100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inspanningsfysiologie $8.66   Add to cart

Summary

Samenvatting Inspanningsfysiologie

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

zeer uitgebreide samenvatting van het vak inspanningsfysiologie. gedoceerd door Dirk Vissers, Laure De Cock & Samera in het jaar . Ik behaalde met behulp van deze samenvatting een 17/20.

Preview 8 out of 105  pages

  • July 12, 2023
  • 105
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
2022-2023 Inspanningsfysiologie
3e bachelor REVAKI, semester 2




Femke Loos

,Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos



HFD 1: ENERGIE
BIO-ENERGETICS

FOTOSYNTHESE

- Door Chlorofyl kunnen planten zonlicht, CO2 & water gebruiken voor groei + productie O2 & glucose
➢ Dieren &mensen voeden zich met planten om energie op te nemen.

➔ Energie die wij gebruiken komt indirect v de zon!


Wij halen ons macro’s hieruit:
- Koolhydraten
Belangrijke brandstof
- Vet
- Proteïne Brandstof als de andere op zijn MAAR is
eerder voor herstel v weefsel




ENERGIE

- Zonne-energie: planten & groenten
- Voedsel: energiebron
- Energieopslag: ATP
➢ Er is maar een kleine dosis ATP dus moet constant w bijgemaakt adhv verschillende manieren
 Gemaakt door mitochondriën
➢ Splitst tot ADP & energie komt vrij
➢ Belangrijkste molecule om energie te leveren

Principe v kettingreacties
- = energie uit voeding w niet rechtstreeks gebruikt MAAR opgeslagen

VOEDING

Bevat 3 macronutriënten:
- Lipiden (Energie-bron)
- Koolhydraten (Energie-bron)
- Eiwitten (bouwstenen)


LIPIDEN // VET
- Oxidatie werkt in 2 richtingen


KOOLHYDRATEN
- Acteyl co-enzyme A w aangemaakt MAAR bij te veel kan het terug als vet w opgeslagen

➔ Vet krijg je niet alleen door te veel vet te eten MAAR ook door koolhydraten

1

,Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


ATP:

De snelle energieafgifte v energie uit ATP
- Gebeurd door anaërobe hydrolyse v ATP-molecule om energie vrij te maken.




De snelle hersynthese/resynthese v ATP uit PCr
- Fosfocreatine (PCr) = snel & energierijk reservoir in de cel.
- Grote hoeveelheid vrije energie komt vrij als binding tussen PCr & fosfaatmolecule gesplitst w door
creatinekinase
➢ -43,3 kJ/mol vrije energie w hierbij gegenereerd & kan opgeslagen w in ATP.

➔ Snelste systeem MAAR beperkt bruikbaar (1-2min)




Resynthese v ATP door fosforylering of oxidatie v macronutriënten
- Kan aëroob of anaëroob in geval v glucosemetabolisme
- Of uitsluitend aëroob in geval v vet- & eiwitmetabolisme.

➔ Meeste energie voor ATP-opwekking is afkomstig v aërobe fosforylering/oxidatie-route = oxidatie v
koolhydraat-, lipide- & eiwitmacronutriënten waarbij O2 w gereduceerd.
➔ Kan lang w gebruikt


AEROBE SYSTEEM
- Kan energie blijven leveren zolang we het niet te veel & te snel vragen
- Brandstof = vet & koolhydraten


ANAEROBE GLYCOLYSE
- Kan de 2 overbruggen & kan bijspringen als we meer energie vragen dan wat het aerobe systeem kan
- Kan ingezet w maar niet onbeperkt
- Brandstof = koolhydraten
Beginproduct = glucose of glycogeen
➢ glucose w gemaakt
 circuleert in bloed of w opgeslagen als glycogeen

NADEEL:
- Lactaat productie // verzuring.
➢ Lactaat stapelt op als we het lang gebruiken => belemmerd spierwerking
 MAAR er is bufferproduct
 Kan ook op geraken -> lactaat w niet meer geneutraliseerd => lactaat stijgt snel,
inspanning stoppen

➔ Zo lang mogelijk in zuurstof/aeroob systeem blijven want dan is er geen lactaat => sporter wil weten
welk niveau dit is => inspanningstesten



2

,Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


SPORT
- Elke sport vraagt een ander energiesysteem
- Mogelijke Doelen: Glucose uit bloed, vet verbranden, omgaan met veel lactaat, langdurig inspannen
➢ Doel bepaald trainingszone
 Train je altijd in dezelfde zone dan doe je geen winst

MITOCHONDRIEN

- Hier gebeurd ATP synthese
- Bevind zich in cellen -> spiercellen
➢ Spier moet er genoeg hebben + efficiënt werkenden => trainen! (trainingseffect in rustperiode)
➢ Talrijk aanwezig in spiervezel
Structuur:
- Afmeting: 0,5 - 10 micrometer.
- Aantal: 1 tot 1000 per cel.
- Buitenkant = glad, binnekan = opgevouwen -> meer oppervlak
- Dubbele membraanstructuur.
- Intermembraanruimte = ruimte tussen de membranen
- Matrix = ruimte binnen het binnenste membraan
- Cristae = gevouwen structuren v binnenste membraan die meer ruimte creëren voor een snellere
energieproductie.


MOTOR UNIT // MOTORISCHE EENHEID
- Kleinste unit = sarcomeer => actine & myosine schuiven in elkaar
➢ Vraagt energie => energie w geleverd door ATP
- Aantal spiervezels in 1 motorische eenheid varieert v 5 (oogspier) tot 700 (biceps).
➢ Hoe meer motoreenheden in spier -> subtielere veranderingen in kracht mogelijk vb.: oogspier: 1500,
biceps: 700

 Gegenereerde kracht door spier w geregeld door aantal geactiveerde motorische eenheden

Bestaat uit:
- Motorneuron & skeletspiervezels die geïnnerveerd w door de axonale terminals v dat motorneuron


SPIERCONTRACTIE
- Zenuwimpulsen uit CZS doen spieren samentrekken.
➢ Neuronen & spierweefsel geleiden elektrische stroom door verplaatsen v ionen over
celmembranen.
 Motorisch neuron eindigt in synaps met een spiervezel.
 Neuron geeft acetylcholine af + brengt actiepotentiaal over naar spierweefsel.

➔ Alles of niets reactie!! => drempelwaarde (als prikkel te klein is dan komt er geen actiepotentiaal)
o Een sterkere prikkel leidt NIET tot een sterkere contractie, meer geactiveerde motor units wel

- Activatie natrium-kalium pomp => Depolarizatie– repolarisatie
➢ Nog geen spiercontractie



3

, Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


Hoe kom je tot spiercontractie?
- Elektrisch signaal -> chemisch signaal -> terug electrisch signaal door ionen pomp -> over membraan
doorgegeven -> via transversaal tubuli terug naar binnen -> naar sarcoplasmatisch reticulum
➢ Gevolg depolarisatie naar sarcoplasma = vrijmaken v calcium!!

➔ Sliding filament theory


SPIER IN RUST
1) Troponine & Tropomyosine remmen de binding v actine & myosine
2) Vrijgave v Ca2+
➢ Tropomyosine daalt Pas bij binding v Calcium kom
➢ Binding v actine & myosine de bindinsplaats vrij! (troponine
op tropomyosine)
➢ Energie via ATP voor beweging v myosinekoppen


NEUROMUSCULAIRE JUNCTIE
- Prikkel begint in zenuw
➢ Elektrische prikkel omgezet in chemische prikkel in eindplaat naar neurotransmitter
 Op spiermembraan w ionen pomp geactiveerd + actief w kalium & natrium weggepompt
 Membraan gaat v neutraal naar geladen stand
 Veld ernaast w gepolariseerd => W zo verder gezet over oppervlak v spier
- Ionenpomp actief -> opnieuw elektrische prikkel
- Neurotransmitter nodig
- Macro & micronutriënten nodig (=calcium)

