Samenvatting Criminaliteitsvormen en Misdrijven - Prof. Daems (16/20 eerste zit)
41 views 5 purchases
Course
Criminaliteitsvormen En Misdrijven
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting van het vak Criminaliteitsvormen en Misdrijven gegeven door Prof. Daems. Deze samenvatting bevat eigen notities, de powerpoint en een aanvulling uit de reader. Met enkel deze samenvatting te leren behaalde ik een 16/20 in eerste zit.
DEEL IV. MENSENHANDEL ............................................................................................................... 41
DEEL V. EIGENDOMSMISDRIJVEN .................................................................................................. 46
1. Eigendomsmisdrijven: woninginbraak en rondtrekkende dadergroepen ............................. 46
2. Eigendomsmisdrijven: capita selecta ...................................................................................... 59
DEEL VI. DRUGSMISDRIJVEN ........................................................................................................... 63
1. Drugsmisdrijven: trends en historiek ....................................................................................... 63
2. Drugsmisdrijven: regelgeving en beleid ................................................................................... 70
3. Drugsmisdrijven: debat ............................................................................................................. 74
DEEL VII. FINANCIEEL-ECONOMISCHE CRIMINALITEIT .................................................................. 82
DEEL VIII. INFORMATICACRIMINALITEIT .......................................................................................... 85
1
, INLEIDING
INLEIDING: CRIMINALITEIT IN HET ALLEDAAGSE LEVEN → zie ppt (krantenkoppen)
1. WAT IS CRIMINALITEIT?
Waarom is de DEFINITIEKWESTIE zo belangrijk voor de criminologie?
1) Het voorwerp van de criminologie
® Het bepaalt het voorwerp van de criminologie
® Zonder criminaliteit is er geen criminologie
2) Hoeveel criminaliteit?
® Wat moeten we tellen? Hoe moeten we tellen? Is tellen wel zinvol?
® Het bepaalt de hoeveelheid van criminaliteit a.d.h.v. de definitie (brede definitie zal meer
fenomenen omvatten)
® Cfr. criminografie, discussies over zin en onzin van criminaliteitsstatistieken en surveys,
kwantitatieve vs kwalitatieve onderzoeksmethoden enzovoort
3) Wetenschappelijk karakter van de criminologie?
® Fundamenteel of toegepast?; Zelfstandige wetenschap of hulpwetenschap?
® ‘We are compelled to admit that ‘criminology’ as traditionally conceived is a bastard science
grown out of public preoccupation with a social plague’ (Sellin 1938: 3)
4) Theoretische en methodologische voorkeuren van de criminoloog
1.1. ALLEDAAGSE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• Rol van eigen ervaringen en achtergronden: eigen ervaringen bepalen wat criminaliteit is
en hoe het wordt ervaren
• De rol van de media
® Media spelen heel grote rol in het selecteren en het vormen van de lens waarmee we
gaan kijken naar criminaliteit
® Criminaliteit wordt vaak op een disproportionele wijze weergegeven in de media
® Boemanconcept: ‘de veronderstelling over misdadigers, waarin op irrationele gronden
negatieve kenmerken aan hen worden toegeschreven’
® Telelensreflex: ‘Veel zien van heel weinig en zonder context. Meestal het schokeffect
van een misdaad zien’
o bv. één enkel geweldsmisdrijf met dodelijke afloop
o De hoeveelheid berichten over die enkele gebeurtenis, wekt de indruk dat zulke
misdrijven op grote schaal worden gepleegd
• Aandacht voor de straf: de straf wordt vaak in vraag getrokken
• Aandacht voor bepaalde groepen: minderheidsgroepen, jongeren, etc. worden geviseerd
• Media en publieke verontwaardiging: er wordt vaak op verontwaardigde en/of afkeurende
manier over gesproken
1.2. STRAFRECHTELIJKE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• STRAFRECHTELIJKE DEFINITIES
® Criminaliteit is ...wat in het strafwetboek staat
® Strafrechtelijke definitie en rol v/h overheidsoptreden: processen van criminalisering
en decriminalisering
o Criminaliseringsproces = proces dat tot gevolg heeft dat bepaalde gedragingen van
het etiket ‘crimineel’ worden voorzien
- Door strafbaarstelling (primair)
- Door opsporing, vervolging, berechting en evt. bestraffing (secundair)
2
, o Decriminaliseringsproces = proces dat tot gevolg heeft dat bepaalde gedragingen
niet langer als criminaliteit worden beschouwd
® Waarom (de)criminaliseren? → 3 perspectieven:
1) Consensus: onderlinge overeenstemming over de regels die moeten worden vast-
gelegd en gehandhaafd
® Uitgangspunt: de samenleving is goed geïntegreerd en de burgers zijn het in
principe eens over wat goed is en wat kwaad, en dat er straf moet volgen als
die regels niet in acht worden genomen
® Samenleving waar sociale cohesie en samenhang een centrale plek hebben
® Strafbaarstellingen zijn soort van weerspiegelingen v/d collectieve opvattingen
die we allen met elkaar delen
® De staat werkt als instrument om de gedeelde moraal tot uitdrukking te brengen
® Sluit sterk aan bij het werk van de Franse socioloog Émile Durkheim
2) Pluralisme: binnen een samenleving zijn er diverse groepen met verschillende doel-
