwe
productiemethoden en/of nieuwe productie, waardoor een voorsprong ten opzichte van de
concurrentie kan worden opgebouwd. De meeste ontwikkelingen vloeien voort uit de
concurrentiestrijd.
Bijv.: informatietechnologie en biotechnologie
Informatietechnologie heeft betrekking op de opslag en bewerking van informatie en
gevolgen daarvan zijn:
Wijze waarop werk wordt verricht zal fundamenteel veranderen
Een integratie van functies (info op juiste plek juiste tijd) binnen/ tussen organisaties
en elektronische markten
Verandering in schoolvoordelen en besluitvorming (afstemmingskosten dalen)
- Demografische factoren
Omvang, groei en samenstelling van de bevolking
Veranderingen in de omvang, groei en samenstelling van de Nederlandse bevolking zijn
demografische factoren waarmee organisaties de komende jaren sterk rekening mee zullen
moeten houden.
- Economische factoren
Groei van nationaal inkomen speelt hier een grote rol en heeft zo invloed op het
bestedingsvermogen.
Het nationaal inkomen is deel afhankelijk van buitenland internationale economische
ontwikkelingen:
Economische groei in verschillende landen
Valutaschommelingen
Ontwikkeling van de rentestand
Ontwikkeling van het buitenlandse loonpeil
- Politieke factoren
Overheid kan invloed uitoefenen op het prijsniveau, de inkomstenverdeling, de
arbeidsmarkt, de betalingsbalans en de economische groei.
Steeds meer politieke macht buiten de nationale grenzen, met als doel een
gemeenschappelijke interne markt op te bouwen.
5 vormen van economische integratie:
1. Een vrijhandelszone
2. Een douane-unie = wordt gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd
3. Een gemeenschappelijke markt
4. Een economische unie
5. Een volledige politieke en economische unie
Belemmeringen:
Fysieke belemmeringen
Belemmeringen van technische aard
Fiscale belemmeringen (btw en accijns)
MKB = midden en klein bedrijf belangrijk gedeelte Nederlandse economie en als bedrijven
minder dan 100 werknemers in dienst hebben
- Maatschappelijke factoren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iriskortekaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.