VERSCHILLENDE TYPES SPIERVEZELS


Type I vezels Type II a vezels Type II x vezels Type II b vezels

Contractietijd Laag Matig snel Snel Zeer snel

Grootte v motorneuron Klein Medium Groot Zeer groot

Weerstand tegen vermoeidheid Hoog Redelijk hoog Midden Laag

Activiteit gebruikt voor Aeroob Anaeroob op lange Anaeroob op korte Anaeroob op korte
termijn termijn termijn

Maximale gebruiksduur Uren <30 minuten <5 minuten <1 minuten


Krachtproductie Laag Medium Hoog Zeer hoog

Mitochondriale dichtheid Hoog hoog Medium Laag

Capillaire densiteit Hoog Midden Laag Laag



4

, Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


Oxidatieve capaciteit Hoog Hoog Midden Laag

Glycolytische capaciteit Laag Hoog Hoog Hoog

Belangrijkste opslagbrandstof Triglyceriden CP, glycogeen CP, glycogeen CP, glycogeen



ATP PRODUCTIE

1) Opbouwen v H+ gradiënt.
➢ Protonen verplaatsen v matrix naar intermembraan ruimte.
2) ATP-synthase = eiwitcomplex met kanaal
➢ Protonen kunnen weer naar binnen. Mitochondriën zijn ATP-fabrieken!
3) Instroom v protonen induceert de synthese v ATP : ADP + Pi ---> ATP


ENERGIE UIT VOEDING

VOEDING

Voedingsstoffen
- = essentiële stoffen geleverd door voeding
Voeding
- Verwijst naar kwaliteit v iemands voedselkeuzes, of dieet.
➢ Evenwichtige voeding = regelmatig gegeten voedsel levert alle benodigde voedingsstoffen in de
juiste hoeveelheden.
Bouwstenen:
- Eiwit
- Gezondheid & bescherming:
- Water
- Vitaminen
- Brandstof:
- Mineralen
- Koolhydraten
- vezels
- Vet

PROTEINE // EIWIT

- Mogelijke brandstof maar wil je niet want betekend dat koolhydraten & vetten op zijn en je verplicht
eiwitten moet gebruiken
- Eiwitten = polypeptide -> opgebouwd uit aminozuren.
Bronnen
- Dierlijke eiwitten:
➢ Vlees ➢ Eieren = hoogwaardige/volledige eiwitten.
➢ Gevogelte ➢ Melk ➢ Ze leveren voldoende hoeveelheden
v essentiële aminozuren.
➢ Zeevruchten, vis ➢ Kaas
- Plantaardige eiwitten:
➢ Bonen & erwten
➢ Noten & zaden
➢ Sojaproducten, Quorn, ...


5

,Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


Kwaliteit
- Afh v mate waarin het de hoeveelheid essentiële aminozuren levert die nodig zijn voor algemene
gezondheid, onderhoud & groei v lichaam.
- Bepaald door afbraak v aminozuur
Functie:
- Bouwstenen voor lichaam.
➢ Bij kinderen: verantwoordelijk voor gezonde groei
➢ Bij volwassenen: schade aan weefsels herstellen + helpen in stand houden v spiermassa
- Leveren v energie (1 g = 4 kcal)
➢ MAAR is niet hun voornaamste functie. (enkel als vet & koolhydraten op is)
Behoeften
- Hoeveelheid afh. v.:
➢ Leeftijd ➢ Mate v lichamelijke activiteit
➢ Geslacht ➢ Vooral lichaamsgewicht.

➔ De aanbevolen dagelijkse inname = 1 g eiwit per kg lichaamsgewicht.
o Kan hoger zijn bij Kinderen & adolescenten vanwege de groei + ook bij letsel
➔ 10 - 15 % v dagelijkse energie-inname MOET uit eiwit bestaan.

