100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MEMO MAX H10 - POLITIEKE STRIJD EN EMANCIPATIE $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting MEMO MAX H10 - POLITIEKE STRIJD EN EMANCIPATIE

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting MEMO MAX H10 - POLITIEKE STRIJD EN EMANCIPATIE

Preview 1 out of 3  pages

  • July 11, 2023
  • 3
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
10.1 Politieke strijd en emancipatie
Restauratie (1814-1830) = Periode van herstel van de maatschappelijke en politieke verhoudingen van vóór de FR.

Edmund Burke: voorspelde dat in Frankrijk de macht op straat zou komen te liggen en dat een of andere generaal een poging zou doen
deze macht te grijpen = Napoleon Bonaparte, dit zou uitlopen op een dictatuur erger dan de chaos van de koning in 1789. Hij vond dat
er strakker vastgehouden moest worden aan de Magna Carta, met een groeiende inspraak van burgers en het parlement.
➢ begrippen als ‘vrijheid’ en ‘mensenrechten’ konden geen stabiliteit bieden.

1792 raakt Frankrijk in oorlog met omringende staten en in de jaren daarna had het verscheidene gebieden veroverd.
➢ Voorjaar 1814 → Napoleon verliest bij Rusland
➢ 1815 → Napoleon ontsnapt en keert terug naar Frankrijk, 18 juni 1815 = Slag bij Waterloo = einde Napoleon

Napoleon had in 15 jaar:
➢ een einde gemaakt aan allerlei privileges van de adel → traditionele vorsten waren vervangen door nieuwe staatshoofden
➢ nieuwe grenzen getrokken
➢ nieuwe wetten uitgevaardigd
➢ nieuwe bestuursfuncties ingevoerd
- Nu hij was verslagen wilde vooral de oude adel dat dit zo veel mogelijk moest worden teruggedraaid = gerestaureerd

Resultaat Restauratie = Congres van Wenen (1814-1815) = Europese landen vonden dat vorsten die door Napoleon waren verdreven in
hun oude rechten moesten worden hersteld + machtsevenwicht = omringing Frankrijk met nieuwe, sterke staten.

Herstel = ingewikkeld:
➢ aanhangers conservatisme vonden een bestuur door een keizer/koning met aanhang van de adel de beste bestuursvorm.
Conservatieven steunden de restauratie.
➢ aanhangers liberalisme vonden dat ook burgers bij het bestuur moesten worden betrokken. Ook hechtten ze veel waarde aan
fundamentele rechten = drukpers, vergadering, meningsuiting etc. Ze wilden dat dit in een grondwet te staan kwam.
- aanhangers van de FR

Frankrijk 1830, uitbraak nieuwe revolutie, koning was gevlucht en vervangen door een burgerkoning, burgers kregen meer rechten.
1848, een tweede golf van liberale revoluties trok door Europa. Begonnen in Frankrijk, koning afgetreden, burgers meer rechten.
➢ instellen algemeen kiesrecht voor mannen,

John Stuart Mill (1895): pleitte voor een optimale vrijheid van het individu, zij daagden de maatschappij voortdurend uit en konden
haar verder brengen. Overheidsdwang zou leiden tot onderdrukking en economische achteruitgang, maar er was 1 uitzondering.
Wanneer gedrag gevaar opleverde voor anderen, mocht de wet gehoorzaamheid afdwingen.

Gevolgen voor Nederland: Frankrijk verdreven in 1813
➢ (1795) → oude republiek met franse steun was vervangen door de bataafse republiek = revolutionaire staat
➢ (1806) → Napoleon heft de Bataafse republiek op → zijn broer Lodewijk wordt koning van het Koninkrijk van Holland.
- 4 jaar later weer opgeheven en NL weer deel van het Franse keizerrijk
➢ (1813) → veel nederlanders hadden genoeg van de Fransen en hun revolutionaire ideeën. De nederlanders wilden dat er net
als voor 1795 een Oranje aan het hoofd kwam = Willem Frederik van Oranje-Nassau. (1814) → soeverein vorst.
(1815) → koning Willem I, nadat de Oostelijke Nederlanden (België) bij Nederland waren gevoegd

Bestuur in de Nederlanden:
➢ (1798) → Bataafse en Franse revolutionairen plegen een staatsgreep en maken van de Bataafse republiek een eenheidsstaat.
- hier bouwde het koninkrijk van 1815 op voort en er was een centraal bestuurde staat = constitutionele monarchie = de
koning was het staatshoofd, maar wel gebonden aan een grondwet.
➢ vanaf nu waren er verkiezingen in de Nederlanden, de koning en zijn ministers werden gecontroleerd door een parlement dat
door een deel van de bevolking was verkozen.
- de koning kon zelf zijn ministers kiezen en een kritisch parlement kon hij ontbinden.
➢ de koning kon ook ‘Koninklijke besluiten’ nemen, daarvoor hoefde hij het parlement niet te raadplegen

Verkiezingen:
➢ de leden van de 2e kamer werden gekozen door een kleine groep welgestelden = censuskiesrecht
- indirecte verkiezingen = stemgerechtigden kozen de leden van de Provinciale staten, zij kozen de leden van de 2e kamer
➢ de leden van de eerste kamer werden gekozen door de koning zelf

De belgische opstand: De burgers in de zuidelijke nederlanden voelden zich achtergesteld en niet gehoord, net zoals de Fransen
begonnen zij een revolutie. Koning Willem I probeerde zich nog militair te verzetten, maar moest er toch aan toegeven. In 1830 werd
België een apart land, met goedkeuring van Willem I in 1839.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babetverschuur. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart