zeer uitgebreide samenvatting van het vak cardiorespiratoire kinesitherapie 1, het deel ademhalingskine gedoceerd in door Tina Coremans, Dirk Vissers, Samera, Lauren De Cock, Glenn.
LES 1: ANATOMIE & FYSIOLOGIE V RESPIRATOIR STELSTEL
HET RESPIRATOIR SYSTEEM
Gasuitwisseling vind plaatst door structuren:
BOVENSTE LUCHTWEGEN
- Kine werkt hier niet rechtstreek op
- Infecties op lagere luchtwegen hebben vaak ook problemen op bovenste luchtwegen (in stand houden
v BLW-infecties tegen gaan bij chronische respiratoire P)
➢ Uitleggen aan P waarom het belangrijk is om bovenste luchtwegen correct te reinigen (hygiene)
Neus- & (mond)holte
- Septum nasi (neustussenschot)
➢ Verdeling L & R neusholte
Elk 3 conchae nasalis (neusschelpen)
- Functie:
➢ Inademen: lucht die binnenkomt bevochtigen, verwarmen & filteren
(de buitentemperatuur w verwarmd of verkoeld tot 1 graden verschil v lichaamstemp)
➢ Reukzin
(geurpartikels komen binnen & moeten reukzenuw bereiken om tot ruiken te kunnen komen)
➢ Afvoeren v traanvocht
(na wenen loopneus of veel snot in keel want traanvocht w geproduceerd in oog en via buis afgevoerd via neus naar keel)
➢ Stemvorming
(als je neus vol snot zit dan klink je nasaler)
- Bij gevoelige luchtwegen vb. astma -> P aanleren om langs neus in te ademen
Sinussen (neusbijholten)
- 4 langs elke kant
Benoemd naar waar ze zich bevinden
➢ Frontale
➢ Ethmoidale
➢ Sphenoidale
➢ Maxillaire
- Functie:
➢ Ingeademde lucht bevochtigen, verwarmen & filteren
➢ Klankkast
(geluid opvangen, spraak verzorgen, bij verstopping v sinus klink je nasaler)
➢ Schokabsorptie
(want het is een holte)
Farynx (keelholte)
- 3 delen
- Amandelen -> spelen rol in afweerfunctie
- Passageweg voor lucht, vocht & voedsel
Larynx (strottenhoofd)
- Bestaat uit verschillende delen
➢ Onderste deel = stembanden
- Belang v kine?
➢ Glottis
Bij behandelen v P (vooral met slijmproblemen) zijn verschillende technieken: bij de ene is
open houden v glottis bij andere sluiten
Laryngitis = ontsteking strottenhoofd
Onschuldig, maar lijkt alsof kinderen stikken. De stembanden zijn opgezwollen en lucht kan er moeilijk door ->
gaat gepaard met slijmproductie in lagere luchtwegen
ONDERSTE LUCHTWEGEN
- Deze zijn belangrijker voor de (respiratoire) kine
- Alles dat perifeer v de stembanden ligt
Trachea (luchtpijp)
- Anatomie:
➢ Sluit aan op larynx thv C6
➢ Eindigt thv. Angulus sterni = T4
➢ Ligt ventraal v oesofagus (slokdarm)
- Bevat cartilagines tracheales (kraakbeenbogen = ringetjes)
➢ Hoefijzervormig
➢ Vooraan gesloten, achteraan open
➢ Sterke variatie op aantal (meestal 17, 15-20)
➢ Zorgt ervoor dat luchtpijp open blijft staan
➢ Tracheomalacie = verslapte
Functie niet optimaal
Meestal aangeboren
Tijdens uitademen komen slijmen naar boven, deze moeten dan door een klein gaatjes
doordat het ringetjes ingezakt is => absolute indicatie voor kine
Kan ook verworven zijn vb. wurging
- Carina = waar luchtpijp tot einde komt en je opsplitsing in 2 hoofdstammen krijgt
Primaire bronchi (hoofd bronchi)
- = eerste 2 grote aftakkingen v trachea
- Verschil in anatomie L & R (lengte, breedte, hellingshoek)
➢ L: 5cm, smaller, horizontaler
➢ R: 2cm, breder, verticaler
- Corpora aliena!
