Samenvatting Hoofdstuk 6 – Het menselijk bestaan: kiezen of delen? Periode 3
6.1 Waar doe ik het eigenlijk voor?
De momenten waarop we onszelf afvragen ‘waar we het eigenlijk allemaal voor doen’ noemt Albert
Camus het gevoel van het absurde. Dit gevoel kan ons op elk moment en op elke plek overvallen en
confronteert ons met de vraag naar de zin van het bestaan zonder dat we daarop een antwoord
krijgen. Op het moment dat we door het gevoel van het absurde worden overvallen, verliest ons
leven elke vanzelfsprekendheid.
Jean-Peal Sartre spreekt, net als Camus, over een decor: ‘Wanneer men leeft gebeurt er niets. De
decors wisselen, mensen gaan en komen, dat is alles. Er is nooit een duidelijk begin. De dagen rijgen
zich aaneen, zonder dat er enig systeem in te ontdekken valt, een eindeloze, monotone
opeenvolging’.
Iedereen kan zonder directe aanleiding door het gevoel van het absurde worden overvallen en zich
afvragen wat hij met zijn leven wil. Het gevoel van het absurde zet dieper dan een gewone ‘baaldag’
en confronteert ons met de zinloosheid van ons bestaan. De persoon ziet zijn leven verdwijnen in
een leegte en raakt in diepe vertwijfeling, omdat de wereld en het leven dat hij leidt hun
vanzelfsprekendheid hebben verloren. Cames stelt dat het decor instort. Dit decor is gemaakt van
vanzelfsprekendheden als het hebben van een goede baan en een mooi huis.
Het decor = alles wat ons leven zin geeft en waardevol maakt; het biedt de reden voor ons
bestaan
Existentiële vragen = de fundamentele vragen over de zin van ons leven
Vragen als ‘Waar doe ik het voor?’ en ‘Is dit het nu?’ zijn existentiële vragen. We kunnen ons niet
verlaten op anderen voor een antwoord. Wijzelf moeten kiezen wat we met ons leven willen. In het
hoofdstuk wordt de existentiefilosofie behandeld, deze geeft geen pasklare antwoorden op
levensvragen. Zij doordenkt het moment waarop de existentiële vraag zich aan ons opdringt en we
voor een existentiële keuze komen te staan.
6.2 Existentiefilosofie
Ingrijpende gebeurtenissen kunnen, spreekwoordelijk, het duwtje in de rug geven voor het gevoel
van zinloosheid. Denk bijvoorbeeld aan iemand die gedumpt wordt door zijn vrouw. Het pijnlijke
inzicht dat hij zichzelf alle jaren voor de gek hield, leidt onvermijdelijk tot de vraag wie hij eigenlijk is
en stelt hem voor de keuze wie hij wil zijn en wat hij met zijn leven wil. Hierop volgend worden een
aantal uitgangspunten van de existentiefilosofie behandeld.
Ik sta er alleen voor
Het absurde confronteert ons met de vraag naar het waarom zonder dat we daarop een antwoord
krijgen. Anderen kunnen ons een antwoord bieden, echter is dit vaak ontleend aan het decor: de
bekende opbeurende woorden waarmee het gevoel van het absurde wordt weggewuifd. Het gevoel
blijft echter knagen en je moet ‘dit’ geheel zelf doen.
Grenssituaties (Karl Jaspers) = situaties waar we er helemaal alleen voor staan en die we niet
kunnen veranderen
We kiezen ons bestaan
Op het moment dat het absurde of de zinloosheid ons overvalt, beseffen we dat alles toevallig en
tijdelijk is, dat ons leven er heel anders uit had kunnen zien en dat alleen wijzelf zin aan ons leven
kunnen geven.
,Een centraal thema in de existentiefilosofie: als mens kunnen we ons bestaan kiezen en voor die
keuze kunnen we ons niet beroepen op wat men kiest, op de heersende opinies of
wetenschappelijke kennis, op gevestigde waarheden en gewoonten of op adviezen van anderen.
De nadruk op het ‘ik’ duidt op eenzaamheid, vertwijfeling en angst waarin we geheel op ons zelf
teruggeworpen zijn en voor een beslissende keuze zijn geplaatst die op niets anders gebaseerd kan
worden dan op de beslissing die we nemen. Volgens Kierkegaard (grondlegger van de
existentiefilosofie) gaat het erom dat we kiezen dát het menselijk bestaan een keuze is. Volgens
Sartre is het de taak van de mens zichzelf vorm te geven. Wij moeten zelf bepalen wat voor mens we
willen zijn en hoe wij ons tot het leven willen verhouden. Het bestaan kiezen is iets anders dan
‘willen’.
Wat Sartre ‘willen’ noemt, is een soort van wensenlijstje voor het leven. Deze wensen zijn een uiting
van een bestaanskeuze. En deze bestaanskeuze is niet gebaseerd op zoiets als de natuur van de
mens. Wij zijn zoals wij ons bestaan ontwerpen. De stelling van de existentiefilosofie is dat het
bestaan (de existentie) voorafgaat aan het wezen van de mens (essentie).
Twee uitgangspunten van de existentiefilosofie:
De mens kiest zijn bestaan
Existentie gaat aan de essentie vooraf
De mens is vrij
Het idee dat het menselijk bestaan een keuze is, hangt samen het idee dat de mens primair
mogelijkheid is, en vrij is. De mens is geen vaststaand feit. Hij valt niet met zichzelf samen en kan
afstand van zichzelf nemen en keuzes maken. Daarom ís de mens vrij. De mens is in wezen vrij,
aangezien vrijheid hier wordt gedacht op het niveau van de ontologie, niet op dat van de
samenleving. Iemand in de gevangenis is bijvoorbeeld ook vrij.