WATER

- = belangrijkste chemische bestanddeel v lichaam = +- 60 % v je lichaamsgewicht.
- Elke dag verlies je water door je ademhaling, transpiratie, urine & stoelgang.
- Heeft geen energetische waarde MAAR toch zeer belangrijk voor ons lichaam.
➢ +- 40 % v benodigde vocht komt uit de voeding, 60 % uit drinken v dranken.

➔ Aanbevolen dagelijkse inname = 1,5 -2 l voor volwassenen.

VET

- = belangrijke energiebron voor lichaam.
- Het is zeer energie-intensief -> 1 g vet = 9 kcal.
- Ook belangrijk voor vitamines A, D, E, K
➢ Je mag NIET te veel v deze vitamines w dan w het opgeslagen, andere vitamines w uitgeplast
- Verbruikt veel O2 (koolhydraten minder)
➢ Hoe hoger intensiteit hoe meer we over schakelen naar koolhydraten want minder O 2 aanwezig
- Visceraal vet = ongezondste = diep in buik tussen organen
- Speelt rol in metabolisme
- scheidt hormonen/eiwitten af die kunnen communiceren met omliggend + verder liggend weefsel
- Glucose, glycogeen, vrije vetzuren & triglyceriden
- Vetcel = adypocyt -> hierin zit druppel opgeslagen als triglyceriden
- Vetcellen zijn geconnecteerd met elkaar
➢ Ertussen zitten bloedvaten & steunweefsel => onderscheid tussen vet & vetweefsel!!
- Vet zit in druppels -> opgeslagen vet w als triglyceriden opgeslagen
➢ Brandstof nodig ? -> vetdruppel uit vetcel gehaald en komt in bloed als vrije vetzuren.

6

, Inspanningsfysiologie 2022-2023 Femke Loos


Vet bevind zich op 2 manieren in het lichaam :
- Opgeslagen
- Circulerend in bloed als vrije vetzuur

Bestaat uit:
- Vetzuren
➢ Essentiele = kan niet aangemaakt w door lichaam
➢ Verzadigde & Onverzadigde
.




➔ Vet bestaat uit verschillende vetzuren! Het is niet alleen verzadigd of alleen onverzadigd, 1 overheerst
➔ Verzadigd & onverzadigd is niet hetzelfde als vet uit dieren of planten!

Adipokines
- Leptine via bloed naar hersenen -> zegt stop met honger te hebben want genoeg energie in voorraad
➢ Maar we kunnen ongevoelig w voor leptine (ondanks er veel leptine is hebben we toch honger)
- Adiponectine: Beschermende functie voor bloedvaten

Functie:
- Warm houden / isoleren
- Opslagplaats ➔ Essentieel voor overleving!
- Bescherming

4 soorten vetzuren:
- Meervoudig onverzadigde (omega 6 & 3 -> bepaald door plaats v dubbele binding) omega 3 komt het minste voor
➢ vloeibaar op kamertemperatuur = goede vetten -> verbeteren cholesterolgehalte in bloed
➢ komt in hoge concentraties voor in lijnzaadolie, walnoten, lijnzaad & vis.
➢ LDL-C daalt & HDL-C stijgt
- Enkelvoudig onverzadigde (omega-9 -> bepaald door plaats v dubbele binding)
➢ vloeibaar op kamertemperatuur = goede vetten -> verbeteren cholesterolgehalte in bloed
➢ komt in hoge concentraties voor in: Olijf, pinda, advocado, noten & zaden
➢ LDL-C daalt
- Verzadigde
➢ Komt vooral voor in dierlijke voedingsmiddelen
➢ Sommige plantaardige voedingsmiddelen bevatten ook veel verzadigde vetten: kokosnoot,
kokosolie & palmolie.
➢ Lage dichtheid lipoproteïne cholesterol (LDL-C stijgt)
- Transvetzuren // transvetten
➢ Gemaakt door vloeibare plantaardige oliën te verhitten in aanwezigheid v waterstofgas & een
katalysator = hydrogenatie (goede vetten veelvuldig opwarmen -> chemische structuur veranderd => transvet)
➢ Meest schadelijke soort




7

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkexloos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.66
  • (0)
  Add to cart