➢ = vreemde voorwerpen die perongeluk w ingeslikt
➢ Bevind zich meestal in de R-long
- Cartilagines aanwezig (Kraakbeenringen)
➢ Houden luchtwegen open
➢ Trocheomalacie – bronchomalacie
Indien aangeboren -> beide aanwezig
Bronchi & bronchioli
- Bronchiaalboom
➢ Luchtpijp -> verdere splitsing v luchtwegen, 23x = generaties v luchtwegen
➢ Bronchi
Kleine spliting tot 4
➢ Bronchiolen
➢ Alveoli = longblaasjes (kleine vertakking)
- R hoofdbronchus vertakt verder in 3 bronchiën
- L hoofdbronchus vertakt verder in 2 bronchiën
- Geleidende zone = tot generatie 16
- Gasuitwisselings zone / respiratoire zone = vanaf generatie 17
➢ Vanaf hier zijn er pas alveoli aanwezig
- Omgekeerde trechter:
➢ Hoe dieper, hoe meer aftakkingen, hoe kleiner de individuele diameter & lengte MAAR aantal w
steeds groter (totale opp. Van alveoli is heel veel)
Alveoli / longblaasjes:
- Diepste deel
- Generatie 17-23 = gasuitwisseling -> door diffusie
- Wand opgebouwd uit:
➢ Type 1 pneumocyten: zorgt voor gasuitwisseling
➢ Type 2 pneumocyten: zorgt voor aanmaak v surfactant!!
Zorgt ervoor dat longblaasjes open blijven staan waardoor gasuitwisseling mogelijk is
Productie start in trimester 3 v zwangerschap
Vroeg geboorte: niet wenen -> geen surfactant aanwezig waardoor longen niet
openen => beademing
Productie Kan met longrijpingsspuitjes w versnelt & vroeger aangemaakt -> baby kan
bij vroeggeboorte dan wel ademen
➢ Macrofagen: belangrijk voor afweer
Structuur v longen
- R-long:
➢ 3 kwabben/lobben
Elke kwab bevat 2-5 segmenten
➢ 2 fissuren: fisuea obliqua & fisura horizontalis
- L-long:
➢ 2 kwabben/lobben
Elke kwab bevat 2-5 segmenten
➢ 1 fissuur (scheid kwabben v elkaar): fisura obliqua
➢ Inkeping voor hart
Pleurae / longvliezen
- 2 longvliezen:
➢ Pleura pulmonalis / visceralis -> Ligt tegen de longen geplakt
➢ Pleura parietalis -> ligt tegen de thoraxholte / ribben
- Pleuraholte
➢ = holte tussen de 2 vliezen
➢ Bevat kleine hoeveelheid pleuravocht
Beweegt het ene dan zorgen de vliezen ervoor dat het andere meer beweegt
➢ Er mag absoluut GEEN lucht in holte zitten
Leidt tot drukverschillen
Long klapt dicht = klaplong / pneumothorax
Traumatisch vs. Spontaan
T: vb. mes tussenribben, breuk v ribben
S: gebeurd niet heel veel -> meestal in binnenste / visceraal vlies
LONGVOLUMES & LONGCAPACITEITEN
- Respiratoire patienten moeten vaak naar het ziekenhuis om longfunctie te meten (blazen)
STATISCHE PARAMETERS
LONGVOLUMES
- Rustig in & uit ademen (in = omhoog, uit = omlaag)
- Diep in & uit ademen -> grotere pieken = spirogram waar waarden uit gehaald kunnen w:
Teugvolume (TV)
- = volume lucht dat w in- & uitgeademt tijdens normale/rustige ademhaling
Inspiratoir reserve volume (IRV)
- = volume lucht dat extra ingeademt kan w bij rustig inademing
Expiratoir reserve volume (ERV)
- = volume lucht dat extra uitgeademt kan w bij rustig uitademen
Residueel volume (RV)
- = volume lucht dat in de longen blijft na maximale uitademing
LONGCAPACITEITEN
= combinatie v 2 of meer longvolumes
Vitale capaciteit (VC)
- Inspiratoir
➢ = Max. hoeveelheid lucht die ingeademd kan w na volledige uitademing
- Expiratoir
➢ = max. hoeveelheid lucht die uitgeademd kan w na volledige inademing
Functioneel residuele capaciteit (FRC)
- = inhoud v longen na normale uitademing / aanwezige lucht
Inspiratoire capaciteit (IC)
- = hoeveelheid lucht dat ingeademd kan w na rustige uitademing
Totale longcapaciteit (TC)
- = alle aanwezige lucht in de longen na maximale inademing
DYNAMISCHE PARAMETERS = geforceerd manouvre Hoeveel lucht kan er binnen een bepaalde tijd in- & uitgeademd w?