einden, belangen, waarden en opvattingen
® Deze groepen kunnen botsen met elkaar
® Zijn het onderling wel eens over de manier waarop conflicten over die waarden
en belangen moeten worden opgelost, nl. via een neutraal niet waarden- en
belangengebonden systeem van regels dat functioneert in het algemeen belang
® De procedures om de wetten te stemmen worden aanvaard, maar er bestaan
wel meningsverschillen over de inhoud
3) Conflict: de in het strafrecht vastgelegde regels worden gezien als uitkomsten van
strijd of van conflict tussen groepen met verschillende opvattingen over wat in de
strafwet is of moet worden vastgelegd, en over de vraag hoe conflicten moeten
worden opgelost
® De strafrechtsregels komen tot stand als resultaat van macht: de groepen met
de meeste macht leggen in regels vast wat wel en niet in hun belang is en wat
daarom strafbaar is of niet
• DEVIANTIESOCIOLOGIE EN AANDACHT VOOR STRAFBAARSTELLING
® Deviantiesociologie en proces van etikettering
o Reacties staat centraal (met strafbaarstelling als belangrijke vorm van reageren)
® Complexiteit van causaliteitsvraagstuk
® Reactie die zelf criminogeen kan zijn t.g.v. impact van stigmatiserende stempel
® Sociale controle-instellingen komen in het vizier
® ‘…older sociology tended to rest heavily upon the idea that deviance leads to social
control. I have come to believe that the reverse idea, i.e. social control leads to
deviance, is equally tenable and the potentially richer premise for studying deviance in
modern society’ (Lemert 1967: v)
• MORELE VERONTWAARDIGING EN MORELE KRUISVAARDERS
® Criminaliteit als ‘sociale constructie’: er is niet iets inherent dat gedragingen inherent
voorbestemd zijn om criminaliteit te zijn; criminaliteit is vooral een kwestie van
afspraken, conventies, ...
® De rol van de media bij ‘deviance amplification’: term die in jaren ’60 - ’70 veel gebruikt
werd om te verwijzen naar het feit dat deviantie versterkt wordt
® De rol van de ‘morele kruisvaarders’: wanneer er discussies zijn in de samenleving over
specifieke topics, wanneer er vragen rijzen,... dan zijn de morele kruisvaarders degene
die op de barricades gaan staan, die gaan mobiliseren
3
, • STANLEY COHEN (1942 - 2013) EN ‘MORELE PANIEK’
® Auteur van Folk Devils and Moral Panics: The Creation of the Mods and Rockers (1972)
® Morele paniek = elkaar versterkende en disproportionele reacties van de media, de
politici en het publiek op deviante verschijnselen die worden ervaren als bedreigend of
zelf ondermijnend voor maatschappelijke waarden en belangen
® 2 jongerengroepen (Mods & Rockers) in de samenleving die niet goed overeenkwamen
o Er ontstond een conflict tussen hen en op basis hiervan deed Cohen onderzoek
o Conclusie: er werden verschillende visies gecreëerd van de realiteit → de reacties
op zich worden dus een enorm belangrijk element van onderzoek binnen de
criminologie
® ELEMENTEN van morele paniek:
1) Bezorgdheid: er is een zeker bewustzijn dat het gedrag van bepaalde groepen in
die samenleving een negatieve impact hebben op die samenleving
2) Vijandigheid: er ontstaat vijandigheid in de samenleving tegenover die groep(en) en
ze worden daarbij ook aanzien als doelmannen of de folk devils
3) Consensus: er is in de samenleving een zekere eensgezindheid over waar het
gevaar, de bedreiging zich situeert
4) Disproportionaliteit: de reactie op het fenomeen is buiten proportie; een overmatig
reageren op het fenomeen zelf
5) Volatiliteit: de panieken komen en gaan; niet permanent aanwezig
ð Als deze 5 elementen aanwezig zijn, kunnen we spreken van een morele paniek
• CONTEXTUEEL CONSTRUCTIVISME VAN JOEL BEST
® Joel Best, auteur van o.m. Random Violence (1999)
® Hoe identificeert een samenleving bepaalde gebeurtenissen
of incidenten als ‘problematisch’ en komt het o.m. tot straf-
baarstelling?
® Het ijzeren vierkant: hierin lijst hij de verschillende factoren
in de samenleving op die ervoor kunnen zorgen dat een
bepaald fenomeen uitgroeit tot een fenomeen dat als een
sociaal probleem wordt aanzien, dat een antwoord vergt van
die samenleving
1.3. CRIMINOLOGISCHE DEFINITIES VAN CRIMINALITEIT
• Criminologie = autonome wetenschap of hulpwetenschap?
• Doorheen de geschiedenis diverse pogingen om afhankelijkheid t.a.v. het strafrecht te
doorbreken:
® Zoektocht naar autonome ‘wetenschappelijke’ definitie
® Zoektocht naar eigen cijfers
o Criminaliteitsstatistiek als officiële statistiek waarbij criminoloog geen vat heeft op
de dataverzameling
o Ontwikkeling van self report en victim survey
1.3.1. EDWIN SUTHERLAND EN WITTEBOORDENCRIMINALITEIT
• Edwin Sutherland en onderzoek naar witteboordencriminaliteit
• Tekst reader: Sutherland, E.H. (1940). White-Collar Criminality. American Sociological
Review, 5(1), 1-12.
• Sutherland doorprikt gangbare opvattingen en theorieën over criminaliteit door het ter
discussie stellen van de definitie van criminaliteit
• Witteboordencriminaliteit = vormen van criminaliteit die gepleegd worden in de hogere
klassen in de samenleving
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Crimi123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.80. You're not tied to anything after your purchase.