In de existentiefilosofie gaat het om een radicale vrijheid waarin we ons bestaan kiezen. Deze
vrijheid kan niet worden beperkt door omstandigheden. De vrijheid bestaat erin hoe we ons tot die
omstandigheden verhouden. Er bestaat geen noodzakelijke verhouding tot welke omstandigheid dan
ook. Hoe we ons tot de omstandigheid verhouding, daar ligt onze vrijheid.
Volledig verantwoordelijk
Deze vrijheid maakt ons volledig verantwoordelijk voor de wijze waarop we ons tot het leven
verhouden. Het betekent een zware last en Sartre zegt ook dat de mens tot vrijheid veroordeeld is.
Hij spreekt ook van de kwade trouw en dit komt tot uiting wanneer we ons voor onze keuze
verschuilen achter het decor van omstandigheden, vanzelfsprekendheden of wetenschappelijke
inzichten.
Kwade trouw = de neiging van de mens om zijn vrijheid en daarmee de verantwoordelijkheid
voor het bestaan te ontlopen
Het gevoel van zinloosheid en de vertwijfeling, angst, eenzaamheid, verlorenheid die hiermee
samenhangen, stellen ons voor de meest fundamentele keuze: gaan we de confrontatie met het
leven aan of gaan we deze uit de weg?. Geven we het gevoel een plek en zoeken we naar een
verklaring, dan gaan we de confrontatie uit de weg en zetten we ons onwaarachtige leven voort.
In de ogen van existentiefilosofen is het gevoel van zinloosheid een crisis die we moeten doorstaan.
De crisis werpt ons op onszelf terug en biedt juist daarom een mogelijkheid een waarachtige keuze te
maken. Het gevoel is een keerpunt naar een echt en waarachtig zinvol leven, een authentiek bestaan
waarin we boven onszelf uitstijgen.
, Twee uitgangspunten van de existentiefilosofie:
De mens is vrij
De mens is mogelijkheid
Moeilijke taal
De existentiefilosofie gaat over ons leven en dat het leven een keuze is. Echter gebruiken ze moeilijk
en abstract taalgebruik. Hun taal volgt een heel andere logica dan we gewend zijn en hun woorden
krijgen een heel andere betekenis dan in het alledaagse taalgebruik. De reden daarvoor is dat zij het
moment willen denken waarin dat dagelijkse leven zijn vanzelfsprekendheid verliest. Dat moment
laat zich niet beschrijven in de taal die wij dagelijks gebruiken. Daarmee zou het moment wel tot het
bekende worden herleid.
6.4 Zorg en menselijke existentie
In het werk van existentiefilosofen klinkt kritiek op de almacht van de rede. Kierkegaard en
Heidegger zijn tegenstanders en Heidegger stelt: ‘de eeuwenlange verheerlijkte rede is de
hardnekkigste tegenstander van het denken’.
Ontologische differentie (Heidegger) = het zijn wordt gedacht als beweging en het verschil
tussen zijn en zijnde wordt geïntroduceerd; het zijn laat zich niet tot een zijnde herleiden
ofte wel het zijn laat zich niet wetenschappelijk objectiveren of verklaren
Objectivisme en het rekenende denken
Iedereen is volgens Heidegger gedachteloos, ook wetenschappers en filosofen. Hij kritiseert een
heersende manier van denken: het rekenende denken dat uitgaat van resultaten, van plannen, dat
voortdurend calculeert en niet stilstaat bij alles wat ís. Heidegger keert zich, net als Edmund Husserl,
tegen het objectivisme.
Leefwereld = de dimensie waarin wij onmiddellijk betrokken zijn op de dingen en de anderen
om ons heen
In de filosofie van Husserl neemt de leefwereld een centrale plaats in. De onmiddellijke ervaringen
worden wetenschappelijk geobjectiveerd. Zij verklaren bijvoorbeeld waarom een kind onhandelbaar
is en wij ons daar machteloos bij voelen. Dat maakt het mogelijk er met elkaar over van gedachten te
wisselen. Het probleem is echter dat deze wetenschappelijke objectiveringen of constructies een
eigen leven gaan leiden en de plaats van de leefwereld innemen. Door de wetenschappelijke
constructies voor werkelijk aan te nemen, ontstaat er een kloof tussen deze constructies en de
leefwereld.
Objectivisme = we herkennen objectiveringen niet meer als zodanig en ontkennen de kloof
tussen wetenschappelijke constructies en de leefwereld; denken waarvan de
vanzelfsprekendheid het doel is
We nemen de wetenschappelijke constructies als vanzelfsprekend voor werkelijkheid aan en gaan er
als vanzelf van uit dat de wetenschappelijke objectiveringen overeenkomen met de leefwereld.
Heidegger noemt het objectivisme gedachteloos. Het is een denken dat meent alles te kunnen
verklaren en voor elk probleem een oplossing te hebben dat op die verklaring is gebaseerd.
Heidegger kritiseert hier de menswetenschappen. Psychologie, sociologie en pedagogiek
objectiveren het menselijk bestaan in modellen en denken daarmee het menselijk gedrag te kunnen
verklaren. Menswetenschappen objectiveren de mens; zij maken de mens tot een object van
wetenschap.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AvansSociaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.