- Afhankelijk v snelheid
- Flow – volume curve (heel diep inademen -> lang maar krachtig & snel uitademen)
Piekflow (PEF)
- = maximale flow die bij geforceerde uitademhaling kan w bereikt
➢ Meestal binnen eerste 20% v FVC
- Zegt iets over vernauwing v luchtwegen
➢ Vooral in grote vertakkingen = eerste 4 generaties (hoe langer je uitademt hoe meer je naar de
kleinere vertakkingen gaat)
Forced vital capacity (FVC)
Forced expiratory volume in 1ste second (FEV 1) / 1 sec waarde
- Belangrijk om mate v obstructie te meten
- = hoeveelheid lucht dat je kan uitademen in 1e sec v ademhaling
- Zegt iets over vernauwing v luchtwegen
- ‘’ik heb 80 geblazen’’
Tiffenaeu index %
- FEV1 : FVC
- Obv v deze waarde kan je zien of men te maken heeft met een obstructie of restrictie
➢ Normaal = 75-80% v FVC uitademen tijdens 1e sec v geforceerde uitademhaling
➢ Obstructie = < 70%
➢ Restrictie = normaal of verhoogd
OBSTRUCTIEVE VS. RESTRICTIEVE AANDOENINGEN
Niet te weten obv. Klinisch onderzoek. -> waarde v longfunctieonderzoek biedt duidelijkheid
OBSTRUCTIE
- Ademhalingsproblemen want er is een obstructie in de lagere luchtwegen / zit iets in de weg
➢ Lucht makkelijk in
➢ Lucht moeilijk uit, blijft achter
RV stijgt => hyperinflatie
- Veroorzaakt door:
➢ Mucus / slijm
➢ Zwelling v luchtwegwanden
Te zien bij patiënten met ontsteking vb. bronchitis -> oedeemvorming waardoor doorgang kleiner w
➢ Bronchoconstrictie – bronchospasme
Langs de buitenkant v bronchus is glad spierweefsel -> contractie hiervan
Constrictie veroorzaakt spasme
- Daling FEV1 & tiffenaeu index
- Problemen met inademen
- Oorzaak:
➢ Openzetten / expansie belemmerd
➢ Intrinsieke = in long zelf
Atelectase
Pneumonie
Longfibrose
Verwijdering v kwab na bv. Kanker (long kan dan minder uitzetten)
➢ Extrinsieke = weefsel of structuren buiten longen
Deformiteiten thorax: scoliose, …
Extreem overgewicht
Zwangerschap
Ribfractuur (veel pijn bij diep inademen)
Ruimte innemend proces in buik
Neuromusculaire aandoeningen: spierdystrofieën, ALS, Guillain-Barré, verlamming
diafragma
Vaak kinderen met spieraandoeningen -> perifere & ademhalingsspieren kunnen dan moeilijk gebruikt w
- Klachten: hoesten & kortademigheid (idem obstructie maar andere oorzaak)
- Sterke Afname alle longcapaciteiten & longvolumes
➢ Duidelijke afname v TLC
- Normaal of toename v tiffeneau index
- Toename elasticiteit (longen zijn stijver, stugger)
- Afname compliantie
- Vb. longfibrose
COMPLIANTIE
- = mate v rekbaarheid (mogelijkheid v long om uit te zetten)
- Long met hoge compliantie heeft lage elasticiteit
- Toename bij obstructie
- Afname bij restrictie
ELASTICITEIT
- = mate v stijfheid (mogelijkheid v long om terug naar oorspronkelijke positie te gaan)
- Long met hoge elasticiteit heeft lage compliantie
- Toename bij restrictie
- Afname bij obstructie
- Actief proces
- Contractie v primaire inspiratoire spieren: diafragma & Mm. Intercostales externi
Uitademen
- Passief proces
- Ontspannen v diafragma & Mm. intercostales externi
ADEMEN BIJ VERHOOGDE INSPANNING // RESPIRATOIRE PATHOLOGIE OF SPORT
Inademen:
- Actief proces
- Verhoogd bij inspanning (sport of respiratoire pathologie)
- Contractie primaire inspiratoire spieren: diaframa & Mm. Intercostale externi + secundaire inspiratoire spieren
(=hulpademhalingsspieren): M. sternocleidomastoideus, Mm. Scaleni, M. pectoralis minor, M. pectoralis
major
➢ Secundaire spieren bevinden zich in hals-nek regio dus vaak ook nekklachten aanwezig door
constante spanning v spieren
Uitademen:
- Actief indien geforceerd vb. hoesten
- Verhoogd bij geforceerde uitademhaling
- Contractie v buikspieren: M. rectus abdominus, M. obliquus abdominus internus & externus, M.
transversus abdominus + Mm. Intercostale interni
Muco patienten hebben stevige buikspieren omdat ze veel hoesten
- + onrechtstreekse invloed op bekkenbodemspieren (voorkomt dat je scheetjes laat tijdens bv. Hoesten, of urine
verlies)
➔ Respiratoire chronische patienten hebben veel bekkenbodemproblemen doordat er constante druk ik
op BBS door het constant hoesten
➔ Deze spieren w constant aangespannen bij respiratoire patienten want ze kennen geen rustige
ademhaling
DIAFRAGMA
- Belangrijkste voor ademhaling (inspiratie)
- Koepelvorm
- Opdeling v borst & buikholte
- Invloed op thorax & abdomen
- L & R deel
➢ dat afzonderlijk kan bewegen
➢ L tot L2
➢ R tot L3
- O:
➢ Pars sternalis: achterzijde pr. xyphoïdeus
➢ Pars costalis: ribkraakbeen rib 6-12
➢ Pars lumbalis: L1-L3 (verschil li-re)
- I: Centrum tendineum
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkexloos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.46. You're not tied to anything after your purchase.