Methoden, technieken en technische hulpmiddelen voor het verwerken van informatie, noemt men
informatietechnologie (IT). dit via de computer, telefoon enz. = Informatie- en
communicatietechnologie (ICT).
Kenmerken van een organisatie:
Doelstellingen om ze meetbaar en hanteerbaar te maken, moet men ze operationaliseren
(meetbaar maken). Bv 40% marktaandeel hebben
Cultuur formeel (omgangsregels, u) of informeel (vrijer, ‘je’ zeggen). Er zijn profit
(winstoogmerk) en non-profit organisaties (geen winstoogmerk).
Primaire processen waar draait het om. Er zijn productiebedrijven, handelsbedrijven,
dienstverlenende bedrijven. Secundaire processen ondersteunen de primaire.
Ontwikkelingsstadium organisatie kan in de volgende stadia verkeren: pionieren,
overleven, succes, groeien, evenwicht. Verschilt voor kort en lang bestaande organisaties.
Organisatiestructuur organogram. Manager stuurt een beperkt aantal mensen aan= span
of control.
Rol informatiebij de 1 een primair proces, bij de ander minder belangrijk
Kritieke succesfactoren=klanten komen naar het bedrijf omdat hen iets aanspreekt
(kwaliteit, locatie, snelle levering enz.). een bedrijf bestaat dankzij een of meer van deze
factoren.
Uitgaand van de bedrijfsdoelen maken onderneming een ondernemings- of bedrijfsplan.
Deelplannen:
Verkoop
Inkoop
Productie
Personeel
Financieel
Informatie = document dat een inventarisatie geeft van de stand van zaken op het gebied
van informatievoorziening en automatisering binnen een organisatie
Dit gebeurt in deze volgorde.
Informatie is een onderdeel van de informatieladder:
1. Competenties= wat doet de persoon met zijn kennis. Kennis is nodig om een bepaalde
beroepssituatie te kunnen uitoefenen.
2. Kennis= ontstaat uit informatie, als die is aangevuld met vaardigheden en ervaring.
3. Informatie=feiten die betekenis voor jou hebben vormen informatie.
4. Gegevens= registraties van feiten, via computer=data.
5. Feiten
Een bedrijf kent naast goederen en geldstromen ook informatiestromen. Bijvoorbeeld er gaat
informatie van inkoop naar productie over de inkoopgegevens. Van productie naar verkoop over de
productiegegevens. En weer naar de directeur die het stuurt.
Er zijn twee soorten informatiestromen:
Horizontaalnodig om het primaire productieproces als een geheel te laten functioneren.
Inkoop naar productie en verkoop enz.
Verticaal vanuit de directie naar inkoop, productie en verkoop. omlaag is sturing en
omhoog verantwoordingsinformatie en managementinformatie.
1
, Dit is een schema zetten met DFD’s, data flow diagrams.
Een goede geautomatiseerde informatievoorziening maakt het mogelijk om een organisatie platter
te maken. Je kan met minder managers doen. Er is een grotere span of control.
Kwaliteitseisen informatie:
Tijdig voorraad van vorig jaar is niet interessant
Juist onjuiste informatie leidt tot onjuiste beslissingen
Volledig
Juiste detaillering financieel wil omzet weten, magazijnchef aantal stuks.
Beschikbaar niet onevenredig groot
Informatie bestaat uit gegevens die bruikbaar zijn voor de ontvanger van de informatie: informatie
‘doet iets ‘met de ontvanger ervan.
Managementniveaus:
1. Strategisch management houdt zich bezig met de toekomst, lange termijn.
2. Tactisch qua taken tussen beide in
3. Operationeel korte termijn, procedures op te stellen, orde van de dag. Stuurt primaire
proces direct aan en de informatie die het krijgt moet daarom gedetailleerd zijn.
Deze hebben het doel om ervoor te zorgen dat de primaire processen op de ‘werkvloer’ van de
organisatie zodanig verlopen dat ze een bijdrage leveren aan de bedrijfsdoelen.
Succes van een organisatie meten m.b.v prestatie-indicatoren/kengetallen. Het wordt in getallen
uitgedrukt (ziekteverzuim is 10%, aantal bestellingen 13.000 is mei).
Meten van deze indicatoren volgens de Plan-Do-Check-Act van Deming:
Ziekteverzuim 15% moet lager naar 12% (plan) cursussen om werknemers te motiveren (do)
opnieuw checken en het is 13% (check) wat ging goed en wat kan beter/vervolgacties(act).
Grote bedrijven hebben aparte afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de informatievoorziening en
automatisering. Deelorganisaties:
Gebruikersorganisatie maakt gebruik van aanwezige geautomatiseerde
informatiesystemen.
Ontwikkel
Ondersteunende
Nauwe samenwerking tussen klant en leverancier in de logistieke keten= ketenintegratie
B2B
B2C, Levering van producten en diensten via internet= e-commerce
C2C, via advertenties, marktplaats
Hoofdstuk 2
Computer en randapparaten die aangesloten worden op een computer= samen hardware
Vroeger had met elektronenbuizen en ponskaarten, later een terminal (toetsenbord met alleen een
printer=meteen afdrukken).
Eind jaren 50 transistor, later werd allerlei randapparatuur zoals printers, tape drives en
beeldschermen beschikbaar.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roosved. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.