Onderwijskunde – Nico Verloop
Hoofdstuk 1 Onderwijs in de maatschappelijke context
1.1 Inleiding
Onderwijs is georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie. Onder socialisatie verstaan we het proces
van ‘inlijven’ van nieuwkomers in groepsverband. Georganiseerd betekent dat het systematisch gebeurt en
geprofessionaliseerd wil zeggen dat dat door professionals wordt uitgevoerd. Niet alle socialisatie is
georganiseerd en geprofessionaliseerd (bijv. ouders). Socialisatie betekent dus iemand vertrouwd maken met
de cultuur van een groep. Cultuur = kennis, vaardigheden, normen, waarden, gewoonten, smaken, voorkeuren
et cetera. Socialisatie moet worden opgevat als de uitkomst van interactieprocessen tussen de aangeboren
mogelijkheden van het individu en de (sociale) omgeving. Sociologen kennen het onderwijs een drietal
hoofdfuncties toe:
- Kwalificatie: onderwijs leert kinderen kennis, vaardigheden en houdingen waarmee ze zich later een
positie kunnen verwerven in de samenleving en waardoor ze meerdere sociale rollen kunnen
vervullen. Technisch-instrumentele kwalificaties: vakinhoudelijke kennis en vaardigheden die vereist
zijn voor uitoefenen van een bepaald beroep. Sociaal-normatieve kwalificaties: vaardigheden, normen
en gewoonten die van belang zijn voor een effectieve omgang met anderen in het arbeidsbestel.
- Integratie: heeft betrekking op het aanleren van die kennis, vaardigheden, waarden, normen en
attitudes die horen bij burgerschap.
- Differentiatie: leerlingen worden voorbereid op uiteenlopende posities in de samenleving. (allocatie
en selectie).
Dus: het onderwijs leert een nieuwe generatie de principes van het maatschappelijke ‘voortbrengingsproces’,
vervolgens de voorwaarden voor het samenleven en het regelt tenslotte het toewijzen van individuen aan
specifieke posities in de samenleving. Uiteraard dragen ook andere maatschappelijke instituties, zoals het gezin
en de buurt, aan dit proces bij.
1.2 Onderwijs en ongelijkheid
Het gaat in grote lijnen om de vraag of het onderwijs als socialiserende instantie de eerder genoemde functies
zodanig vervult dat het aan ieder individu gelijke kansen biedt om zich, passen bij eigen capaciteiten, te
ontwikkelen tot een volwaardig participant in de maatschappij.
Het meritocratisch perspectief
Elke maatschappij wordt gekenmerkt door sociale differentiatie en tegelijkertijd door sociale ongelijkheid in
termen van aanzien, bezit, inkomen of macht. Als belangrijke oorzaak van zowel welvaart als sociale
ongelijkheid wordt door sociologen de arbeidsverdeling aangewezen. Arbeidsdeling leidt tot efficiëntere
productie en specialisatie maar ook tot voorraadvorming en variatie in hoeveelheid eigendom. De kiem voor
sociale ongelijkheid is daarmee gelegd. Misschien is ongelijkheid noodzakelijk voor welvaartsgroei. Het
individuele streven naar lotsverbetering wordt namelijk in belangrijke mate gestuurd door de wens naar
welvaart en welzijn. Het onderwijs levert individuen af met kwalificaties die toegang geven tot uiteenlopende
(ongelijke) posities op de arbeidsmarkt. Meritocratisering: je moet je positie verdienen.
Een meritocratie wordt gekenmerkt oor een hiërarchie van posities die wordt bezet door de meest
‘verdienstelijken’, namelijk zij die in die positie het meest bijdragen aan de realisering van de doelstellingen van
de samenleving. Deze ‘verdiensten’ moeten worden verworven: kwaliteit moet blijken. Ervan uitgaande dat de
selectie op de arbeidsmarkt geheel op talent en ervaring gebeurt, moet het onderwijs zich in deze redenering
aanpassen aan wat daar wordt gevraagd.
Wetenschappers die de twijfels aan functionele selectiecriteria op de arbeidsmarkt en in het onderwijs het
duidelijkst onder woorden hebben gebracht, beroepen zich op de reproductietheorie. In deze zienswijze wordt
de samenleving gedomineerd door machtsverhoudingen tussen maatschappelijke groepen. Deze groepen zijn
in een voortdurende strijd gewikkeld om hun belangen te verdedigen. Groepen met de meeste macht zullen de
inrichting van de samenleving, inclusief het onderwijs, zodanig trachten vorm te gaven dat hun belangen zoveel
mogelijk worden gediend danwel zo min mogelijk geschaad. Machtige groepen zullen dus belang hebben bij
een reproductie van de machtsstructuur. Als de reproductietheorie volledig op zou gaan is er dus geen sprake
van verticale sociale mobiliteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k2908. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.